Mi Gudu
Muziek in het district
Leonoor Wagenaar was vanaf de oprichting tot juni 2008 hoofdredacteur van Parbode. Met haar man René Segerius geniet ze van de rust op Saramacca. Samen beheren ze het zelfgebouwde cruiseschip Mi Gudu en vakantiewoningen. Haar columns en andere wetenswaardigheden zijn tevens te lezen op www.migudu.net.
Onlangs stond in de toeristische bijlage van de Ware Tijd, een juichend artikel over de eco-toeristische mogelijkheden van Saramacca. De superlatieven zwiepten je om de oren: het is hier schoon, landelijk, rustig en vooral verschrikkelijk mooi. Van dezelfde auteur verschijnt deze maand nog een lovend verhaal over onze Appartementen Bloemendaal, want hij (Martin Panday) raakte gecharmeerd van onze huisjes, het riante zwembad en die sprookjesachtige plek in de bocht van de Saramaccarivier. Zelf adverteren we nu en hebben we mooie ansichtkaarten laten drukken die we op Belangrijke Plaatsen in de stad gaan verspreiden.
Maar ook zonder dat weten de gasten ons al te vinden. Vaak googelen ze er een beetje op los en stuiten ze al snel op www.saramaccainsuriname.com, een website die onze vriendin Gerrie belangeloos maakte. Je vindt er informatie over bezienswaardigheden zoals Batavia, het bedevaardsoord van Petrus Donders, Josiekreek (de Vinkeveenseplassen van Suriname) het lieflijke Groningen met al z’n monumenten op het plein en Kalebaskreek. Ondernemers mogen voor een luttel bedrag op een eigen pagina hun warung of hotel aanprijzen. En daar staan wij natuurlijk ook tussen. De reacties van de gasten (op dit moment nog merendeels Surinaams) zijn ontzettend lovend. Een koppel dat net weer vertrokken is, maar alweer geboekt heeft voor december, zei: ‘Kijk, we kunnen natuurlijk een huisje huren op Colakreek, of op Overbridge, maar als je daar je neus buiten de deur steekt, zit je direct tussen de honderden dagjesmensen. En daar komen we natuurlijk niet voor. Hier logeren we tenminste écht op boiti!’ En zo is het. Want in de reglementen staat uitdrukkelijk dat alleen logerende gasten van het zwembad gebruik mogen maken. Willen ze vervolgens vrienden of familie uitnodigen, dan kan dat alleen tegen bijbetaling en wordt er – in overleg – gesproken over een maximum. Zo willen we vermijden wat andere resorts al is overkomen: één gezin huurt één huisje, gaat er vervolgens een bigi jari vieren en vijftig gasten komen zomaar binnenvallen om, na vertrek, een tapijt van plastic afval achter te laten.
Maar goed, we zijn nu zó in de stemming dat we besloten hebben om het barretje van Roy Zondervan nieuw leven in te blazen. Toen we hier twee jaar geleden kwamen wonen bestond Sukrupatu al; een overdekt zitje aan de rivier waar je je biertje kon drinken, een hengel uit kon gooien en nieuwe vrienden kon maken. Zoiets bestaat in feite niet in Saramacca. Natuurlijk, je kunt een djogo bij omu snesi kopen en dat voor de deur achterover slaan maar dat is toch een beetje armoeïig. In Paramaribo heb je tenminste een paar café’s waar je op vrijdag wat kunt drinken. Maar sinds de
zakenpartner van Roy al ruziënd half Sukrupatu had weggedragen, konden we daar dus niet meer terecht. Gelukkig heeft Roy nog veel bouwmateriaal liggen. Dus leggen we nu wat geld in om een bouwploeg voor zeer korte tijd in te huren. Zodat het dak er weer is, er een ronde bar komt, de toiletgroep van de ondergang wordt gered en wij er weer terecht kunnen. Want inmiddels wonen steeds meer expats in de omgeving en de Saramaccaners lusten ook wel eens een borrel.
Wij gaan zelf nog een klein bootje bouwen, Mi Gudu Pikin is net zo’n bouwpakket als Mi Gudu destijds was en tegen de tijd dat dit stukje in Parbode staat, is René al volop aan het lassen. Met Pikin kunnen we – met onze gasten – spelenvaren op de rivier, de kreekjes verkennen, op bezoek bij de familie reuzenotter én, natuurlijk, even een bezoekje brengen aan onze bar.
Kortom: er zit muziek in ons district!
Brasa