Mi Gudu
Leonoor Wagenaar was vanaf de oprichting tot juni 2008 hoofdredacteur van Parbode. Tijdens de bouw van het inmiddels voltooide cruiseschip
Mi Gudu, met haar man René Segerius, schreef ze een column in het Amsterdamse dagblad Het Parool. Voor Parbode pakt ze de pen weer op.
De columns en andere wetenswaardigheden zijn tevens te lezen op www.migudu.net.
Vrij én op vrijersvoeten
Ik heb onze raven vrij gelaten. Zomaar! Pardoes! Romeo probeert altijd te ontsnappen als ik hen het ontbijt breng. Dan posteert hij zich naast het poortje van de volière en als ik hem niet gauw een pinda in z’n snavel prop, kan hij zó naar buiten kruipen. Of, als ik hem dat verhinder, uit ongeduldigheid in me bijten. En dan bedoel ik hárd bijten. En nou mócht ie opeens! Hij wist niet wat hem overkwam en klauterde meteen de hoek om tegen het gaas aan. Aaibare, lieve Julia volgde hem schoorvoetend, ze probeerden het zinken dakje op te krabbelen (te glad) en daarna zijn ze Tokkie maar gaan pesten (altijd lollig, want die laat zich direct stangen). Op dit moment kunnen ze nog geen van beide vliegen, gekortwiekt, maar dat groeit natuurlijk aan.
En ik hou het scherp in de gaten; als ik weg moet, blijven ze binnen, ook omdat ik de anderen nog niet helemaal vertrouw. Of kater Tigri het lef heeft om die machtige snavels te tarten, betwijfel ik. Maar Sam is zó jaloers op aandacht die een ander krijgt…
Toen ik terug naar het terras liep volgde Romeo me stoer een paar pasjes, maar vervolgens vond hij het toch te linke soep en scharrelde hij spoorslags naar het gaas. Agorafobie; die wijde wereld is nog even te groot voor ze. Zoals ze, terwijl ara’s toch heel intelligent schijnen te zijn, de opening naar hun onderkomen soms even niet kunnen vinden. Julia zat zelfs tussen de openstaande deur en het gaas hunkerend naar de verse walnoten te turen: geen idéé hoe ze er bij moest komen. En vanmiddag, toen Romeo tegen het deurtje van de toekan hing om hem wederom te treiteren, wílde hij wel eten, maar hoe er te geraken, je zag hem wiegelend dubben…
Toen ik naast de kooi ging zitten, ja, dat vonden ze machtig. Vervuld van sloopdrift probeerden ze eerst de poten van de klapstoel te molesteren. En vervolgens klauterde Julia toch nog met heel behendig kunst- en vliegwerk bij me op schoot. Maar omdat ze nóg hogerop wilde, zette ze voor het houvast haar snavel vól in mijn tepel… tjééézus! Ik gilde het uit, zij fladderde verschrikt weg… misschien toch niet zo’n goed idee, die klapstoel. Dus legde ik een uur later een grote handdoek op het gras. En zaten ze in een mummetje om me heen aan de stof te plukken en te trekken.
Het is een gok om ze buiten de kooi te laten: er zijn slangen, de andere huisdieren kunnen het op hun heupen krijgen. En ze kunnen wegvliegen, als de vleugelpennen aangegroeid zijn. Nou vliegen hier wel parkieten over en zelfs papegaaitjes, maar geen raven. Dat scheelt, denk ik, want dat overfladderend gekrijs vormt een lokroep die ze nauwelijks kunnen weerstaan. Dat zou hun dood zijn, want de kolonie zal ze niet accepteren. En zelf eten zoeken, dat hebben ze ook nooit geleerd. Het liefst zou ik ze alle twee de volledige vrijheid geven om te blijven of te vertrekken. Maar dat risico (voor het laatste kiezen) is me te groot. Dus ga ik in elk geval Julia blijven kortwieken.
Papegaaien kun je niet seksen; alleen DNA-onderzoek van bijvoorbeeld een veertje kan uitsluitsel geven. De Indiaan van wie ik Romeo en Julia kreeg, wist zeker dat het een paartje was. En zoals ze de hele dag met elkaar aan het tongzoenen zijn (ik zweer het je, ze zijn echt af en toe met hun snavels in elkaar verstrengeld!) mag je aannemen dat ze een koppel zijn. En al zouden ze homoseksueel zijn, een partner heb je als raaf voor het leven. Dus Romeo gaat niet wegvliegen als hij zijn Julia hier achter moet laten.
Ik weet het wel, dit zijn papieren overwegingen en naïeve toekomstfantasieën. Maar die vogels moeten gewoon in een boom kunnen klimmen. Een vorm van vrijheid kennen. En als hun volière hen inmiddels vertrouwd is als een eigen huis, dan mag je toch hopen dat ze
’s avonds liever weer veilig naar hun jeugdhonk terug komen?
Brasa