Mi Gudu, wat een reis!
Drie jaar geleden kwamen scheepstimmerman René Segerius enzijn vrouw, de journaliste Leonoor Wagenaar naar Suriname om er een 28 meterlang riviercruiseschip te gaan bouwen: Mi Gudu. Inmiddels nadert het schip haarvoltooiing en maakte een bont gezelschap de eerste expeditie binnendoor naarNickerie; een route die ze nooit eerder hadden bevaren.
Na 2,5 jaarbouwen, zwoegen en ploeteren gaan we het voorland van onze toekomstige gastenverkennen. De spanning was de laatste dagen om te snijden, René was óp van dezenuwen en bleef maar herhalen wat er mis kon gaan, ondanks de onvermoeibare enonmisbare inzet en voorbereiding van onze nieuwe directeur PR & ExploitatieLiesbeth Gummels.
Voor dezekerheid was hij vrijdagmorgen al met de Mi Gudu door de sluis gegaan, want deervaring heeft geleerd dat die sluis aan de Surinamerivier een onzekere factorblijft: dán weer is het koperdraad uit de elektrakabels gestolen, dán weerdraait hij vroeger dan was gemeld… Op zondag 26 november, om precies 8.40uur, gaan de touwen los voor de eerste echte expeditie met onze Mi Gudu.
We varenmet angst en beven, want de verkeersbrug van de Highway lijkt wel érg laag enhet water in het kanaal staat wel érg h
oog. Maar we glijden er met gemakonderdoor. Al snel wordt het heel landelijk, met verrassend veel aka’s(broertjes van de valk). Papegaai Japi krimpt in zijn reiskooitje van angstineen, hij herkent moeiteloos zijn natuurlijke vijand. Mooi zijn ook dehonderden kepanki’s, kleine bruine watervogeltjes met zúlke grote voeten dat zeover de waterplanten kunnen wandelen. Als ze opvliegen tonen ze pas hun schat:metallic smaragdgroene veren aan de binnenkant van hun vleugels.
12.04 uur:Voor de sluis bij Uitkijk, na tien minuten komt de sluiswachter aanwandelen (wehadden hem onze komst gemeld). Zo knullig en onbetrouwbaar als die bij deSurinamerivier functioneert (het ís niet eens een sluis, want de deuren sluitenniet) zo soepeltjes gaat het hier: onmiddellijk gaat de sluisdeur omhoog,gevolgd door de brug, vlak achter ons sluit de deur en als het water de hoogtevan de rivier heeft bereikt mogen we er uit en kunnen verder, nagenoeg vrij vanverdere obstakels. 14.00 uur:Langs het lieflijke Groningen. 14.23 uur:Onder de brug van de Oost West verbinding. De mannen willen iets om handen enhebben de bootverlichting aangesloten, de scheepstoeter geplaatst en in dezitzaal is vlak voor vertrek van onze steiger een gigantische hoeveelheid basralocus planken binnengesjouwd: er moet tijdens de trip ook parket worden gelegd.
Nevelmuur
16.05 uur:Nog anderhalf uur te gaan tot we bij de Coppenamerivier zijn, maar nu al wijkende oevers van de Saramacca- rivier steeds verder uiteen. 18.15 uur:De oceaan ligt voor het grijpen, de bocht is in zicht, de hemel vlamtgeeloranje tussen de wolken. In het westen zie je soms de massiefgrijzenevelmuur van een tropische bui, maar wij koesteren ons in het strijklicht. 18.42 uur:Boskamp. In het westen nog de tanende oranje gloed, in het oosten al de diepeschemering. Fotograaf Eljee moet over de weg terug naar de stad en gaat vanboord, maar maakt plaats voor André Janomo. ‘Meneer André’, met zijnonafscheidelijke rode alpinopet, is een gepensioneerde Indiaanseonderwijskracht van Corneliskondre. Hij komt uit het gebied dat we zullendoorkruisen en spreekt dus Karaïbs (én Nederlands, dachten we). Zijn hulpzullen we nodig hebben, want we moeten kennismaken met de kapiteins van dedorpen.
Debedoeling is dat hun gidsen onze gasten in de toekomst in hun korjalen meezullen nemen op de kreken. En verder kunnen ze voor belangstellenden misschienlaten zien hoe cassavebrood gemaakt wordt, hoe wordt gejaagd, hoe katoen wordtgesponnen en hangmatten geweven. Het moet, kortom, een win win situatie worden.
Maandag 27november 07.00 uur:Door de koude buitenlucht verdampt het water; dikke nevelflarden blijven in devroege ochtendschemering boven de oppervlakte zweven, adembenemend, zeker alsje bijna op ooghoogte door de patrijspoorten van je hut kijkt. Binnen is hetkil, door de airco en de koele rivierwind. Rillen van genot onder de warmedouche. 07.55 uur:Het anker wordt gelicht. Een uurtje later beginnen de mannen als op een geheimsignaal de hele zitzaal te ontruimen; de tafel, de stoelen, de keukenkast, allestapels hout… Japi’s kooi verhuist van de zaagtafel naar een ander plateau, deeerste dwarslatten (regels) worden gezaagd, gespijkerd, er komt isolatiemateriaaltussen, iedereen heeft zich een eigen taakje toebedeeld. 10.55 uur:We draaien de Wayambo op en de toeter schalt zijn rokerskuch over de rivier.13.05 uur: Aankomst te Corneliskondre. De steiger oogt gammel, dus gooien weeerst de spijker uit en laveren vervolgens met de boegschroef op kousenvoetjesnaar de ene meerpaal die er nog staat. Het dorp is ruim van opzet, met in hethart het voetbalveld, omzoomd door de school, de lerarenwoningen, de poli (waareens in de maand de dokter komt) en de RK kerk. Alles is netjes aangeharkt enschoon; geen petfles te bekennen. Veel bloemetjes en kwispelende honden.
MeneerAndré stelt ons voor aan de kapitein, Ron Janomo, zijn broer. Met een delegatievan vier zitten we tegenover hem in het gemeenschapshuis. Eddy Fitz-Jimconverseert in het Sranang, wij luisteren mee. Het gaat vooral omvervoersproblemen. Het is vrijwel onmogelijk voor de bewoners om de stad tebereiken; de postboot vaart maar ééns in de maand, maar hoe komen ze dan weerthuis?
Zo’n 120Karaïben wonen er. Hun taal zijn ze niet meer machtig, men spreekt Sranang enNederlands. Als André zijn broer uitlegt wat onze bedoelingen zijn is hij meerdan geïnteresseerd. Nu al pakken de bewoners oude, haast vergetenhandnijverheidstechnieken op voor het maken van stenen kommetjes, van katoengeweven hangmatten, gevlochten manden en andere mogelijke souvenirs. De kreekmoet opgeschoond worden, maar in een groot deel van de omgeving mag niet meergejaagd worden zodat de apen hun angst verloren hebben en nieuwsgierig tot vlakbij de korjalen schijnen te komen. Ook de bospaden moeten weer open gekapt,maar dan kan een gids de gasten zeker meenemen voor een wandeling.
Luiaard
Rond eenuur of vijf ligt de helft van het parket, hebben we met de elektrische zaag hetwild tot in Brazilië opgejaagd en is het tijd voor een borrel. Alleen deluiaard laat zich niet verjagen; hij hangt onverstoorbaar ondersteboven aan eenboomtak. En als de stilte weerkeert zien we in de kruinen eerst één toekan,daarna wel vier. Die avond, na het eten, ligt een deel van de groep op het dakvan Mi Gudu de sterrenhemel te bewonderen. Daaronder praten we met meneer Andréover jaguars, tigrikati en slangen.
Dinsdag 28november 08.30 uur:Het is kennelijk nog lang onrustig geweest, afgelopen nacht. De backbone van debemanning, René, Maarten en Liesbeth liggen nog voor pampus. Van het plan al omzeven uur de rest van de vloer te leggen komt weinig terecht.
09.55 uur:Anker op. Ik begin te begrijpen waarom de Wayambo door kenners zo geroemd wordt:de rivier is smal, zodat je bijna onderdeel van de oever bent en overaldoorkijkjes ziet; geen muur van groene broccoli, maar een bijna toegankelijkoerbos. Er staat weinig wind en Mi Gudu glijdt bijna geruisloos door hetwateroppervlak, dat de oever als een spiegel reflecteert. De zon schijnt engeeft al die groentinten nog eens extra diepte, glanzende ijsvogeltjes ensierlijke zwaluwtjes scheren over het water, er worden meer zeekoeien gespot enluid klinkt het ‘fwi fwijoeoe’ van de pepeju. Zijn roep moet de anderebosbewoners waarschuwen voor onze komst. Hij wordt dan ook busi skowti,bospolitie genoemd. De Morpho Menaus vlinder fladdert met zijn enormeblauwmetallic vleugels tussen het gebladerte. 14.50 uur:Aankomst Konomerume Wa, wat dus is omgedoopt tot Donderskamp. De steiger isgammel, maar ‘onderhoud’ lijkt in dit land soms haast een vloek. Aan derivierzijde staan een paar hutten, het dorp is naar binnen toe aangelegd in eeneindeloze sliert lintbebouwing, veelal houten huisjes. De kapitein is er niet,maar de toekomstige kapitein komt belangstellend kennismaken en het schipbekijken. Na een korte dorpswandeling varen we verder. 15.31 uur:De sluis bij Venlo komt in zicht. Hij is onbemand en ligt er een beetje malbij, zo aan het geschoren grasveldje midden in het oerwoud. We zijn op hetergste voorbereid, maar hij functioneert prima. Eerst draaien René en neefRoddy de buitenste deur dicht, dan gaat het spuigat aan onze kant open, en alshet waterpeil aan beide zijden gelijk is en er geen druk meer op de deur staatwordt met de handlier onze kant opengedraaid.
Alhoewel het inspannend, maar soepel verloopt, neemt deoperatie toch nog een uur in beslag.
Nu varen we over de Arawarrakreek, die zo mogelijk nógsmaller is. Vóór Maarten in de gaten heeft dat we écht langzaam moeten varen omdie scherpe bochten te nemen, heeft hij toch twee keer de hulp van deboegschroef moeten inroepen om niet in de takken te belanden. In de namiddagzonvaren we door een mysterieus sprookjesbos vol paars bloeiende struiken, eensoort lila vingerhoedskruid, gele en reusachtig witte bloemkelken, overalvlinders in de schitterendste tinten, opvliegende reigers, een peinzende spechtop een overhangende tak, de kopjes van kaaimannen net boven water, libelles,fladderende kolibries… De Arawarrakreek is overgegaan in de Nickerierivier enwordt gelijk een stuk breder.
Brandstof
18.00 uur: Waar de rivier een nauwelijks bevaren zijtak(naar Stondansi watervallen) heeft, gaan we bij de waterdriesprong voor anker.René en ik kunnen voorzichtig een soort tussenbalans opmaken: met de ophopingvan het afval, waar René zich in Nederland zulke zorgen over had gemaakt, valthet mee. Hij is zelfs nog naar een tweedehands vuilpers gaan kijken, maar diewas drie meter hoog! Nu blijkt dat, als je het organisch materiaal overboordgooit en de lucht uit de petflessen perst, Liesbeth maar één vuilniszak per daggevuld krijgt. En dat is afval van veertien opvarenden! Ook deijsblokjesmachine produceert beter dan verwacht. Belangrijker: we verbruikenminder brandstof dan was beraamd. Vooral omdat we in dat bochtige gebied geenvaart kunnen maken. Dat pakt dus voordelig uit. Het parket is af op een paarplankjes na. Er is inmiddels 225 kilometer afgelegd
Woensdag 29 november 09.00 uur: Anker op. Er valt een lichte motregen en debewolking ontneemt het bos zijn kleur en diepte. Toch blijft de variatie boeien,het is net als haardvuur, je kunt je ogen er niet van af houden. We zien eenroestbruine babun die zich in de toppen van de bomen rustig uit de voetenmaakt. René Wanner (senior) staat ook vandaag weer de hele dag aan het roer. Wezijn gewaarschuwd voor boomstammen die net onzichtbaar onder het wateroppervlakkunnen drijven en in het uiterste geval je schroef kunnen beschadigen. Daaromheeft René ook gekozen voor een vierbladige schroef. Die slaat het hout eerderweg dan één met drie bladen. Het parket is af en iedereen applaudisseert enfeliciteert zichzelf en elkaar. Om direct te beginnen aan de vloer in destuurhut. 11.40 uur: Aankomst in Tapoeripa. Hoewel het dorp wel op dekaart staat aangegeven, blijken er maar een paar families te wonen met zo’nzestig mensen. Er is geen steiger, maar een soort houten loopplank naar boven.We gaan met het bijbootje naar de kant en praten wat met de bewoners.
Kleistrandjes
12.34 uur: Anker op. Ik blijf maar naar de oevers staren,elk stukje is weer anders. Het water staat laag en er komen een soort modderigekleistrandjes bloot te liggen, we zien zeekoeien als ze naar boven komen omadem te happen. 16.15 uur: Anker uit midden op de Nickerierivier. Op de heleroute maar een paar petflesjes in het water zien drijven, maar die fungeerdenals dobber. Verder is alles ongerept.
Donderdag 30 november 07.52 uur: Anker op. Nog even blijft de rivier schitterend,maar langzaamaan nemen grasland en padivelden het van het regenwoud over.
11.18 uur: Aankomst in Wageningen. 14.33 uur: Door de Henarbrug, een oude stalen hefbrug uit dekoloniale tijd. Onverwoestbaar, alleen, heffen kan hij niet meer. Maar allez,de tijd van de grote zeeschepen ligt in dit district toch al in een ververleden. Een geel besproeiingsvliegtuigje maakt, bij wijze van welkomstsaluut,snoekduiken over ons dek, zó laag dat we de piloot kunnen zien zwaaien.
17.05 uur: Afmeren aan de SMS steiger in Nieuw-Nickerie. Algauw komt een wat argwanende havenmeesteres op ons af. Maar dan herkent ze Renésenior die samen met zijn vrouw Dorothea jarenlang in Nickerie heeft gewoond.Het weerzien is hartelijk en na de rondleiding zit mevrouw Tjin A Tonvergenoegd op het voordek met een bordje vis en een glas bier. Ook kennissenuit de stad, die zich al weken tevergeefs hadden voorgenomen om Mi Gudu eens tekomen bewonderen, lopen we in het stadje tegen het lijf. Het lijkt wel eenfeestje aan boord!
22.00 uur: Alle bezoekers zijn van boord, wij gaan vooranker op de rivier. Morgen zouden er vijf mensen afstappen en twee bijkomenvoor de terugreis. Maar niemand wil weg. Uiteindelijk komen er vier aan boord en gaan er maar tweenoodgedwongen over de weg naar de stad. We hebben 419 kilometer gevaren in 36uur en 29 minuten. De expeditie is een doorslaand succes!