Mijn broer de neger
In 1935 verscheen van de hand Cola Debrot Mijn zuster de negerin, dat binnen de niet zo rijke Antilliaanse literatuur als een klassieker wordt beschouwd. Het gaat over een blanke man die er achter komt dat de mooie zwarte vrouw die hij op Curaçao begeert, zijn halfzus blijkt te zijn. Op de achtergrond worden vooral ook de gevolgen van de koloniale geschiedenis in het dagelijks bestaan van zowel Nederlanders als Curaçaoënaars blootgelegd.
Bijna tachtig jaar later is Maria Aker met Mijn broer de neger op de proppen gekomen. Het werpt, aldus de schrijfster en de uitgever, een nieuw licht op de novelle van Debrot, die behalve schrijver ook politicus was. Los van het feit dat de opbouw van het verhaal nogal rommelig en van de hak op de tak is, roept het boek nou niet direct een associatie op met het werk van Debrot. Het is gewoon een eigentijds verhaaltje, dat niet kan tippen aan het niveau van Mijn zuster de negerin.
Iris wil Oscar strikken voor het stichten van een gezin, maar hij heeft al een relatie en kinderen en die is hij niet van plan in de steek te laten. Hun relatie loopt stuk, waarna Iris op vakantie naar Curaçao gaat, het geboorte- eiland van Oscar. Daar ontmoet ze zijn moeder en zus. Die geven een ander beeld van Oscar dan ze kende. En passant wordt er een conflict met de haren bijgesleept over koloniale verantwoordelijkheid, anders zou de vergelijking met Mijn zuster de negerin helemaal mank gaan. En natuurlijk kan Aker het niet laten de onbetrouwbaarheid van de Curaçaose man te belichten. Lang leve de clichés!
Waarom Aker voor deze titel heeft gekozen, ontgaat mij. Ik vermoed als lokkertje, in de hoop dat meer mensen het gaan kopen omdat ze de link met Debrot legt. Maar niet ieder werk dat een gemengde relatie behandelt die zich in Suriname afspeelt, is ook een vergelijking met Wan Pipel waard(ig). Sommige klassiekers zijn gewoon niet te overtreffen.
Mijn broer de neger heeft meer iets weg van een aflevering uit de Bouquetreeks, maar dan met een behoorlijk porno-gehalte. De clitorissen, kutten, stijve pikken en aanverwante zaken vliegen de lezers met enige regelmaat om de oren. Als Iris een zekere Gijs ontmoet, wordt het allemaal nog een graadje erger en vreemder: ‘Gijs is fors, zijn grote roze pik staat recht vooruit. De eikel zit zo gespannen in het lid dat hij paars ziet en langs de stam is een blauwe ader zichtbaar die vervaagt bij het bleke scrotum. Rondom zijn kale geslacht is hij zo doorzichtig als een dode vis.’ Wat moet een mens zich nou in hemelsnaam voorstellen bij ‘doorzichtig als een dode vis’? En zo zijn er wel meer passages die je doen fronsen.
Aker heeft een rijke fantasie, dat wel. Maar dat maakt haar nog geen schrijfster van klassiekers. Voor wie van het genre en extreme seksbelevenissen houdt, is het wellicht best een aardige novelle. Maar om nou, via de titel, een directe link te leggen met het meesterwerk Mijn zuster de negerin, gaat wel erg ver en is misleidend.
Mijn broer de neger, Maria Aker, 2014, Uitgeverij Conserve,
ISBN 9789054293743