Mildred Annie Julia Alwart
Paramaribo
20/05/1936 – 03/11/2014
via het internet vroeg Carl Haarnack om medewerking bij het identificeren van vrouwen die voorkwamen in een fotoboek uit 1967, samengesteld door thea Doelwijt en uitgegeven door de YWCA. tussen al die vrouwen stond ook Mildred Alwart met een kind op de arm. Mildred was getrouwd met Robin Raveles, Dobru, met wie zij Rashida Natsja Afi kreeg. er volgde een echtscheiding en veel later hertrouwde ze met André Antonius, leraar engels, die enkele jaren vóór haar stierf.
Ze kwam uit een gezin van tien, waarvan zij de oudste van de zes meisjes was. “Mijn moeder wilde zelf ook heel graag kinderen,” vertelt dochter Rashida, “wat ook duidelijk werd door haar zorgzaamheid naar haar broertjes en zusjes toe. Haar wens was om drie kinderen te krijgen. Het is maar bij één gebleven.” Mildred behaalde Mo-A en Mo-B Nederlands.
Dat ze een doorzetter was, weet Rashida van dichtbij. “Moeders vlijt en doorzettingsvermogen hebben haar ver gebracht in de doelen die ze zichzelf gesteld had.” Na het overlijden van Mildreds vader, inspecteur van politie Desiree Guillaume Alwart, besloot ze om samen met haar moeder Julia francina Henriette Lemmers een huis te laten bouwen, waar ze samen met haar jongere broers ging wonen. “Met haar jongste broer Benny en haar wat oudere broer Paul had ze de beste relatie”, legt Rashida uit.
in familie- en vriendenkring waren enkele van haar typische uitspraken: ‘Libi en ini a anu fu Gado’ of ‘Mi na Gado pikin’. Kennelijk ligt daar een link met de kapel van het Diakonessenhuis, waar ik haar vaak ontmoette. Samen met haar man André wist ze wat lekker eten was, en dansen was voor hen een belangrijke bezigheid. “Mildred was als oma gek op Zara, haar enige kleinkind. Het was voor haar dan ook zwaar toen ze ziek werd en zich realiseerde dat de kans op genezing steeds minder werd. Ze had immers nog heel graag haar kleindochter willen zien opgroeien.”
voor zowel moeder als dochter was het bijzonder toen ze samen in Santiago de Cuba de onthulling van het borstbeeld van Dobru mochten meemaken. Rashida koestert die mooie momenten. “ik wil mijn moeder graag blijven herinneren als een vrouw die altijd, zelfs tot het einde toe, positief bleef en bereid was te vechten voor datgene waarin ze geloofde.”