Mina Biekhram-Soedhoe (90): Aan stilzitten kan ik niet wennen
Vanaf de achtste verdieping van het appartement van Mina Biekhram-Soedhoe (90) is het uitzicht over Den Haag werkelijk adembenemend. Het is vandaag warm in Nederland, geen wolkje aan de lucht. Alle reden om naar buiten te gaan. Maar niet voor Mina. Ze deed tot vorig jaar haar hele huishouden nog zelf. Inmiddels kampt ze met hartproblemen en zijn enkele stappen door het huis al te veel voor haar. Het is overigens niet te zien dat Mina hartpatiënt is. Haar ogen staan glashelder, ze praat honderduit en zet met regelmaat een brede grijns op.
Mina is geboren en getogen in Nieuw-Amsterdam, Commewijne. Haar ouders deden destijds goede zaken. “Ik was erg verwend vroeger, hoefde niets in huis te doen. Ik ging naar school en buiten schooltijd hielp ik mee in de winkel.” Mina was het derde kind van de twaalf. op haar veertiende werd ze uitgehuwelijkt aan Willem Biekhram. Het stel trouwde op 9 mei 1940, een dag voordat in Nederland de tweede Wereldoorlog uitbrak. De bruiloft kwam hierdoor letterlijk in het donker te staan. “Er waren Duitse gasten op onze bruiloft, goede klanten van mijn vader. Nederland gaf toen al de opdracht om alle Duitsers in Suriname te verzamelen. onze bruiloft werd daarom stiekem gehouden. Letterlijk in het donker. Er stond één lampje aan en er was geen muziek. toch wist de politie ons te vinden en werden er een paar Duitsers op mijn bruiloft gearresteerd. Niemand heeft ze ooit nog gezien.”
Na het huwelijk verhuisde Mina naar de Mariestraat in Paramaribo. Willem werkte als sergeant en was veel van huis. En omdat Willems moeder al op jonge leeftijd was overleden, werd Mina verantwoordelijk voor veel huishoudelijke taken. “Mijn schoonvader heeft me alles geleerd. Hoe ik moest koken, groente moest verbouwen, vee moest verzorgen. In het begin was het wennen, maar later vond ik het heerlijk. Uiteindelijk deed ik alles zelf. Mijn schoonvader is heel geduldig met me geweest. Het was een lieve man.” Mina en Willem kregen elf kinderen, waarvan eentje helaas als baby al overleed. “Maar de rest is allemaal goed terecht gekomen. Ik ben apetrots op mijn kinderen. Ze hebben allemaal een opleiding genoten. Dat kunnen niet veel anderen zeggen.”
Hoewel het leven in Suriname goed was, vertrok de familie vóór de onafhankelijkheid toch naar Holland. “We wilden het beste voor onze kinderen en waren onzeker over de toekomst in Suriname. Maar ik kon moeilijk wennen, en ik miste Suriname. De ruimte. De spullen. Hier in Nederland was destijds nog niets te krijgen uit Suriname. Dat is nu wel anders.”
Door een baan als schoonmaakster bij het ministerie van Defensie kreeg ze wat omhanden en begon ze zich langzaam op haar plek te voelen. “Ik had leuke collega’s en fijn werk. De anderen waren weleens jaloers op me. Ik was namelijk de enige die de Koningszaal mocht schoonmaken. De baas vertrouwde dat aan mij toe. Het grappige is, dat het daar nooit vies was. Dus ik bezemde een beetje en ging daarna een boekje lezen of foto’s kijken”, zegt ze met een ondeugende grijns.
Na haar pensioen besloot het echtpaar te remigreren naar Suriname. Helaas duurde de terugkeer naar het thuisland maar kort. Willem had een longaandoening die verergerde, waardoor het stel weer terug moest naar Nederland. Hij overleed op 68-jarige leeftijd. Mina heeft nu besloten om in Nederland te blijven. “Ik ben vorig jaar nog in Suriname geweest om mijn negentigste verjaardag te vieren. Dat was heel fijn, maar ik zou nu niet meer terug willen. Niet nu mijn man er niet meer is. Hier zitten mijn kinderen, kleinkinderen en inmiddels ook achterkleinkinderen.” Het stilzitten is iets waar ze nog niet aan kan wennen. “Het ergste vind ik dat ik niets meer zelf kan doen. Ik ben altijd een harde werker geweest. Nu moet ik toekijken hoe mijn kinderen alles voor me doen. Dat vind ik heel moeilijk.”