Moeder van de Surinaamse films
Tijdens het Frans-Guyanese filmfestival van 2005 werden haarfilms niet geaccepteerd omdat ze geen Franse ondertiteling hadden, alleenEngelse. Maar de Franse filmmakers hadden wel genoeg belangstelling om eencoproductie, een documentaire over etniciteit in Suriname, met haar te maken inmei 2007. Ze (h)erkenden wat niemand nog hardop gezegd heeft: met de productievan twaalf films in negen jaar, zes als actrice en zes als producent/regisseur,is Ruby Pocorni de moeder van de Surinaamse film.
Bij hetpraten merk je dat deze subtiel opgemaakte en elegant geklede rijpe glamourdame in hart en ziel nationalist is, toegewijd aan Surinaamse producties en dejeugd. Ze is van inheemse afkomst (Kalebaskreek) en 40 jaar getrouwd met haarhighschool sweetheart Roy Pocorni (Bersaba), die piloot is. Film maken inSuriname is moeilijk. Vooral de fundraising is een strijd waarvoor men vaak eenlange adem nodig heeft. De erkenning van en medewerking voor Surinaamsecinematografie lijkt vaak op vechten tegen de bierkaai. Toch is het voor Rubyeen proces waarbij na een vloek en een zucht de taak weer beschaafd en metfrisse moed wordt opgepakt.
Filmcarrière
Het leukste van haar filmcarrière vindt Ruby Pocorni-vanSichem dat het Surinaamse publiek en de pers altijd heel enthousiast hebbengereageerd, hier en in Nederland. Verder dat haar man Roy, die niet eens vanfilms houdt, haar door dik en dun steunt, al is het soms met veel gemopper.Films maken ziet ze als een boeiend leerproces. Film is haar vierdecarrièremove, ze was vijf jaar docent Engelse, Spaanse en Fransehandelscorrespondentie op de middelbare handelsschool, manager van de VOS,importeur en succesvol boetiekhoudster alsook uitbater van theater Tower.Behalve de videotechnici had niemand ervaring met het maken van films toen JohnSlagveer in 1998 begon. Voor Ruby was het een kinderdroom die in vervullingging, met een onverwacht begin. Pocorni stond in haar boetiek aan deWaaldijkstraat en zag soms een beeldschone dame passeren, waarbij het haar echtvan het hart moest te zeggen: Dame, als beauty kun je echt carrière maken. Zemaakten kennis en de jonge dame vertelde enthousiast dat dat zou gebeuren wantze zou in de eerste, relatief groots opgezette Surinaamse film spelen, van JohnSlagveer, de bekende uitgever van stuiverromans en tijdschriften als Intiem.Ruby reageerde direct met: ‘Zeg meneer Slagveer dat ik ook graag in die filmzou willen spelen’. Twee weken later was het zover: Ruby speelde een rol in‘Gespannen Borsten I’.
Welletjes
In 2000, na zes Surte Films, besloot Ruby dat het welletjeswas. Zowel zij als tegenspeler Nizam Ozir waren toe aan een professionelere filmen een film met meer action, drama en een duidelijke boodschap. Ozir schreefhet script voor ‘Mustafa’, een realistische film uit 2001, de eerste spannendeSurinaamse film, die de schokkende realiteit te zien gaf van de drugshandel.Surinamers hier en overzee werden met de neus op de feiten gedrukt hoe de dooroverheid en burgers gecreëerde armoede de drugsmaffia in de kaart speelt. Hetwas een crime story met enkele echte politieagenten als acteurs. De naam van denet gedode rover Mustafa maakte de film nog ‘echter’.
De impliciete boodschap voor de jeugd was: zie wat ergebeurt als je verkeerde keuzen maakt. In ‘Mustafa’ liep het dan ook wreed afmet de slechterik. De kritieken in de krant waren zowel in Suriname alsNederland zeer lovend. Omdat Ozir geen belangstelling had voor kinderfilms,richtte Ruby Pocorni Stichting Films Suriname op en maakte met een script vanSlagveer de Home Alone-achtige kinderfilm ‘Sjommie’ in 2003 .Dat dit genre nogin de kinderschoenen stond bleek wel, maar ook deze film trok uitverkochtezalen. ‘Sjommie deel twee’ (2004) toonde opklimmende kwaliteit. In 2002 volgdeze privé een professionele cameracursus bij Mediavision van Ted Jentz. “Datheeft me enorm veel bijgebracht”, zegt ze.
“Als ik mijn Mediavision training van 2002 vergelijk met dievan de Surinaamse Film Academie, SFA: op de SFA heb ik geen moer geleerd. Hetis een goed initiatief maar heeft nog geen academische vorm aangenomen.”
Sprietje
Diego Nurse, de nu zestienjarige hoofdrolspeler van deSjommie-serie, en regisseur/producent Pocorni bereikten een hoogtepunt op hetgebied van acteerprestaties, muziek en beelden in ‘Sprietje, het zwervertje’(2005). Vanaf toen heeft Nurse ook geassisteerd bij de filmcrew. “Begin 2006maakte ik ‘Fosten Prey’, spel van vroeger, een 55 minuten durende film,uitgezonden in zwart/sepia, waarmee ik de lagere schoolkinderen een stimulansen kennis wilde geven voor historische groepsspelen en activiteiten, omdat dieonder invloed van computerspelletjes teloor dreigen te gaan.” Henri Strijkbemiddelde om ‘Mustafa’ te vertonen in het theater van het Koninklijk Instituutvoor de Tropen (KIT) en in diverse buurthuizen in Amsterdam. De andere filmspromoten we zelf. Naast Nederlandse filmrecensenten, die de films gunstigvergelijkbaar vonden met de West Afrikaanse films, wijdde ook Clark Accord eencolumn in het Parool (en ook in zijn boek Shirley in Allochtonie) aan Rubiesfilms.
Moi Wana
Uniek in kwaliteit en onderwerp is haar eerste docudrama‘Tears of the Suriname jungle’ waarmee de filmproducent Pocorni na een jaarresearchwerk het drama van de massamoord in Moi Wana (1986) op adembenemendewijze gestalte gaf met spelers van een Marrondorp in Brokopondo en uitParamaribo. Dit najaar zal deze film weer voor groter publiek gedraaid worden.Met ‘Tears of the Suriname jungle’ ging het om nog iets groters dan dedagelijkse misdaad. Het ging om een zwarte bladzijde in de historie een plek tegeven. Het is een collectief verdriet, een massamoord waarbij op 56 burgers,meer Marron vrouwen en kinderen de dood vonden. “Na de succesvolle première,eind november 2006, heb ik niet verder heb kunnen gaan met vertoning van dezefilm vanwege een buitenlands festival en de vele andere eindejaarsfeesten inParamaribo. Vanaf januari moest ik me concentreren op de research en planningvoor de documentaire met de Franse filmers. Na hun vertrek ga ik eerst goeduitrusten en daarna weer ‘Tears of the Suriname Jungle’ vertonen” Over deoverheid wil Pocorni nog kwijt: “Van de directeur van Jeugdzaken Richenel Trustfull,heb ik altijd morele en soms kleine subsidie gehad uit zijn krappe budget. Hijwas ook de enige hoogwaardigheidsbekleder die onze premières bezocht. Pas bij‘Tears of the Suriname Jungle’ heb ik ministers en andere regeringsautoriteitenop de première gezien, bij veertien eerdere films van Surinaamse producentenzegden ze onze uitnodigingen niet eens af maar ze gingen wel naar allepremières van import, buitenlandse geproduceerde of gefinancierde films.”
Surinaamse films
|