Moeder van de tienermoeders
Nergens in Nederland zijn op één vierkante kilometer zo veel tienermoeders te vinden als in de Bijlmer. Maar, en dat is het mooie van de Bijlmer, er is dan ook altijd wel weer iemand die zich over een probleem ontfermt en zich met hart en ziel inzet voor een oplossing. Meestal is dat trouwens een vrouw.
Detienermoeders hebben Elfriede Sinester, de oprichtstervan ‘Mi oso es mi kas’.Sinester begon het opvangcentrum twintig jaar geledenen heeft sindsdienhonderden jeugdige Surinaamse en Antilliaanse moedersgeholpen. Ze is inmiddelsbijna zeventig, maar toch is ze nog steeds elke dagin het opvangcentrum tevinden. Ik heb Sinester de afgelopen jaren een paarkeer mogen spreken en ik waselke keer weer onder de indruk van haar kracht,optimisme en humor. God weet datde moedeloosheid op de loer ligt als het enena het andere zwangere meisje voorde deur staat, soms op een leeftijd dat ernog met poppen gespeeld dient teworden in plaats van met jongens. Maar Elfriedestaat elke keer klaar. ‘Mi osoes mi kas’ biedt de meisjes een veilige plek omde dag door te brengen. Dat isbelangrijker dan het klinkt. Nogal wat ouderswillen niets meer te maken hebbenmet hun zwangere dochter, en de vader isdoorgaans ook in geen velden of wegente bekennen. Er zijn tienermoeders diedaarom van man naar man zwerven,aangewezen op een paar maanden onderdak envoedsel in ruil voor seksuelegunsten. Sinester brengt de tienermoederszelfrespect bij. Ze praat met demeisjes over hun toekomst, en de toekomst vanhun kind. Er worden plannengemaakt voor een opleiding. Elfriede is ook eenstrenge moeder. Ze aarzelt nietom meisjes de wind van voren te geven als zijoordeelt dat zoiets nodig is. Wieeen te korte minirok draagt, wordt uitgemaaktvoor afgekloven mangopit en kannaar huis om een nette broek op te halen.Zorgeloos is de geschiedenis van ‘Mioso es mi kas’ nooit geweest. Twintig jaaris gesappeld en gescharreld, met eensubsidietje hier en een subsidietje daar.En eigenlijk is dat nog steeds hetgeval. Sinester kan daar behoorlijk boosover worden. “We moeten eigenlijk eenkroontje op ons hoofd krijgen”, zegt zedan. Daarom is het goed dat ze dit jaardoor Het Parool is uitgeroepen tot éénvan de tien Amsterdammers van het jaar.Ze heeft het dubbel en dwars verdiend.
PatrickMeershoek is verslaggever van Het Parool inAmsterdam.