Monumenten slopen mag
Unesco Werelderfgoed-status in gevaar
Monumenten illegaal gesloopt
De monumenten van Paramaribo zijn als bovengrondse goudaders voor het land, want hoewel toeristen waarschijnlijk voor zandstranden in de Caraïben blijven kiezen, een prachtig geconserveerde binnenstad kan de trekpleister van Suriname worden. Toch worden veel monumenten gesloopt. Justitie doet er niets tegen, terwijl er zware straffen op staan.
Monumenten zijn ‘onroerende goederen die minstens vijftig jaar oud zijn en van algemeen belang worden geacht wegens hun schoonheid, hun kunstwaarde, hun betekenis voor de wetenschap, voor de oudheidkunde, de geschiedenis van het land, hun volkenkundige waarde of architectuur’. Zo staat het in de Monumentenwet van 2002. Kan over de ‘waarde’ verschil van mening bestaan, in haar bepalingen is de wet glashelder: ‘Het is verboden een monument te slopen of veranderingen daaraan aan te brengen’. En: ‘De minister kan aanzeggen terstond een aanvang te maken met het herstellen in de oude staat van het monument’. Is dat al een straf op zich, de wet gaat nog verder met sancties als celstraf en geldboetes.
Watermolenstraat 1
Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) heeft op politiebureau Keizerstraat aangifte gedaan van de sloop van het monumentale gebouw Watermolenstraat 1. Om precies te zijn, was het op 9 november 2010 dat agent van politie tweede klasse Melvin Post het proces-verbaal opmaakte en naar het parket stuurde, waar het nu al bijna drie jaar ligt te verstoffen. Er gebeurde niets mee, terwijl op de sloop van een monument toch een gevangenisstraf van twee jaar staat en zelfs bevolen kan worden dat het pand ‘plank voor plank’ wordt herbouwd. Zoals wel vaker zijn de regels duidelijk genoeg, maar hoeft niet iedereen zich eraan te houden. Kortom, een vrijbrief voor zakenlui als Dharmendra Sardjoe, die het eeuwenoude pand met een zware Poclain tegen de grond sloeg, een favoriete bezigheid in het weekeinde, want dan zitten de controlerende ambtenaren – voor zover die er zijn – gezellig thuis, hoewel de collega’s van de motorpolitie zo vriendelijk waren een handje te helpen door het verkeer om te leiden. Zo heftig ging de graafmachine tekeer. Toen de stofwolken waren opgetrokken en er een groot gat in het centrum geslagen bleek, vertelde Sardjoe aan een lokale krant niets van een monumentenlijst te weten. Zelfs het pal tegenover zijn historische pand staande bord ‘Werelderfgoed’, zou hem niet zijn opgevallen, tekende een journalist van de Ware Tijd (20 november 2010) op, om hem vervolgens te laten verklaren dat ‘notaris Carlo Jadnanansing hem als nieuwe eigenaar nooit gemeld heeft dat het om gebouwd erfgoed gaat’. Dat had de journalist moeten natrekken, want Jadnanansing mailt ons blij te zijn dat we dit verifiëren, omdat ‘Sardjoe mijn naam ten onrechte noemde, daar de akte niet bij mij, maar bij mr. R. Manna was gepasseerd. Mevrouw Manna deelde mij mede dat zij de heer Sardjoe in aanwezigheid van getuigen, onder wie de verkoper en één van onze medewerkers er uitdrukkelijk op heeft gewezen dat het om een pand gaat, welke op de monumentenlijst staat’. Sardjoe is trouwens, volgens Gebouwd Erfgoed-directeur Stephen Fokké, ook door de vorige eigenaar Gafoerkhan verteld dat het pand een monument was. Lijkt Sardjoe soms een leugenaar, dan weer toont hij zijn menslievende kant, want dat ‘het nog veel erger zou zijn geweest als een onschuldige toerist door het instortende gebouw was gedood’. Om zich vervolgens van de domme te houden door als excuus te gebruiken dat hij net uit Nederland is geremigreerd en daardoor de Surinaamse wet nog niet kende, terwijl hij gewoon van Tamansarie is. Sardjoe is ook eigenaar van de Straatcodeloterij, die in maart 2013 in opspraak kwam, omdat mensen geronseld waren als jackpotwinnaars, die er in feite nooit waren. Lijkt, gezien het wagenpark voor de deur, Tamansarie 39 al een lot uit de loterij, de jackpot viel op Watermolenstraat 1, zullen we maar zeggen.
Costerstraat 69
Dit grijs uitgeslagen houten huis was van de familie Akkrum, waarvan een nazaat, de 85-jarige André Akkrum, nu woonachtig is in Nederland. In de zeventiger jaren had hij een leidinggevende functie op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Opmerkelijk was de davidster in de nok van het dak, die er helaas uitgevallen is. De overbuurman Yayo: “Best bijzonder omdat alle bewoners moslim waren en toch onder een davidster woonden. Of was het symbool vroeger minder beladen?” Het huis werd in 2008 getaxeerd op 22.500 euro, want Erna van That’s It Tours had belangstelling om er een Mexicaans restaurant in te beginnen. Maar de erfgenamen wilden er meer voor hebben. En dat is gelukt, want D. Liu, een vloeiend Nederlands sprekende Chinees, meer bekend als Yan Kee op zijn Chinees, of Yankee op zijn Amerikaans, heeft het gekocht voor naar eigen zeggen 85.000 euro. Yankee heeft aan de Tourtonnelaan een florerend revisiebedrijf voor zware dieselmotoren, geliefd in de goudsector. Hij kocht nummer 69 om te slopen, voor een achteringang. En zo begon hij ook, de ramen waren er al uit toen de buren Gebouwd Erfgoed belden. Directeur Fokké: “Wij er natuurlijk naartoe en de man uitgelegd dat het om een beschermd monument gaat. Hij is toen voor een gesprek bij Monumentenzorg geweest. Daarna was het een paar maanden stil, maar van de buren kregen we bericht dat het pand toch binnenkort tegen de vlakte gaat”. De buren bevestigen dat. Ze hadden een medewerker zien rondlopen die beweerde: ‘We gaan het afbreken, hoe dan ook’. Yankee is tactischer dan zijn personeel en begrijpt de situatie, maar is er niet blij mee, want “ik heb er veel meer voor betaald dan de taxatie, omdat de waarde voor mij in de grond zat. Ik wist niet dat het een monument was, tot ik bij de notaris kwam. Die vertelde het, maar ik kon de gevolgen niet overzien. Bovendien had ik al een deel betaald, dus heb ik maar getekend. Eigenlijk pech, want ik was al een tijd bezig met een ander pand naast ons, maar dat bleek een onoplosbare boedelkwestie, daarom kreeg ik belangstelling voor nummer 69.” Wat Yankee nu gaat doen? Hij lijkt geen Sardjoe en zal het niet zo maar slopen, zegt hij, maar hij vindt de bescherming van een enkel monument als in de Costerstraat wel een beetje dwaas. “Ik ben voor monumentenzorg, maar ze moeten alleen hele blokken in de oude staat laten, zoals bij de Waterkant. Maar wie weet verandert het beleid, je ziet bij zoveel panden die nu van binnen van beton gemaakt zijn, dat het toch aangepast mocht worden. Als ik het gebouw omhoog kan liften zodat er een vrachtwagen doorheen kan, dan kan ik de buitenkant wel van hout laten lijken. Het schijnt dat Stadsherstel het nu wil kopen voor bijna dezelfde prijs. Maar ik doe het niet, een aangrenzend pand krijg je niet zomaar weer.”
Keizerstraat 16, hoek Watermolenstraat
“Ik wilde het pand verhuren”, vertelt voormalig eigenaar Tony Abboud telefonisch, “maar het was daarvoor in te slechte staat. Toen heb ik het een beetje laten repareren, de onderkant van steen gemaakt, maar dat mocht niet van Monumentenzorg. We hadden veel last van Fokké. Omdat het leeg bleef staan, kwamen er junkies in. Toen heb ik het maar verkocht aan de buurman, notaris D.S.P. Chitou.” Stephen Fokké bevestigt: “Met die Abboud hadden we in het verleden ook heel veel problemen. Hij is begonnen om het pand te verminken door de hele benedenverdieping in steen op te trekken en heel stiekempjes aan, niet te merken vanaf de straat, het interieur in steen op te trekken, zelfs hele zware betonnen balken te storten.” In haar nieuwsbrief van september 2012 schrijft Gebouwd Erfgoed ‘dat monumentenzorg Abboud herhaaldelijk waarschuwde toen hij illegaal ging verbouwen, en dat ze uiteindelijk de politie inschakelde, die de werkzaamheden stopzette’. De nieuwsbrief besluit met ‘dat dit alles niet mocht baten. Abboud ging door met zijn illegale werkzaamheden en de politie heeft nog tweemaal in moeten grijpen’. De nieuwe eigenaar, notaris Chitou, laat er geen gras over groeien en sloopt het monument op grond van een vergunning van Openbare Werken. Vreemde zaak, want bij monumenten is een vergunning van Onderwijs en Volksontwikkeling vereist. Iets dat een notaris moet weten, maar dat hij kennelijk door zijn contacten gemakkelijk kon omzeilen. Gebouwd Erfgoed: ‘Weer werd assistentie van de politie gevraagd waardoor de sloopwerkzaamheden begin 2012 werden stopgezet’. Fokké: “Er is door Johan Roozer van Monumentenzorg aangifte gedaan tegen Chitoe bij bureau Keizerstraat. Ik was er zelf bij toen met hulp van de politie de verdere sloop werd stopgezet, maar toen was het pand reeds voor een belangrijk deel tegen de vlakte. Hij moet overigens de boete nog betalen.” Opmerkelijk hoe ongenaakbaar Chitou zich op durft te stellen. Op het slopen van een monument staat tenslotte twee jaar celstraf, waarna hij een andere baan moet zoeken, want oud-notaris Carlo Jadnanansing mailt Parbode ‘dat een notaris uit zijn ambt gezet kan worden op grond van artikel 45 van de Wet op het Notarisambt, tenminste als het Openbaar Ministerie dat extra gevorderd heeft. Volgens artikel 44 kan het Hof van Justitie als tuchtcollege de ontzetting uit het ambt als zwaarste tuchtstraf opleggen, indien de notaris een handeling gepleegd heeft in strijd met de eer of waardigheid van zijn ambt. In Suriname zijn tuchtzaken niet openbaar en worden de uitspraken niet gepubliceerd. In het recente verleden is aan enkele notarissen een berisping of schorsing opgelegd. Maar zoals ik opmerkte worden deze uitspraken niet openbaar gemaakt’. Het notariaat houdt dat dus onder zich, maar Chitou zou er tussen kunnen zitten, want een andere oudnotaris zegt: “Als kandidaat-notaris ging hij al de fout in. Hij veranderde na ondertekening teksten, wat een doodzonde is. Desondanks is hij uiteindelijk notaris geworden, maar je verandert de aard van het beestje niet. Van de twintig notarissen is het gros in orde, maar bij minstens drie kan je vraagtekens zetten. Het gaat vaak om witwassen. Dat wildvreemden met gigantische kontante bedragen aan komen zetten. Chitou heeft een Porsche en een BMW uit de 6-serie, dan weet je het wel. Hij is een alleseter. Ze nemen alles aan waaraan ze kunnen verdienen. Of hij geschorst is geweest of een berisping heeft gehad? Zou goed kunnen.”
Grote Combéweg 13
De Parbode-redactie kreeg de tip dat er grondboringen werden verricht op het terrein van dit prachtige monument pal naast Zus & Zo. Het pand is kort geleden gekocht door Guillermo Samson, directeur van een opleiding in bedrijfswetenschappen, die op de bovenverdieping van een foeilelijk betonnen gebouw gehuisvest is, aan de andere kant van het guesthouse. Door de grondboringen is Gebouwd Erfgoed bang dat het pand tegen de vlakte zal worden geslagen en er nieuwbouw met verdiepingen voor in de plaats komt. “Het staat op instorten meneer, gaat u zelf maar kijken”, antwoordt Samson op de vraag wat hij van plan is. Of hij wist dat het een monument was en dat het niet gesloopt mag worden? Dat wist hij inderdaad, maar “ik denk er nog over na”. Waarover hij nadenkt, blijft de vraag. Maar het zal niet over restaureren zijn gegaan, want een dag of tien voor ons telefoongesprek, zo bleek later, had hij de sloopaanvraag al ingediend bij het ministerie van Onderwijs, waar Monumentenzorg onder valt. Is Samson een meester in glijdend taalgebruik? Zoals zijn university niets meer is dan een particuliere opleiding, net zo gemakkelijk beweert hij dat een monument op instorten staat. Hij is zelf nooit te beroerd de medemens de maat te nemen, zelfs tot in de ministerraad is gesproken over het radioprogramma van Samson, waarin hij denigrerende opmerkingen zou hebben gemaakt jegens diverse ministers. ‘Samson zegt dat hij zich ergert aan corruptie en vriendjespolitiek. Hij vindt daarom dat ongezouten de waarheid moet worden gezegd en dat wantoestanden aan de kaak moeten worden gesteld in de hoop dat deze ophouden’ (Starnieuws, 1 juli 2013). Altijd een grote mond gehad over andere mensen, maar zelf buiten schot gebleven. Tot nu toe dan, want hierbij stellen we vast dat het monumentale pand met uitzicht op Palmentuin helemaal niet op instorten staat. Volgens een deskundige staan alle balken kaarsrecht en moeten er alleen nieuwe planken aan de buitenkant komen, wat een eenvoudige cosmetische operatie is. Dit wordt bevestigd door Fokké: “Dat het op instorten staat, is nonsens. Ik ken slechtere panden die gerestaureerd zijn. Stadsherstel had er ook een oogje op, dan is het toch duidelijk?” Erfgoed komt in actie. Bij Zus & Zo wordt een briefje met telefoonnummers achter de bar gehangen die het personeel moet bellen als er in het geniep gesloopt wordt. De Commissie Monumentenzorg timmert een plakkaat op het pand, zodat de eigenaar weet dat het om een beschermd monument gaat, maakt daar foto’s van en doet een brief in de bus bij de hogeschool. Een collega van Fokké mailt rond: ‘Als hij het toch sloopt dan is het met voorbedachte rade en zullen we de rechter vragen de man een jaar op te sluiten. Test case! Geen boete meer’. Fokké schrijft naar Openbare Werken dat ‘het pand van wezenlijk belang is voor de handhaving van het historisch straatbeeld van de Grote Combéweg en dat het valt binnen het Unesco Werelderfgoed’ en besluit met de vraag ‘of er door OW een bouwvergunning is verstrekt, aangezien de indruk wordt gewekt dat men elk moment kan starten met bouwwerkzaamheden. Er hebben al sonderingen plaatsgevonden, hetgeen erop duidt dat men de lucht in wil. Zou je ons op heel korte termijn kunnen inlichten of er een bouwvergunning is verstrekt en of de Bouwcommissie het ontwerp heeft beoordeeld?’ Bij het ter perse gaan van deze Parbode was niet bekend of Samson de sloopvergunning krijgt, maar het lijkt onwaarschijnlijk.
Costerstraat 24
Het sterk vervallen houten huis op de hoek van de Koninginnestraat is van de Chinese winkel Man Li ernaast. Michel Man, zoon van de eigenaar, staat achter de toonbank en vertelt: “Het was van mijn opa, nu is het van mijn vader. Er zijn op een dag ambtenaren gekomen, het was een Hindostaanse meneer van Onderwijs, die kwam met de beschikking dat het een monument zou worden. Maar mijn vader kan niet lezen, dus ging het alleen mondeling. De Hindostaan vertelde dat het ministerie zou helpen als we op een dag zouden renoveren, dat het dan de helft zou betalen. “We hebben het niet zo breed, dus wij zijn blij als we hulp aangeboden krijgen. Toen heeft mijn vader getekend, dat was in 1999, terwijl ze nog niet eens klaar waren met die nieuwe Monumentenwet, die in 2002 kwam. Maar dat kan toch niet! Ze hadden moeten komen om te vragen of we nog steeds akkoord zijn, of die handtekening nog klopt. Later zeiden ze dat ze nooit beloofd hadden mee te betalen. Mijn vader kwam van China, was vol goed vertrouwen. “Het probleem is financieel, want hout is veel te duur. Dus willen we het in steen uitvoeren, maar dan zodanig schuren dat het op hout lijkt. Dat mag niet. Ik mag wel van steen bouwen, maar dan moet er hout tegenaan. Maar dat is nog duurder. We hadden een tekening laten maken door een architect van die organisatie, maar daar wilden we dingen in veranderen. Daar gingen ze niet mee akkoord. Wat zij willen veranderen mag wel, maar wat wij als eigenaar willen veranderen mag niet, dat vind ik een beetje oneerlijk. We willen het ook iets groter bouwen, zo klein als vroeger woont toch niemand meer? En wat als bijvoorbeeld iemand daar een auto parkeert en er valt iets van het huis op? Gaan zij van die monumenten dat betalen?” Philip Dikland, die de restauratiearchitect bleek te zijn geweest: “In 2011 benaderde de eigenaar Monumentenzorg met het verzoek het te mogen slopen. Dat mag niet, het is immers een monumentje. Monumentenzorg heeft de eigenaar toen geholpen door gratis een bouwplan en begroting op te stellen voor de restauratie. Dat is deskundig en snel gebeurd, de eigenaar hoeft dus echt niet over de overheid te klagen! Het plan viel niet in goede aarde, en de eigenaar heeft geen enkele moeite gedaan om tot uitvoering over te gaan. Er wordt geklaagd over de kosten. Die zullen inderdaad behoorlijk zijn, want de eigenaar heeft het pand volledig laten verrotten. Had hij het regelmatig onderhouden, dan zou dat probleem er nu niet zijn.” Stephen Fokké: “Daar komt bij dat Stadsherstel Paramaribo de eigenaren ook nog had benaderd om het vervallen monument te kopen, zodat het gerestaureerd zou worden. De man wilde niet verkopen en zei dat hij het pand zelf zou aanpakken. We weten intussen wel wat die aanpak van hem is…”
Justitie straft liever bromfietsdieven
Snelle jongens als Sardjoe, Samson en Chitou gaan bij voorkeur hun eigen gang. Ze willen dingen regelen, zoals ze alles regelen. Al zou het presidentieel paleis voor een winkelcentrum gesloopt moeten worden: eigen gewin gaat bij hen boven cultuur. En niemand doet er wat aan, want hoe duidelijk de monumentenwet ook is in het opleggen van sancties, er gebeurt helemaal niks mee. Stanley Sidoel, directeur Cultuur op het ministerie van Onderwijs, zegt in de Ware Tijd van 20 november 2010 ‘het beu te zijn dat de wet op een papieren tijger lijkt. Met de wet in de hand zal illegale sloop worden aangepakt, zelfs als je een raam wil veranderen, moet dat in overleg’. Mooie praat, want Sidoel is als directeur zelf een papieren tijger, zijn invloed is minimaal. Stephen Fokké van Gebouwd Erfgoed: “Er is van diverse sloopgevallen aangifte gedaan, maar het is nog nooit zover gekomen dat sancties daadwerkelijk zijn toegepast. Na aangifte blijven zaken liggen”. Parbode probeerde uit te zoeken waarom Justitie niets doet. Te beginnen bij politiebureau Keizerstraat, waar veel aangiftes zijn gedaan en waar we willen vragen of ze daar misschien nog liggen? Dat zou een boel verklaren. De Chef van Dienst, inspecteur van Politie derde klasse J. Iswardath, keurt ons geen blik waardig. De inspecteur tuurt geconcentreerd op zijn computer en bromt kort op onze vragen. Het beeldscherm heeft zijn volle aandacht. Zou hij ons echt willen helpen en de dossiers in zijn systeem nalopen? Dat willen we zien, maar als we achter zijn bureau gaan staan, begrijpen we dat hij al die tijd een computerspelletje speelde. Hier komen we dus niet verder. Dan naar het parket, of de aangiftes daar aangekomen zijn? Er zit een ambtenaar achter een tafeltje. Of hij ons kan vertellen waar de aangiftes zijn, en hoe het er mee staat? Hij geeft ons een telefoonnummer, maar daar wordt nooit opgenomen. Dagen later bereiken we via het centrale nummer chef administratie mevrouw Arichero, die belooft het uit te zoeken. Ze zal ons terugbellen. Maar dat doet ze niet, ook hier komen we niet verder. Parbode belt vervolgens de procureur-generaal, die uitlandig blijkt te zijn. Maar we kunnen zeker mailen, zegt iemand aan de lijn, een zekere mevrouw Van Dijk. Dat doen we: ‘Ik hoorde van Stephen Fokké van Erfgoed dat er af en toe door hem aangifte wordt gedaan, maar dat er nooit wat mee gebeurt. Mijns inziens de kern van het probleem, want het slopen gaat door. Jammer, want het Surinaamse goud staat boven de grond. Wat is uw mening hierover? Wat is het beleid? Waarom worden er geen straffen uitgedeeld? Bijvoorbeeld de illegale sloop van Watermolenstraat 1 door de Straatcodeloterij koning Sardjoe. Erfgoed deed 9 november 2010 aangifte. Hoe staat het na bijna drie jaar daarmee?’ Geen antwoord. Geen inzicht in diepere oorzaken, maar de feiten spreken voor zich, want in Suriname zitten niet de snelle jongens achter de tralies, maar de schlemielen. ‘Rechter Dinesh Sewratan heeft een bromfietsdief voor drie jaren verplicht naar de gevangenis verwezen. De dief heeft samen met een kameraad, een 87-jarige man van zijn bromfiets beroofd. De onfortuinlijke man had bromfietspech en de mannen kwamen hem helpen. Toen het lukte de bromfiets rijdend te krijgen, reden zij ermee weg en duwden de seniore burger omver. De politie kon een van de dieven te pakken krijgen en hij zal drie jaar moeten brommen’ (Korps Politie Suriname, 29 november 2010). Het justitieapparaat werkt dus wel, maar legt andere prioriteiten, die op klassenjustitie wijzen. Zo wordt slopen van monumenten door de elite niet bestraft, maar in feite gestimuleerd, terwijl er rond monumentenzorg juist veel goede ontwikkelingen te melden zijn: de status van de Werelderfgoedlijst, de duidelijke monumentenwet, een actief Erfgoed en een voortvarende Commissie Monumentenzorg. Er is zelfs een NV Stadsherstel opgericht, die met een bescheiden startkapitaal panden restaureert, zoals onlangs Julianastraat 56. En er komen nieuwe monumenten bij, vertelt Fokké en mailt een lijst met 25 panden, allemaal in het centrum van Paramaribo, die in 2011 op de lijst zijn geplaatst. Veel Keizerstraat, Heerenstraat en Nassylaan, en hij bereidt een nieuwe aanwijsronde voor in 2014. Fokké: “Doordeweeks plaatsen we elke avond op Facebook een erfgoedquiz, waarbij de bezoekers aan de hand van een foto van een historisch gebouw een vraag wordt gesteld. Zo hopen we de Surinamers wat bewuster te maken van hun erfgoed.”
Onderhoud te kostbaar
De mentaliteit verandert dus. Zo worden door goedwillende mensen monumenten gered, maar er is ook een andere trend. Nu de sancties duidelijk zijn en de controle toeneemt, willen eigenaren van hun monument af. Het onderhoud is te kostbaar, want er zijn geen subsidies voor restauratie. En als je gezagsgetrouw bent, de wet wil respecteren, dan sloop je niet, maar gaat het pand voor weinig in de verkoop. De vorige eigenaar van Watermolenstraat 1 kreeg hoge biedingen op zijn pand, mits hij het van de monumentenlijst zou kunnen schrappen. Dat lukte niet en zo kon Sardjoe het uiteindelijk voor een luttel bedrag kopen, om het in een weekend alsnog plat te gooien. Tot nu toe komen alle slopers van Werelderfgoed daarmee weg. Gebouwd Erfgoed geeft de strijd niet op. Als de aangifte tegen Sardjoe bij politieagent Melvin R. Post tot niets gaat leiden, dan zoekt Fokké het hogerop, want “mocht de nieuwe eigenaar toch een bouwvergunning krijgen voor het opzetten van nieuwbouw op de nu blote kavel, dan gaan we dit aankaarten bij het Werelderfgoedcentrum van Unesco en dan zullen de autoriteiten ter verantwoording worden geroepen.”