Muziek&Zo, sept 2010
Suripop XVI
Het Suriname Popular Songfestival (SuriPop) wordt om de twee jaar gorganiseerd door de Stichting ter Bevordering van Kunst en Cultuur. Ook dit jaar is één van de twaalf finalenummers beloond met de Jules Chin A Foeng trofee: ‘Wan Krin Potreti’van Ornyl Malone. Eigenlijk is hiermee allesover ‘SuriPop XVI’ gezegd. Dit gevoel heerst al een paar edities; het is monotonie troef.
Gelukkig ligt het niet aan mij; ik ben in de periode tussen het lanceren van het album en het schrijven van dit stuk door drie mati’s gevraagd of het album echt saai is. Hoe kan dit? Ik kan me herinneren dat – zeker tot en met SuriPop V – de creativiteit en variatie van de nummers afspatten. Daarna deed de eentonigheid langzaam haar intrede. Per album haalde je met moeite twee of drie nummers die qua creativiteit en kwaliteit van de compositie (zowel tekst als muziek) boven de rest van het album uitstaken.
Met ‘SuriPop XVI’ is wat dit betreft voorlopig het dieptepunt bereikt. Met de geluidskwaliteit is niets mis en ik denk dat de arrangeurs een enorm beroep hebben moeten doen op hun creativiteit om van de aangeleverde composities toch iets acceptabels te maken. Vooral het nummer ‘Fosten Uma’ is voor wat betreft arrangement en muziek best aardig, maar de tekst is weer een heel stuk minder. Wat is er dan mis met de composities? Het lijkt allemaal te weinig op Surinaamse muziek. Ik meen te weten dat de bedoeling van dit evenement is, om populaire Surinaamse muziek onder de aandacht van het grote publiek te krijgen. En dat de componisten hierop inspelen met hun creativiteit. Voor zowel tekst als muziek is dit laatste echter ver te zoeken. Ik weet zeker dat de ballade niet het populairste Surinaamse muziekgenre is. Toch treffen we op dit album negen(!) ballads en drie zogenoemde ‘up tempo’ nummers. Met de muziekstromingen die in Suriname aanwezig zijn, moet het toch veel gevarieerder kunnen? Eigenlijk weiger ik te geloven dat dit de twaalf beste composities zijn uit de ongetwijfeld vele nummers die als reactie op de oproep van de Stichting opgestuurd zijn. Wat daarom ook een interessante vraag is: wie beoordeelt, selecteert en stelt uiteindelijk vast welke composities in de finale komen? Het roer moet absoluut flink om. Anders ben ik bang dat SuriPop een roemloze dood sterft. Ik koop sinds een aantal afleveringen het album nog slechts als verzamelobject.
Suripop XVI, Suriname Popular Song Festival 2010, Stichting ter Bevordering van Kunst en Kultuur in Suriname
Gesignaleerd: FILS DU PEUPLE
Ray Neïman heeft Surinaamse ouders, woonde jarenlang in Frans-Guyana en veroverde vanuit de Franse hoofdstad Parijs het Europese continent met zijn muziek.
De liedjes van zijn allernieuwste cd, ‘Fils du Peuple’,
zijn even divers als de zanger zelf. Van rustig en ingetogen tot swingend en sexy valt te beluisteren, zoals de bekende hit ‘Fais Moi Danser’. Neïman schakelt voortdurend over van het Frans naar het Engels of het Sranan. Om het even welke taal of stijl hij speelt, de
dertien nummers liggen stuk voor stuk lekker in het gehoor.
Fils du peuple, Ray Neïman, 2010