Naar een nieuwe toekomst van Suriname: De Organisatie van Voorspoed: Versterking en Ontwikkeling van de Particuliere Sector
In deze editie een interview met Steve Silos, organisatie- en managementdeskundige, landbouwkundige en industrieel econoom. Steve presenteert een innovatief model om het ambtenarenapparaat zonder extra kosten te saneren, terwijl tegelijkertijd de particuliere sector – de motor van de economie – ontwikkeld wordt. Het model dat Steve het ‘Lokaal Direct Investeringsmodel’ noemt is het intellectueel eigendom van de gehele samenleving en absoluut niet van hem alleen, zegt hij.
Tekst Maureen Silos
Onafhankelijkheid: van de regen in de drup
1975 was een ‘markant jaar voor de Republiek Suriname’, zegt Steve over het staatkundig onafhankelijk worden van Nederland. Hij verduidelijkt dit aan de hand van een anekdote van een goede vriend. Zijn vriend, vertelt Steve, was dat markante jaar op 25 november als klein jochie met zijn vader meegegaan naar het feestgedruis op het Onafhankelijkheidsplein. “Zittend op de schouders van zijn vader vroeg hij: ‘Papa, waarom zijn al die mensen zo blij?’. En papa zei tegen hem: ‘Wel, die bakra’s zijn weggejaagd en de basya’s hebben het overgenomen’. De basya’s waren in de plantagetijd zwarte knechten die met lange zwepen namens die witte man onze voorouders tot bloedens toe sloegen. En dat is symbolisch nog steeds zo in Suriname.”
Oftewel van de regen in de drup, met dien verstande dat de ontwikkeling van Surinamers nu door eigen mensen wordt verhinderd. De angst voor represailles en rancune van bovenaf is er nog altijd, wat zich uit in onderdanigheid. “Die onderdanigheid is nodig om de positie van die basya’s te bestendigen en wordt beloond met een baantje bij de overheid”, zegt Steve over het hierdoor disproportioneel uitgedijde ambtenarenapparaat. “Een ‘waterhoofd’ van meer dan zestigduizend personen op een werkende bevolking van amper 220.000. Meer dan 25 procent van de werkende bevolking is bij de overheid in dienst. Zo’n economie zal nooit succesvol zijn.”
Zet dat af tegen het bedrijfsleven dat bestaat uit zo’n tien- tot vijftienduizend bedrijven, voornamelijk kleine en middelgrote. Steve: “Ga daarbij na welke bedrijven echt typisch industrieel zijn, welke importhandelshuizen zijn en hoeveel ervan eenmansbedrijven zijn. Een overheidsapparaat van meer dan zestigduizend ambtenaren is hoe armoede in Suriname wordt georganiseerd en in stand wordt gehouden.”
Het ambtenarenapparaat is na 1975 willens en wetens tot een ‘waterhoofd’ gemaakt om zo grote delen van de bevolking afhankelijk te houden. “Ook dat is een vorm van onderdrukking. Mensen zijn namelijk elke dag bang dat ze hun brood zullen verliezen vanwege de wispelturigheid van die basya-werkgever. Als je niet onderdanig bent, een eigen mening of die andere politieke kleur hebt, is de kans zeer reëel dat je brodeloos wordt door rancune.”
Steile piramides
Deze vorm van afhankelijkheid leidt tot een ‘commandosysteem’ en een samenleving die qua verhoudingen uit steile piramides is opgebouwd, waarin het democratisch gehalte ver te zoeken is. “Geen enkele politieke partij in Suriname is democratisch en daarmee begint het al”, stelt Steve. “Elke politieke organisatie is ook een steile piramide. Evenals in primitieve organisaties en bedrijven heb je nog steeds opvattingen als: ‘Je bent mijn ondergeschikte’ en ‘Mijn mensen dit’ en ‘Mijn mensen dat’. Met andere woorden: je bent mijn eigendom. Het geeft een bepaald achterlijk bewustzijn weer.”
Afvlakken piramides
Steve: “Gaandeweg zie je dat de Surinaamse bevolking echt de behoefte heeft aan het afvlakken van die steile piramides. Maar dat zou betekenen dat personen aan de top dichter bij de basis komen en daardoor makkelijker kunnen worden vervangen. Daarom willen zwakkelingen aan de top die piramide zo steil mogelijk houden, want hoe hoger je vertoeft, hoe minder verantwoording je hoeft af te leggen aan de basis. Je bent onaantastbaar geworden en sommigen gedragen zich zelfs als een God om te bepalen wie doodgaat en wie blijft leven.”
Doordat veel ambtenaren hun baan hebben gekregen als ‘beloning’ voor hun onderdanigheid, is de angst groot dat hen die ook als straf of uit rancune zo weer kan worden ontnomen. “Veel ambtenaren verliezen hierdoor hun zelfrespect en eigenwaarde”, stelt Steve. “Dat is humanitair niet goed omdat je moet buigen voor die ‘meerdere’ en nederig moet zijn. Je kan je eigen gedachten niet met anderen uitwisselen, want je kan ervoor afgestraft worden. Men is immers buiten de orde van deze ‘meerderen’. Hun orde betekent de wettelijke voorschriften van het land aan hun laars lappen. Wie niet gehoorzaamt wordt beticht van ‘plichtsverzuim’, maar dat is een plichtsverzuim tegenover hun orde en niet tegenover de rechtsregels van het land.
“Eenieder die in deze overheidsstructuur functioneert, loopt tegen hetzelfde probleem aan. Mensen zijn elke dag bang dat ze hun brood zullen verliezen omdat degenen die hen hebben aangetrokken, diezelfde mensen zijn die hen weer op straat kunnen zetten. Dus je moet je voorstellen dat zestigduizend mensen op de loonlijst staan van een apparaat dat terreur uitvoert. Het is een katibo die we onszelf hebben aangedaan sinds de Onafhankelijkheid en we moeten onszelf daarvan bevrijden.”
Sanering overheidsapparaat
Er wordt al decennialang geroepen om sanering van het ambtenarenapparaat. Menige politieke partij zegt hiervan de noodzaak in te zien, maar durft de daad niet bij het woord te voegen. Het onderdrukkingssysteem van anderen afhankelijk houden, kunnen en willen politici maar moeilijk uit handen geven.
Steve heeft een oplossingsmodel uitgewerkt voor sanering van het overheidsapparaat, waarbij ambtenaren vrijwillig en zonder vrees voor inkomensverlies ervoor kunnen kiezen de overstap te maken naar de particuliere sector. Steve: “Er zijn voldoende ondernemingen waar ex-ambtenaren te werk gesteld kunnen worden. Maar op dit moment is de productiecapaciteit van die ondernemingen zodanig dat zij deze salarisuitgaven niet kunnen betalen. Dat terwijl veel ambtenaren ook iets willen leren in plaats van duimen draaien en bang moeten zijn voor broodverlies.”
Monetair neutraal
Zijn oplossingsmodel is vooral fiscaal van aard en er is geen sprake van monetair financieren. Steve: “We denken in Suriname te veel in de richting van vergroting van de geldhoeveelheid wanneer er bepaalde sociaaleconomische vraagstukken opgelost moeten worden. Terwijl er een fiscaal instrument voorhanden is dat we kunnen hanteren zonder de in omloop zijnde geldhoeveelheid te vergroten. Hierdoor ontstaat er ook geen inflatoire druk op de waarde van ons geld.”
Het oplossingsmodel behelst dat ambtenaren die bereid zijn vrijwillig over te stappen naar de particuliere sector – hetzij in loondienst, hetzij als zelfstandige ondernemer – binnen het saneringsprogramma voor minimaal vijf jaar hun ambtenarensalaris doorbetaald krijgen. “Het betreft geld dat de overheid sowieso al zou hebben uitgegeven”, benadrukt Steve. “Uiteindelijk komt het erop neer dat de geldhoeveelheid in omloop niet wordt vergroot. Het is dus monetair neutraal. Dit is een fiscaal ontwikkelingsmodel.”
Binnen het saneringsprogramma kunnen ambtenaren op twee manieren uittreden. Door middel van de ‘Vrijwillige Uittredingsregeling’ (VUT) en door middel van de ‘Flexibele Pensioen- en Uittredingsregeling’ (F-PUT). Beide groepen vormen de pool van nieuwe particulieren. Steve: “Stel bedrijf X heeft behoefte aan drie extra werknemers maar heeft voor deze uitbreiding niet de financiële ruimte. Dan wordt dit bedrijf voor vijf jaar voorzien van drie extra werknemers zonder dat het hun salarissen met alle andere bijkomende sociale lasten hoeft te betalen.”
Opleidingscentrum kleine ondernemers
Zij die ervoor kiezen een eigen bedrijf te beginnen worden opgeleid in een ‘Opleidingscentrum voor Zelfstandige Nieuwe Kleine Ondernemers’. Deze NKO’s krijgen daar de basiselementen van ondernemen bijgebracht zoals administratie en technische aspecten. En doordat zij hun overheidssalaris vijf jaar doorbetaald krijgen, kunnen zij zonder financiële zorgen hun bedrijf opzetten en opbouwen. Zo wordt het overheidsapparaat efficiënt en minder verkwistend gemaakt onder toeziend oog van een Commissie Sanering Overheidsapparaat (CSO).
Privatisering parastatale bedrijven
Parallel met het saneringsprogramma loopt er een privatiseringsprogramma onder toeziend oog van de Commissie Privatisering Parastatalen (CPP). Een bepaald percentage van de inkomsten uit het privatiseringsprogramma komt ten goede van een Investeringsfonds Particuliere Sector.
Over hen die nieuwe kleine ondernemers willen worden, zegt Steve: “Allerlei dienstverleningsactiviteiten bij verschillende ministeries kunnen worden uitbesteed aan deze ex-ambtenaren die het werk kennen. Zij krijgen een tienjarig contract dat elk jaar bijgesteld wordt zodat zij die dienstverleningen kunnen uitvoeren onder strikte kwaliteit en prestatievoorwaarden.
“Op deze wijze kan het overheidsapparaat op een sociaal-maatschappelijke en financieel verantwoorde wijze worden gesaneerd, met daarachter een productieplan. Men kan rustig zijn of haar ding doen en wordt vijf jaar doorbetaald. Daarbovenop zijn er onder andere stimuleringsprogramma’s, opleidingen en zachte leningen. Zo kan de ontwikkeling, die we allemaal willen, worden gefinancierd zonder vergroting van de geldhoeveelheid of buitenlands kapitaal. Laten we dan efficiënt en productief gaan werken met meerwaarde zodat mensen hun zelfrespect en eigenwaarde kunnen vergroten en de keuze hebben om bij een bedrijf te gaan werken of zich te vestigen als zelfstandige kleine of middelgrote ondernemer.”