Nalatenschap van een fijnproever
Het is deze maand een jaar geleden dat Clark Accord overleed. Dit wordt herdacht met een reeks activiteiten rond de elfde, zijn sterfdag. Elders in dit nummer kunt u een Memre over Accord lezen. “Hij had nog zoveel willen doen”, zegt ‘grote zus’ Mavis in dat artikel. Anne Huits praat met haar over die plannen en de voortzetting daarvan. Onvermijdelijk komt ook zijn lijden en overlijden ter sprake.
We zitten op het erf aan de Van Idsingastraat, waar Clark is opgegroeid en waar zijn moeder nu nog woont. Het is een ‘cultureel’ erf, hier en daar een vaas of kan half in de aarde, anesi wiwiri, de grote variant, bloeien volop, kotomisi’s dragen hun paarse koto uitdagend. Het is een rustige zonnige zondagochtend, geen verkeerslawaai, geen muziek, stilte.
Fijnproever
Clark had nog zoveel plannen. Hij wilde op de eerste plaats terug naar zijn land. Niet om stil te zitten, want dat was niks voor de bezige duizendpoot die hij was. Nee, een make-upschool moest er komen en, oh ja, een restaurant. Hij zag het voor zich, een gelegenheid van kwaliteit, op het erf aan de Van Idsingastraat, een uiterst geschikte plaats meende hij. De oriënterende gesprekken waren al gaande. Het moest een plek worden waar je rustig zou kunnen zitten. Een plek ook waar je interessante gespreken zou kunnen voeren over literatuur bijvoorbeeld, of over de politiek, maar waar je ook gewoon een krant kon lezen en, uiteraard in deze tijd, internetten. En niet in de laatste plaats een plek waar je vooral lekker zou kunnen eten.
Zelf was Clark een echte fijnproever. Op zijn ziekbed leerde hij Mavis nog hoe ze op basis van een zuivere bouillon, zachtjes sudderend op een laag vuurtje, een echte chinesetayersoep moest bereiden. Zo en niet anders! Het ziekenhuis waar hij de laatste periode van zijn leven doorbracht, was voor hem een ware bezoeking. Hij hield niet van het ziekenhuis en al helemaal niet van het eten. En ook daar lag het plan al klaar, er moest in de toekomst een heus restaurant komen met een keuzemenu.
Talent
De familie zet zich na zijn overlijden in, elk lid op zijn of haar eigen wijze en elk naar eigen vermogen, om de nalatenschap van Clark Accord zo goed mogelijk te beheren. In de maand mei, rond de dag van zijn overlijden op 11 mei, zijn er verschillende activiteiten georganiseerd.
Dit jaar houdt Cynthia MacLeod op 9 mei een lezing over de historische romans van Clark. De lezing wordt verzorgd in het Cornerhouse aan de Waterkant of bij On Stage in de Wulfingstraat. De berichten over de schrijfwedstrijd hebben de samenleving via diverse kanalen al bereikt. Op 11 mei maakt de jury de winnaars van die schrijfwedstrijd bekend. Het beste verhaal wordt dan bekroond met de Clark Accord Talent Award.
Van 7 tot 11 mei organiseert het bestuur van de Clark Accord Foundation een scholenprogramma met voorlezingen uit het onlangs verschenen boek Plantage d’Amour. Na de lezing zullen er discussies met de leerlingen plaatsvinden over de onderwerpen uit het boek. Leerlingen van diverse scholen van het voortgezet onderwijs, waaronder het Surinaams Pedagogisch Instituut en het Christelijk Pedagogisch Instituut, mogen uitzien naar deze activiteit. Maar vanaf volgend jaar zal maart, zijn geboortemaand, de ‘Clark Accord-maand’ zijn, in ieder geval voor de familie Accord en hopelijk voor de rest van de samenleving.
Hardhout
Een ander project is de dagopvang voor senioren: Jeanette’s Day Care in oprichting. Op het achtererf van de familie is een grote solide tent gebouwd van duurzaam hardhout uit Berlijn. Hier krijgen senioren met een lichamelijke beperking een zinvol dagprogramma aangeboden. Ze worden bovendien voorzien van gezonde voeding. In de aanpalende Clark Accord lounge kunnen de ouderen zich terugtrekken op de gemakkelijke stoelen en banken, bijvoorbeeld om een boek van Accord uit de boekenkast te nemen, of om een babbeltje te maken en ervaringen uit te wisselen. In aanbouw zijn een toilet en douchegroep. In de toekomst verwacht men vijfentwintig geestelijk gezonde ouderen met een lichamelijke beperking te kunnen accommoderen.
Clark was begaan met het lot van ouderen, vooral die ouderen die eindjes in handen hebben, maar ze onmogelijk nog aan elkaar konden knopen. En daarvan hadden en hebben we er nogal wat in ons mooie land. In het jaar 2000 richtte Accord de Stichting Wilhelmina Rijburg op, vernoemd naar de hoofdpersoon uit zijn debuutroman De koningin van Paramaribo. De stichting zette een duurzaam maaltijdenproject in Suriname op.
Creatief
Niet alleen de situatie van senioren in ons land had de aandacht van Accord, ook zijn collega-schrijvers. Die mensen, wist hij uit eigen ervaring, hebben een plek nodig waar ze zich terug kunnen trekken om rustig en ongestoord met hun werk bezig te zijn. Een dergelijke plek wilde hij creëren. Het plan voor een ‘rustig huis’ voor schrijvers wordt nader uitgewerkt, mogelijk in samenspraak met de afdeling Cultuur van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. De gedachten gaan uit naar een plek als Berlijn. Dat is niet zo’n vreemde gedachte, want de familie Accord komt van oorsprong uit die plaats. Clark bezat daar een stukje grond. Mogelijk dat in de toekomst Berlijn onderdak kan bieden aan schrijvers die op zoek zijn naar rust.
Clark was ziek, maar een groot deel van zijn activiteiten gingen door. Hij was producer van een programma als Black Ink, om het zwart bewustzijn te bevorderen, verzorgde een talkshow op de Amsterdamse televisiezender AT5, hij was creatief directeur van het productiehuis Sunshiptree, werkte samen met Anousha Nzume, stond aan de wieg van een stilistenschool in Nederland en tussen haakjes ook van Artlab in ons eigen land.
Tijdens zijn ziekte sprak hij met arrangeurs, en stemde hij af over de film die gemaakt zou worden aan de hand van zijn boek De koningin van Paramaribo. Het was thuis en in het ziekenhuis een komen en gaan van mensen. Mavis: “Er lag zo veel op zijn bordje, en hij deed te veel in zijn eentje.”
Band
Ook Clark kwam en ging naar het ziekenhuis, weer naar huis en, soms met spoed, terug naar het ziekenhuis. Als verpleegkundige wist hij dat een opname op de afdeling oncologie weinig goeds beloofde. De chemokuren waren een aanslag op zijn conditie. Na de eerste kuur stond hij voor de keus: ‘ga ik door of niet’. ‘Wat zou jij doen’, was de onmogelijke vraag aan zijn zus. Het antwoord: ‘Jij zit er in, met je volle verstand, jij bepaalt, jij beslist’. Na de eerste chemokuur vertrok Mavis naar ons land. De bedoeling was dat Clark na zijn tweede kuur ook naar Suriname kwam om daar aan te sterken. Maar binnen twee weken was het Mavis die overhaast terugkeerde naar Nederland om een doodzieke Clark aan te treffen in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. Hij was sterk achteruit gegaan. “Hij lag daar, hij was zo zwak. Ik voelde me schuldig. Ik dacht, ‘was ik maar niet weggegaan’.”
“Over de dood sprak hij nooit, alleen maar over het leven, de toekomst. ‘Mavis’, zei hij, ‘wij gaan dit ook klaren’. Als ik serieus had gedacht dat hij niet lang meer te gaan had, had ik over andere dingen kunnen praten.”
Steeds wanneer Clark het thuis niet meer redde, ging hij naar het ziekenhuis en vervolgens enigszins opgeknapt terug naar huis. Totdat terugkeer naar huis niet meer mogelijk was. Toen werd zijn ziekenhuiskamer gereshuffeld tot een woonvertrek. Elke dag kwam er een gebedsgroep op bezoek om te bidden en te zingen, er is de constante aanwezigheid van familie en vrienden die afwisselend de wacht houden. “Het ziekenhuispersoneel had zoiets van, ‘wat moeten we met deze familie’. Totdat ze begrepen dat Clark niet zo maar iemand was. Vanaf die dag ontstond er een band met het personeel.”
Zucht
Clark had als visagist oog voor schoonheid en een zekere mate van ijdelheid was hem niet vreemd. Dat bleek ook die ene keer dat hij indirect toch over zijn heengaan praatte: “Mavis, als het echt niet meer gaat, als het misgaat, ik heb in de kast een wit pak en een rode das.”
De dag van zijn overlijden zit Mavis aan zijn bed. De overige familieleden zijn, om even de zinnen te verzetten, naar een Bob Marley memorial event. Opeens hoort Mavis een hele diepe zucht. “Ik kijk, ik denk: ‘volgens mij is hij er niet meer’ en roep de verpleegkundigen.” Die bevestigen haar angstig vermoeden. Ze is verdwaasd, dat kan toch niet. Ze belt de familie. ‘Waar blijven jullie? Jullie moeten Clark terughalen!’ Binnen de kortste keren is de kamer gevuld met mensen.
Leeuwin
Soms voelt Mavis, die zelf werkt als holistisch natuurgeneeskundige, zich nog boos worden als ze denkt aan zijn overlijden. Op die momenten vraagt ze zich af wat ze voor hem heeft kunnen betekenen. Aan de andere kant weet ze dat ze goed voor Clark heeft gezorgd en dat hij zich bij haar veilig voelde. Ze heeft drie maanden als een leeuwin gevochten voor zijn gezondheid met verantwoorde voeding en liefdevolle aandacht.
Mavis: “Hij zou niet weggaan, hij kon niet weggaan. We hadden een afspraak, samen zouden we Plantage d’Amour afmaken. Dat kon ik niet alleen.” Plantage d’Amour moest een drieluik worden. Dankzij de uitgever is het boek uitgebracht in de staat waarin het verkeerde. Het eerste deel was klaar, de aantekeningen voor deel twee zijn meegenomen. Maar een drieluik zal er niet meer komen.