Nasi koenjit (Gele rijst)
Oorsprong
In Suriname noemen we het meestal gewoon ‘gele rijst’, en het wordt vooral geserveerd bij feestelijke gelegenheden zoals een huwelijk of verjaardag. Maar er is natuurlijk niets op tegen om het ook op een ‘gewone’ dag op tafel te zetten. Koenjit is de van oorsprong Maleisische naam van een specerij. Die wordt gemaakt van de wortel van een plant die luistert naar de naam kurkuma of curcuma longa. In het Nederlands wordt het Indiase geelwortel genoemd. Het zorgt voor de gele kleur van de rijst, en is tevens een onmisbaar bestanddeel van kerriepoeder. Koenjit is mild bitter van smaak en heeft een zeer herkenbare geur. Tegenwoordig wordt het grootste deel van de kurkuma in India geteeld en geoogst. Kurkuma wordt in Azië niet alleen gebruikt om rijst mee te kleuren, maar wordt ook verondersteld te werken als medicijn tegen allerlei ziektes, zoals trombose en hersenaandoeningen.
Benodigdheden
500 gram rijst
1 blik kokosmelk
2,5 beker water
1 kleine ui
5 teentjes knoflook
5 eetlepels olie
2 eetlepels koenjit
4 takjes citroengras
4 plakjes laos
4 kleine stukjes salamblad
1 theelepel adjee
zout naar smaak
Bereidingswijze
Doe de rijst in een diepe rijstpot. Wassen en even laten uitlekken. De kokosmelk met 2,5 beker water in een karaf mengen. De olie in een pan verhitten en hierin de fijngesneden knoflook en ui lichtbruin bakken en vervolgens aan de rijst toevoegen. Voeg eveneens de verdunde kokosmelk, het citroengras, laos, salamblad, adjee, koenjitpoeder en zout toe en meng alles goed door elkaar. Vervolgens aan de kook brengen. Als de rijst kookt, het vuur lager zetten en af en toe omscheppen om te voorkomen dat het aanbrandt. Zodra de rijst gaar is, de pot van het vuur halen. Naar wens serveren met kip, plakjes gekookt ei, tomaat en komkommer, gebakken banaan en kousenband.