Nieuw-Nickerie: betere kansen, een recht voor elk – Parbode Sneak Peek
Daadkrachtige personen en organisaties spannen zich met alle kracht in voor de gemeenschap van Nieuw-Nickerie. Met name als het gaat om de positie van de vrouw en het ontwikkelen van jong talent. Hoe belangrijk het is dat deze organisaties er zijn, blijkt telkens uit de resultaten die zij boeken en de kansen die ontstaan door het werk, dat met zoveel passie en inzet wordt gedaan.
“Als het spel vastzit moet iemand het opvangen”, wordt tijdens een evaluatie van de Nickeriaanse voetbalclub Santos naar voren gebracht. Het zou de leuze kunnen zijn voor de hardwerkende personen en ngo’s die zich inzetten voor de ontwikkeling in Nickerie. Een persoon of een organisatie lijkt altijd klaar te staan om het werk met de gemeenschap voort te laten gaan. Het lijkt een gegeven dat het werk voor het verbeteren van de sociaaleconomische en maatschappelijke positie van de burger rust op de schouders van individuele personen en gedreven organisaties die initiatieven nemen voor het welzijn van de samenleving. Ze streven er alle naar dat een kans niet meer een voorrecht zal zijn, maar een recht van elk.
Rechten van de vrouw
In het kantoortje waar de vrouwen van stichting Sari bij elkaar komen, wordt de laatste hand gelegd aan de details van een project dat zich richt op het kleinschalig ondernemen. “Niet alleen de vrouwen doen mee aan de training”, begint Krishna Bajnath, voorzitter van stichting Sari, “ook de mannen betrekken we erbij. Het voornaamste doel van stichting Sari is om een bijdrage te leveren aan de verbetering van de sociaaleconomische en maatschappelijke positie van de Nickeriaanse vrouwen en jongeren, vooral degenen in een achtergestelde positie. Maar in het proces van duurzame ontwikkeling gaat het ook om gendergelijkheid en gelijkwaardigheid.”
“Er is een goede organisatiecultuur. De vrouwen tot in de verste polders hebben zich georganiseerd in wat we hebben genoemd Lotusgroepen”, vertelt Rita, een van de bruisende krachten van stichting Sari. “Zij organiseren ook hun eigen activiteiten, als ze zien dat er een training nodig is zorgen ze ervoor dat die er komt.”
“Het gaat ons niet alleen om hulp maar ook om ervoor te zorgen dat we gezamenlijk bij elkaar zijn en plezier hebben”, vult Sari-voorzitter Bajnath aan. Een chautal-groep van vrouwen die voor de jaarlijkse phagwaviering elke maandagavond oefent is daarvan een voorbeeld. Chautal-liederen worden traditioneel door mannen gezongen. “Het is toch bijzonder dat we nu ook een vrouwenchautal-groep hebben”, roept een van de vrouwen van de groep enthousiast.
“De uitdaging die we hebben is om met onze kennis ook echt iets te kunnen doen”, zegt Nandenie Dinai, hoofd Genderbureau in Nickerie en voorzitter van stichting Moederhart, tegen Parbode. Die stichting zet zich in voor de vrouwen en jongeren. Dinai: “Voor een workshop over huiselijk geweld heb ik bij de supermarkt wat verf gekocht voor de kinderen. De resultaten van de workshop Stop Geweld laten er geen twijfel over bestaan. De noodzaak om onze kinderen de kans te geven zich te uiten is te zien aan het resultaat. Wat gebeurt er met de samenleving als we dit soort kansen om te praten over moeilijke onderwerpen niet creëren?” Niets lijkt te veel voor de organisaties in het westelijk plaatsje. Dinai: “Ook als het de vrouwen niet lukt om vervoer te vinden naar Nieuw-Nickerie, vinden wij wel een manier om naar ze toe te gaan. Je moet willen, dan kan je zoveel meer. Wij willen vrouwen de weg wijzen en weerbaar maken en tegelijkertijd mannen bewust maken van de betekenis van gelijkheid.”
Zo richtten de activiteiten van het Bureau Gender Aangelegenheden in verband met Orange Day, de Internationale Dag voor de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen, zich voornamelijk op de mannen. Ook werd er action kit ontwikkeld. “Er is zoveel kennis, we zijn zo goed getraind, maar het veld ingaan en het omzetten in acties, daar komen obstakels bij kijken”, aldus Linda Kartowidjojo van dit bureau. “Het is een constant zoeken naar mogelijkheden om te werken met de gemeenschap, de benodigde activiteiten te ontplooien en de middelen daarvoor te vinden.”
Het hele artikel is te lezen in het aprilnummer van Parbode.