Nieuwe rustplaats voor Trissers
Op de begraafplaats Hodi Mihi Cras Tibi in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo zijn de stoffelijke resten van veertien Nederlandse militairen herbegraven in een gezamenlijke tombe, die met het nodige ceremonieel is onthuld. De overledenen maakten deel uit van de Troepenmacht in Suriname (TRIS), die vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan de onafhankelijk in 1975 in Suriname was gestationeerd.
Tussen 1947 en 1975 lieten 39 TRIS-militairen het leven als gevolg van ongevallen, ziektes en (een enkeling) door zelfmoord. Een deel van hen werd in Suriname begraven, de overige lichamen werden overgebracht naar Nederland. Toen vorig jaar duidelijk werd dat de veertien graven zouden worden geruimd, schreef de belangenvereniging van de oud-gedienden, TRIS Kontakten, het Nederlandse ministerie van Defensie aan met het verzoek een graftombe op te zetten. De stoffelijke resten werden opgegraven en overgebracht naar de nieuwe rustplaats, die officieel werd ingewijd met toespraken en gebed.
De plechtigheid werd bijgewoond door nabestaanden en zo’n dertig veteranen uit Nederland, waarvan de meesten na veertig tot vijftig jaar voor het eerst weer terug waren in Suriname. Hoewel zij vooral in ons land waren om herinneringen op te halen en vakantie te vieren, wilden ze dit bijzondere moment niet missen. Daarnaast gaven enkele Surinamers die in de TRIS hebben gediend, acte de presence en bewezen hun omgekomen kameraden de laatste eer.
Ook de 78-jarige Joke Gudde was aanwezig. Zij is de weduwe van eerste luitenant Bijlstra, die op 25 februari 1955 op 25-jarige leeftijd met vijf collega’s omkwam door een mijnexplosie. Na 55 jaar kon ze, samen met haar zoon en huidige echtgenoot, afscheid nemen van haar man.
Voor haar terugkeer naar Nederland legde ze nog een stukje van haar bruidsboeket, dat ze bijna zes decennia had bewaard, bij de graftombe.