Njang switi
Roergebakken rundvlees met tjapar
Oorsprong
Tjapar wordt veelvuldig in de Surinaamse keuken gebruikt. In het Nederlands wordt het ‘taugé’ genoemd, de Belgen hebben er de naam ‘sojascheuten’ aan gegeven. Tjapar is de kiem van de mungboon; ook wel ‘katjang idjo’ of ‘groene boon’ genoemd. Het werd eeuwen geleden al gebruikt in China, waar ook de oorsprong van de groente ligt. Tegenwoordig wordt het overal ter wereld in gerechten verwerkt, met name in wokschotels, maar ook in bijvoorbeeld loempia’s. Tjapar zit boordevol vitamines B en C en ijzer. Het zou bijdragen aan het voorkomen van chronische ziekten. Zoals voor alle kiemgroenten geldt, kunnen op tjapar bacteriën voorkomen, zoals salmonella en E. coli (EHEC). Daarom kun je uit voorzorg de groente beter even onderdompelen in kokend water of meekoken met het gerecht.
Benodigdheden
1 pond mals rundvlees (bv. ossenhaas)
1 grote zak verse tjapar
2 eetlepels olie
1 ui
1 kleine gemberwortel
1 bosje prei
1 teentje knoflook
1 rode peper
1 rode paprika
4 eetlepels kokosmelk
2 eetlepels pindakaas
1 eetlepel sojasaus
1 theelepel bruine suiker
250 gram mie zout en peper
Bereidingswijze
Snijd de gemberwortel, ui, knoflook en prei klein en roerbak deze in een wok of pan met de verhitte olie gedurende 3 minuten. Voeg het in dunne reepjes gesneden rundvlees toe en bak dit 5 minuten mee tot het lichtbruin is. Voeg nu de gewassen tjapar, gesneden paprika (zaadjes verwijderen) en rode peper toe en roerbak het geheel nogmaals 5 minuten. Meng in een kom de pindakaas, kokosmelk, sojasaus en bruine suiker en voeg dit aan het wokmengsel toe. Laat dit nog 5 minuten op een laag vuur staan. Kook ondertussen de mie. Zodra die gaar is, mengt u de mie met het rund/tjaparmengsel. Zout en peper naar smaak toevoegen.