Nuchtere trut
Iedere maand vertellen lezers over de eerste keer dat zij een scheve schaats reden…
David (45)
“Ik maakte kennis met Joyce toen mijn baas haar introduceerde als de nieuwe Operations Manager in het hotel waar ik de marketing deed. Joyce had op Trinidad gestudeerd, had vijf jaren daar gewoond en de manier waarop zij liep, zich gedroeg, zelfs haar make-up droeg, vond ik spannend.
Ik begon mijn vrouw met haar te vergelijken. Dat was een totaal ander type: een echte Nederlandse, droeg bijna nooit mooie kleren, was echt praktisch en zelden elegant, dus de vergelijking was altijd in haar nadeel. Ik begon aan mezelf te twijfelen, want juist daarom was ik op mijn vrouw gevallen.
Ik legde het voor aan een goede vriend van me. Die zei doodleuk: ‘Je bent Surinamer en deze vrouw is kleurrijk, sensueel en warm. Dat past gewoon beter dan zo’n nuchtere trut.’
‘Moest ik mijn gezin dan laten vallen voor jeuk in mijn kruis?’, vroeg ik grof.
Hij: ‘Nee, maar als het ergens anders jeukte, zou je toch gewoon lekker even krassen?’ Op de een of andere manier klonk dat logisch. Twee weken na het advies ging mijn vrouw naar het binnenland. Ik zou eigenlijk ook meegaan, maar ik moest werken. Het werd een druk weekeinde en toen we zondagmorgen eindelijk klaar waren, deden Joyce en ik een fles champagne open. Ze had haar blazer uitgedaan en had daaronder een dunne bloes aan. Ik zag haar mooie huid, wilde me omkeren, maar pardoes kwam ik tegen haar glas aan, dat op haar bloes viel. Ik wilde de goden vervloeken dat ze mij zo in de verleiding brachten; Joyce had geen bh aan! Ik moest haar aanraken, ze protesteerde niet. Ik ging verder, zij ook. We hebben het op mijn kantoor gedaan. Ik zette alles op nul, troostte mezelf nog met de gedachte dat zij op mij zat en de leiding nam, dus ik was voor mijn gevoel minder schuldig. Ik weet dat het stom is, maar op dat moment had ik een reden nodig om mezelf vrij te kunnen pleiten.
De roes duurde niet lang, mijn mobiel ging over toen we zo ongeveer nog naschokten. Mijn vrouw meldde dat ze al bijna in de stad was. Ik ontwaakte uit een soort roes. Joyce zei iets, maar ik hoorde het niet eens. Ik voelde me zo schuldig.
Ik heb Joyce daar laten staan en ben naar huis geracet om alles een beetje op orde te brengen en om te koken. Ik was de weken erna superlief voor mijn gezin. Ik weet dat het rot was voor Joyce, maar ik deed gewoon alsof er niets was gebeurd.
Twee maanden later trouwde ze met haar verloofde die tot dat moment op Trinidad was. De uitnodiging kwam thuis en ik kon geen reden verzinnen om niet te gaan, dus ik ging er met mijn vrouw heen.
Na het feest kwamen we thuis en mijn vrouw zei: ‘Ik weet niet wat tussen jou en Joyce gebeurt of is gebeurd, maar wil je ervoor zorgen dat het afgelopen is?’ Ik heb geen woord gezegd, maar ik sliep die avond niet. De volgende morgen zei ik: ‘Het was maar één keer, een paar maanden geleden en daarna niet meer. Het zal ook nooit meer gebeuren.’ Ik hoorde haar dat nog vertellen aan haar Nederlandse moeder en ze zei: ‘Hoezo had ik het moeten weten? Niet alle Surinaamse mannen zijn zo. En als Surinaamse vrouwen een beetje nuchterder waren, zou er minder aan de hand zijn.’
Mijn hart zwol van liefde. Mijn nuchtere trut had mij vergeven en kwam voor mij op. Daarna is zoiets nooit meer gebeurd.”