Obama en de regio
Als op 20 januari Barack Obama aan de slag gaat als de 44e president van de Verenigde Staten, zal er vanuit Washington een nieuwe wind gaan waaien door de Latijns-Amerikaanse regio. Tenminste, als Obama de voorstellen overneemt van het Brookings Institute, een invloedrijke Amerikaanse denktank. De relatie met eeuwige vijand Cuba zal drastisch worden verbeterd, de dreigingen over en weer tussen de vertrekkende George Bush en zijn Venezolaanse collega Hugo Chávez moeten snel vergeten worden.
De aanbevelingen staan in het rapport van de ‘Partnerschap voor Amerika-commissie’ van het Brookings Institute. De commissie werd voorgezeten door de voormalige Mexicaans president Ernesto Zedillo. Andere prominente Latijns-Amerikaanse leden waren de voormalige Chileense president Ricardo Lagos, de voormalige Peruaanse eerste minister Roberto Danino en de voormalige Guatemalaanse vicepresident Eduardo Stein.
In het rapport staat beschreven welke stappen de nieuwe regering moet ondernemen voor een vruchtbare samenwerking met Latijns-Amerika. De commissie stelt voor een ‘hemisferisch partnerschap’ uit te bouwen. Ze denkt aan de vorming van een ‘America’s eight’, een samenwerkingsverband naar het voorbeeld van de G8.
Deze intergouvernementele organisatie zou bestaan uit de VS, Mexico en Brazilië, aangevuld met enkele andere grote landen in de regio. Dus ook Venezuela, waar in de ogen van George Bush het kwaad in de persoon van Chávez regeert. Het nieuwe orgaan moet dienen als ‘stuurcomité’ tussen het noorden en zuiden van het Amerikaanse continent en reeds bestaande instellingen zoals de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) nieuw leven inblazen.
Er zijn vier redenen waarom de VS baat heeft bij een ‘hemisferisch partnerschap’: het ontwikkelen van duurzame energiebronnen, de strijd tegen de klimaatverandering, economische integratie en de bescherming van de hemisfeer tegen drugshandel en georganiseerde misdaad. ‘Als er ooit een tijdperk van Amerikaanse hegemonie was, is dat nu voorbij’, wordt in het rapport gesteld.
‘Nu de landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied met meer vertrouwen en autonomie in de wereld staan, zijn ze minder vatbaar voor het VS-beleid. Dit beleid wordt in de meeste van deze landen ervaren als bemoeizuchtig en arrogant. De landen zullen veel beter reageren op een beleid dat hen inschakelt als gelijke partners, in kwesties die voor beide van belang zijn.’
In het rapport wordt veel aandacht besteed aan de relaties met Cuba, die ‘de afgelopen jaren het VS-beleid tegenover de regio disproportioneel hebben gedomineerd. Deze aanpak heeft Washington verhinderd samen te werken met andere landen.’ Volgens de commissie moet Obama alle beperkingen op reizen naar Cuba opheffen voor Amerikaanse burgers. Hij moet ook stappen ondernemen om het vijftig jaar oude handelsembargo te versoepelen. Cubaanse families in de VS moeten onbeperkt geld kunnen overmaken naar hun familie op het eiland. Bovendien moet Cuba worden gewist van de lijst met landen die het terrorisme steunen en moeten de beperkingen op humanitaire hulp na natuurrampen worden opgeheven. Cuba moet ten slotte geïntegreerd worden in regionale en globale politieke en economische organisaties.
Voormalig VN-ambassadeur Thomas Pickering, tegenwoordig voorzitter van de commissie die het rapport heeft opgesteld, noemt de aanbevelingen ten aanzien van Cuba ‘controversiëel’. ‘Maar de jarenlange pogingen van Washington om Havana te isoleren hebben er enkel voor gezorgd dat de Cubaanse leiders de cipiers werden van het gevangen Cubaanse volk’.
In het rapport wordt dus ook aangedrongen op een versoepeling in de vijandige houding tegenover de Venezolaanse president Chávez. Het nieuwe beleid moet bestaan uit ‘een voorzichtige, niet-confronterende aanpak gebaseerd op wederzijds respect. Dit houdt in dat geen van beide zich bemoeit met de interne kwesties van de andere of met die van buurlanden’. In het rapport wordt overigens met geen woord gerept over Suriname. Wel wordt gesteld dat alle landen in de Caribische regio in de toekomst beschouwd zullen worden als gelijkwaardige (handels)partners. Na 20 januari zal blijken of die verwachtingen waar worden gemaakt.
Gebruikte bronnen: IPS, Caribbean Net News en Trinidad Newsday