Okopipi in de aanbieding
De blauwe pijlgifkikker (okopipi) staat als kwetsbaar vermeld op de rode lijst van zeldzame en beschermde dieren van de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Deze dieren leven namelijk alleen in het Sipaliwini savannegebied in Suriname.Toch berichtte de Britse krant Chester First vorig jaar dat het Blue Planet Aquarium in Cheshire Oaks deze Surinaamse kikker gaat kweken. Maar ook particulieren in Nederland kweken dit ‘broos’ stukje fauna. Een grotere tegenstelling is niet mogelijk.
Het kweken van de dendrobates azureus (blauwe pijlgifkikker ) buiten Suriname blijkt meer plaats te vinden dan je zou vermoeden op basis van de beschermde status van het diertje. Legale export uit Suriname kan alleen wanneer de exporteur beschikt over de benodigde documenten. Volgens de handelsdatabase van de Convention on International Trade in Endangered Species (Cites) zijn er de afgelopen jaren geen okopipi’s uit Suriname geëxporteerd. Het World Conservation Monitoring Centre (WCMC) van het United Nations Environment Programme (UNEP) , onderhoudt voor Cites de database. Mari Bieri, Assistant Programme Officer van het WCMC bevestigt dat Suriname geen export van de dendrobates azureus heeft gemeld de afgelopen jaren. “De enige gerapporteerde export na 1975 vond plaats in 1997. Toen werden twintig exemplaren geëxporteerd naar Amerika. De export werd zowel door Suriname als door Amerika bij Cites aangemeld.”
België
Dat er legaal geen okopipi’s uit Suriname worden geëxporteerd, wordt bevestigd door Amfibia, een speciaalzaak in gifkikkers in het Belgische Kontich. Ook de blauwe pijlgifkikker is er verkrijgbaar.“Deze kikkers worden al jaren niet meer uit Suriname geëxporteerd, omdat ze in beschermd gebied zitten en de export verboden is. De nakweek hier komt van dieren die jaren geleden geëxporteerd zijn. De azureus kweekt in gevangenschap namelijk vrij goed.” Hij heeft geen idee hoeveel Surinaamse okopipi’s zich in België bevinden. “Op zich is het een goede zaak dat dit dier goed kweekt en dat de handel enkel draait om gekweekte dieren. In gevangenschap is het eigenlijk geen zeldzame soort. De handel in België in nakweekdieren is legaal. Wel wordt met overdrachtsverklaringen bewezen dat het nakweek is. Ik heb zelf nog nooit wildvang exemplaren gezien.”
Volgens Amfibia zijn er geen programma’s om de dendrobates azureus na de kweek terug in het wild in Suriname uit te zetten. “Dit komt door de hoge kosten en natuurlijk ook de nodige papieren om dieren terug te mogen vervoeren naar Suriname. Overigens zijn er zelfs dierentuinen bezig met nakweek .”
Conservation International
Volgens de World Association of Zoos and Aquariums bevinden zich wereldwijd 1.131 blauwe pijlgifkikkers in gevangenschap in dierentuinen en aquaria. Het National Aquarium in Baltimore (VS) was de eerste die de zeldzame kikker kweekte. In 1997 kon het National Aquarium met hulp van Conservation International (CI) Suriname twintig van de kikkertjes uit Suriname exporteren met toestemming van ’s Lands Bosbeheer. Dat zijn de twintig exemplaren die in 1997 bij CITES zijn aangemeld. Het National Aquarium is leverancier van de zeldzame blauwe pijlgifkikker aan vele dierentuinen en aquaria. Van het oorspronkelijke streven om het Surinaamse kikkertje terug te plaatsen in het Sipaliwini savannegebied is nog niets terechtgekomen. De vele okopipi’s wereldwijd in gevangenschap zouden dus wellicht nakomelingen van de in 1997 geëxporteerde diertjes kunnen zijn. Maar wij moeten niet vergeten dat dieren waarschijnlijk ook op illegale wijze Suriname verlaten en ook die kunnen terechtkomen in kweekprogramma’s. Directrice Annette Tjon Sie Fat van CI-Suriname ontkent met kracht dat CI mee heeft gewerkt aan de export. “Baltimore is twee keer naar Suriname gekomen. De tweede trip in 1997 was een verzameltrip. Het toenmalig hoofd van de Afdeling Natuurbeheer, Ferdinand Baal, verstrekte aan Baltimore een vergunning om 51 kikkers te verzamelen. Bij de expeditie naar het Suriname Natuur Reservaat (SNR) werden echter maar 35 geteld. Granman Asongo Alalaparu van de Trio-indianen gaf toestemming aan Baltimore om een aantal exemplaren mee te nemen. CI is meegegaan op beide expedities, omdat wij in het gebied met de Trio werkten en omdat contacten van Baltimore via CI waren gelopen, maar CI heeft absoluut geen bemoeienis gehad met het verstrekken van de vergunning door NB om kikkers mee te nemen.” Tjon Sie Fat wijst ook op de illegale handel in kikkers. “Ik verwijs naar ’toeristentrips’ naar het SNR die blijkbaar zonder toestemming van Natuurbeheer plaatsvinden en waar mensen dus ongecontroleerd het reservaat betreden en in feite kunnen doen en laten wat zij willen.” Eigenlijk begrijpt ze niet waarom CI-Suriname nu wordt benaderd. Tjon Sie Fat: “Ik ga ervan uit dat CI-Suriname er met de haren bij gesleept wordt, omdat wij in het gebied werken. Of misschien omdat wij al enige jaren gesprekken voeren met Kapitein Ewka van Sipaliwini en de Nationale Zoölogische Collectie over een monitoring en farming project voor blauwe kikkers. Volgens de Zoölogische Collectie was de enige manier om de kikkers betrouwbaar te monitoren het ‘knippen’ van een van de teentjes van de getelde exemplaren. Aangezien de Trio’s daar absoluut niets van wilden weten, heeft dit project enige tijd stil gestaan. Intussen schijnt het fotograferen van de ruggen van de kikkers een betrouwbare methode te zijn en niet lang geleden zijn we weer gestart met gesprekken over hoe het monitoren en het kweekgedeelte op een wetenschappelijk verantwoorde wijze aangepakt kunnen worden.”
Voor 1975
Volgens Jack Cover van het National Aquarium werden vóór 1975 al legaal kikkers geëxporteerd naar dierentuinen, aquaria en hobbyisten in Amerika en Europa. “Maar in 1995 ontstonden er geruchten dat door een grote brand in het Sipaliwini savannegebied de dendrobates azureus populatie om het leven zou zijn gekomen. Cover: “Ik begon toen gesprekken met de staf van CI-Suriname over het waarheidsgehalte van die berichten. Dat leidde in 1996 tot een expeditie naar het gebied met CI-Suriname, ’s Lands Bosbeheer en de inwoners van Kwamalasamutu. We constateerden dat de geruchten niet juist waren.Een jaar later keerden we terug om twintig kikkers te verzamelen om verse bloedlijnen te kweken en om daardoor inteelt te voorkomen. Deze kikkers leven nog steeds hier bij ons en kunnen dus tussen de vijftien en twintig jaar oud worden. Overigens komen de kikkers waarschijnlijk ook voor in beboste eilanden in het noorden van Brazilië.” Hij vervolgt: “Het was overigens Marius Hoogmoed die in 1968 een groep blauwe pijlgifkikkers voor onderzoek exporteerde naar het huidig museum Naturalis in Leiden, na onderzoek in de Sipaliwini regio. Het was ook Hoogmoed die de kikker de naam dendrobates azureus gaf. Ook verstrekte hij enkele levende exemplaren aan een kweker om hierdoor meer informatie over de kikkertjes te verkrijgen. Dat werd het begin van een populatie dendrobates azureus in Europa.”Tot slot laat Cover weten dat hij een overeenkomst heeft met ’s Lands Bosbeheer dat de 20 exemplaren die in 1997 naar zijn National Aquarium werden geëxporteerd het land niet mogen verlaten. “De kikkers blijven eigendom van Suriname. We gaan ook geen dieren herplaatsen in het Sipaliwini gebied, omdat de dieren daar nog in grote getalen voorkomen.”
Vele duizenden
Dat er kennelijk toch nog steeds blauwe pijlgifkikkers uit Suriname verdwijnen, blijkt uit de voorzichtige woorden van de Nederlandse deskundige Bart Laurens op zijn website: ‘Er wordt inmiddels dusdanig veel nakweek verkregen uit de vele gevangenschapspopulaties dat deze soort voor de liefhebberij op termijn wel lijkt veilig gesteld. De importen zouden dus kunnen worden beperkt tot het zo nu en dan inbrengen van wat vers bloed.’ In een persoonlijke reactie zegt hij overtuigd te zijn dat er in Nederland, Duitsland en België duizenden van deze kikkers moeten zijn en dat er ongetwijfeld met enige regelmaat zogenoemde verse aanvoer in deze landen wordt
binnen gebracht. “Een betrouwbare registratie is er niet, dus ook geen betrouwbare stamboeken, wat bij dergelijke aantallen niet verwonderlijk is. Het lijkt niet waarschijnlijk dat er regelmatig grote aantallen illegaal in Nederland worden geïmporteerd, maar dat is meer een gevoel dan een zekerheid.” Zijn mening wordt gedeeld door deskundige Henk Zwartepoorte van dierentuin Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.
Internethandel
Op het internet blijkt een levendige handel te zijn in onze Surinaamse okopipi. Een rondgang levert snel opvallend veel voorbeelden op van advertenties waarin de diertjes te koop worden aangeboden. Zo bood handelaar Terra Varia in het Nederlandse IJsselmuiden via de verkoopwebsite Marktplaats.nl begin september 2010 twee kikkertjes aan voor 90 euro per stuk: ‘Een erg tot de verbeelding sprekende kikker. Ze zijn niet schuw te noemen en laten zich in een nieuwe bak al snel zien.
Ze waren eerder volop te krijgen, maar de laatste tijd bleek het moeilijk. Als je er naar op zoek bent, aarzel dan niet te lang…’ In een reactie laat een medewerker van Terra Varia weten dat zijn blauwe pijlgifkikkers afkomstig zijn uit Nederlandse nakweek. Bij verkoop van een kikker moet er volgens hem wel een zogenoemde CITES-bijlage II overdrachtsverklaring opgesteld worden. Hierop staan aldus de medewerker de verkoper en de koper met hun gegevens. “Dat is de enige verplichting die er is bij deze klasse dieren. Er zijn geruchten dat een aantal kikkersoorten, waaronder sommige dendrobatessoorten, naar de CITES-bijlage I gaan. Dat betekent voor de kwekers een extra langdurige administratieve handeling. Er dient dan een certificaat op naam te worden bijgeleverd, met merktekens. Door deze extra belasting is het voor sommige kwekers minder interessant om iets met deze dieren te doen. Daardoor zal er minder aanbod zijn.” De bijlage I omvat soorten, die onder andere door internationale handel met uitsterven bedreigd zijn. In deze soorten mag geen handel worden gedreven wanneer er sprake is van uit het wild afkomstige dieren.
Dieren in bijlage II kunnen door internationale handel bedreigd gaan worden en de handel in die dieren wordt gereguleerd.
Duidelijk is dat zelfs ‘deskundige’ kwekers niet allemaal goed op de hoogte zijn van regelgeving inzake de handel in de kikkertjes. Volgens de een is export verboden en volgens de ander kan en gebeurt dat wel. De kwekers zien in het Surinaamse kikkertje geld.
In zekere zin is het opmerkelijk dat ook in Engeland op het internet gehandeld wordt in de blauwe pijlgifkikker. De kweek van de kikkertjes in het Blue Aquarium in Cheshire Oaks is dus niet zo bijzonder als het in de media werd gebracht. Een inwoner van Londen bood op 26 maart vorig jaar een vrouwtje te koop aan of voor ruil tegen een mannetje. De man beweert op de website reptileforums.co.uk dat hij teveel vrouwtjes heeft. Ook op andere Britse gespecialiseerde websites blijken de kikkers te koop te worden aangeboden. De zeldzame Surinaamse blauwe pijlgifkikker in het Sipaliwini savannegebied blijkt buiten Suriname helemaal niet zeldzaam te zijn. Met een muisklik kunt u de eigenaar worden van een zeldzaam Surinaams blauw pijlgifkikkertje…