Ondernemen in crisistijd – Parbode Sneak Peek
Suriname bivakkeert in een zware recessie. Honderden bedrijven drijven aan het oppervlak. Het hoofd boven water houden is niet voor elke ondernemer even simpel. Corona of de vasthoudende waardedaling van het geld? Aan het antwoord hebben ze weinig. De uitkomst laat zich raden. Drie ondernemers vertellen hoe zij zich staande houden.
Tekst Arjen Stikvoort
Edward B. Beharry
Directeur Roy Boodie leidt de dertig man tellende onderneming Edward B. Beharry Suriname NV. Het stamt af van het moederconcern Edward Beharrygroup dat met ruim vijfhonderd werknemers een belangrijke speler is in de Guyanese hoofdstad Georgetown. De Beharrygroup in Guyana is een grote. Aandeelhouder in het bankwezen, fastfoodketen, auto’s en tal van retailproducten. Buurland Suriname bood ook potentie. Dat bleek veertien jaar geleden toen het concern een vestiging in Paramaribo opende. Maar Suriname is nog geen Guyana. Het is louter een importeconomie. Een zware dobber om je als importeur en distributeur staande te houden. “Maar in tijden van crisis, of het nu een virus betreft of sterke inflatie, met een sterke productlijn moet je die crises te allen tijde het hoofd kunnen bieden”, zegt Boodie met een serieuze blik.
Het bedrijf vestigde zich in 2006 in een huis in de wijk Kasabaolo dat als kantoor diende. Boven zat de directeur, beneden werden de dozen geladen. “We begonnen klein met pasta en bami-producten. Na een grondige research tastten we de markt af en keken we waar er behoeften aan was. In de jaren erna kwamen er steeds meer artikelen bij: snoepgoed van Chico, Sterling boter, Namilco meelproducten en een specerijenlijn van Indi.” De ondernemer zegt dat het zich vestigen in Suriname niet zonder slag of stoot ging. “Er is veel concurrentie. En veel bedrijven importeren en distribueren. Er is een hoge prijscompetitie. Daar kwam bij dat het bedrijf werd geassocieerd met een bekend autobedrijf in Suriname. Terwijl we hier niet in de auto’s zitten. De bekende merken die wij importeren zoals Chico, Champion, werden niet gelinkt aan de Beharrygroup.”
Doksenclub Suriname
“Van de tien Nederlandse ondernemers overleven er nog geen twee in Suriname.” Aan het woord is Gerard Van den Bergh (60), eigenaar van de Doksenclub Suriname. Een bedrijf dat binnen twaalf jaar uitgroeide tot een begrip. Het is 2008 als Van den Bergh besluit om zich met zijn echtgenote Asha te vestigen in Lelydorp. “Ik ben een ondernemer en zag, na een tijdje niks doen in de warmte, toch kansen in haar geboorteland.” Van den Bergh, die uit de olie-industrie komt, maakte de sprong naar het pluimvee, het kweken van doksen, ook wel muskuseenden genoemd. Een draai van 180 graden. “Klopt. Vooral in Suriname. Ik was directeur van de onroerend goedtak bij een olieproducent. Dat hield in het kopen en verhuren van tankstations. Een sector met aanzien en macht. Altijd een belangrijke speler voor overheden en bedrijfsleven. In tegenstelling tot de pluimveesector. Deze branche wordt in Suriname sterk ondergewaardeerd”, vindt hij. “Men denkt dat het een veredelde hobby is. Heel jammer, want het professioneel kweken van kippen en doksen is wel degelijk een vak.” Er komt volgens Van den Bergh veel bij kijken als je het goed wilt doen: bestrijden van ziektes, opkweken tot een gewenst gewicht, schoonhouden van de hokken, import en export. “We hebben het niet over een paar honderd of een paar duizend kippen of doksen maar over 50-70 duizend.” Het is een harde business tussen de kippenboeren. De kleine kippenboeren zullen zich moeten verenigen, anders blijven er in de toekomst alleen een paar grote spelers over. In Suriname is tweederde van de kippenhandel in handen van kleine kippenboeren die bijvoorbeeld op eigen erf een eigen partij kippen kweekt. Slechts een derde van de kippenkweek is in handen van de grote kwekers zoals Espee Kip en Sranan Fowru.
HEM Suriname
Ze wilde als klein meisje dierenarts worden. Dat pakte anders uit. Nu, heel wat jaren later staat Irene Spangenthal samen met haar echtgenoot Stan Franker al vijftien jaar aan het roer van het 122 jaar oude familiebedrijf HEM Suriname nv. Een zakenvrouw in hart en nieren. Gepokt en gemazeld in het ondernemerschap. “Wat een ondernemer in Suriname meemaakt in één maand, maakt een ondernemer in het westen in nog géén tien jaar mee,” aldus de geharde, doch vriendelijke zakenvouw.
Dagelijkse veranderingen
HEM Suriname nv groeide in de jaren uit tot een megacompany in import en distributie van ruim 3500 consumentenartikelen van bekende merken waar veel Surinamers mee zijn opgegroeid. Van levensmiddelen tot tandpasta, het assortiment groeit met de dag. Spangenthal is de vierde generatie in het bedrijf, dat ze in 2005 van haar vader, Wilfred, overnam. Hij overleed in 2009, maar zou trots zijn geweest op zijn dochter die het familiebedrijf met passie en doorzettingsvermogen voortzette. “Dat heb je echt nodig: doorzettingsvermogen, discipline en aanpassingsvermogen. Zeker hier in Suriname waar je dagelijks met veranderingen te maken krijgt. Helaas niet altijd leuke veranderingen, maar onder andere, om maar één te noemen, turbulente, fluctuerende koersschommelingen die het handel drijven er niet gemakkelijker op maken.” Welke koers moet je nemen? Ze schommelen met de dag. Heb je de ene dag een container producten besteld en betaald, is er even later weer een andere koers. Dat resulteert in enorme prijsstijgingen. En dat is voor de consument – geheel begrijpelijk – niet altijd makkelijk te verkroppen”, legt de onderneemster uit.
“We zijn een grootleverancier en leveren aan veel winkels in Suriname; van kleine winkeltjes op de hoek tot grote moderne supermarkten. Door de koersinflatie krijg je onrust en chaos in de samenleving, wat voor ons resulteert in teruglopen van de verkopen, omdat de consument geen koopkracht meer heeft. Dat wil je als ondernemer niet hebben.”
Lees de verhalen van de ondernemers verder in het julinummer van Parbode