Ondernemer aan het woord
Dave Boëtius
FIRM Engineering
Praat je over economische ontwikkeling, dan praat je vooral over ondernemers met durf. Parbode laat ze aan het woord. Deze maand: Dave Boëtius, één van de vier grondleggers van ingenieursbureau FIRM Engineering.
“De Engelse betekenis van de naam FIRM is ‘solide’. En we willen met ons bedrijf een stevig merk neerzetten.” Aan het woord is ingenieur en mede-eigenaar Dave Boëtius (35). FIRM Engineering, opgericht in 2006, is een ingenieursbureau dat diensten levert op het gebied van voorbereiding, ontwerp, advisering en begeleiding van technische projecten. Sinds de oprichting timmeren ze hard aan de weg en niet zonder resultaat. Een van de grotere projecten waar FIRM bij is betrokken, is de verbetering van de weg Meerzorg naar Albina. “De aanloopperiode voor zo’n project is lang. Alle voorbereidingen moeten in orde zijn; voldoende materieel, de juiste mensen op locatie en een gedegen uitvoeringsplan. Nu is al te zien dat de weg op sommige plekken wordt opengebroken, maar vanaf volgend jaar zullen mensen pas echt grote veranderingen zien. De weg wordt verder opnieuw geasfalteerd, bruggen worden hersteld of vervangen en parkeerplaatsen aangelegd.” Waar andere bedrijven zich meer specialiseren in een tak van engineering, is FIRM breed. Boëtius: “We leveren diensten bij de aanleg van infrastructuur, maar ook in de oliebranche en productensector.” Binnen de diverse branches waarin ze actief zijn, biedt het bureau het totale pakket aan ingenieursdiensten. Volgens Boëtius net waar de klant behoefte aan heeft. “In feite zijn wij een one-stop-shop, naar Amerikaans concept. Stel, je wilt een kantoorpand bouwen. Normaal moet je naar allerlei verschillende bureautjes toe. Een architect, een civiel ingenieur, iemand voor de elektrotechniek. FIRM heeft dit onder één paraplu gebracht. Voor Surinaamse maatstaven is dat heel speciaal, want ik denk dat we als enig bedrijf in onze tak alle branches onze dienstverlening kunnen aanbieden.”
Drie jaar geleden had Boëtius zijn eigen ingenieursbedrijf, Boëtius Consulting Engineers (BCE). “We waren met zes mensen, een kleine club en gespecialiseerd in werktuigkunde en elektrotechniek.” Hoewel hij tevreden is over het destijds verzette werk, erkent hij de beperkingen. “Met BCE kon ik niet groeien. Bij grotere opdrachten werkte ik samen met andere bureaus.”
Tot metaalgigant BHP Billiton startte met de voorbereidingen om de bauxietexploitatie in West-Suriname te realiseren. “Zo’n groot bedrijf wil niet allerlei verschillende bureautjes inhuren om de klus te klaren.” Met drie bevriende ingenieurs besloot hij om de handen ineen te slaan en FIRM op te richten. “Apart hadden we ook werk gevonden in het project, maar met een veel kleinere rol. Nu konden we ook management en supervisie aanbieden.” FIRM deed mee en kreeg de opdracht. De onderhandelingen tussen Billiton en de overheid liepen echter spaak en het project werd geannuleerd. Boëtius: “Dat was jammer voor ons. De aanbesteding alleen al heeft een jaar geduurd. We hadden de opdracht om van alles te ontwerpen.” Door het Billiton-project zijn de vier ingenieurs versneld bij elkaar gekomen. “Anders blijf je toch praten. Nu moesten we handelen.”Momenteel werken bij FIRM 35 mensen. De doelstelling is om de kwaliteit en dienstverlening te verbeteren. “We kijken bijvoorbeeld naar de bezettingsgraad. Ik heb honderd uur verkocht, terwijl er 160 uur is aanbesteed. Waar is het dan misgegaan, een verkeerde raming van de tijd of moet er anders worden gewerkt?” Boëtius geeft zijn mensen mee zich te houden aan de afspraak. De ondernemer streeft naar een bezetting van 85 procent. De rest van de tijd wordt gereserveerd voor trainingen, want uiteindelijk zijn de mensen het belangrijkst. “Als ik nu iemand verlies in wie ik vijf jaar heb geïnvesteerd, dan is dat haast niet in geld uit te drukken.”
Boëtius vertrok na zijn VWO in Paramaribo naar het Nederlandse Delft waar hij werktuigbouwkunde studeerde. Een leuke, maar ook leerzame periode. “Ik heb hard gewerkt. Vooral het eerste jaar, daar wilde zonder al te veel kleerscheuren doorheen komen. Ook ben ik daar volwassen geworden.”
In zijn vierde jaar kwam Boëtius voor vier maanden terug naar Suriname om stage te lopen. “Bij Staatsolie, men begon net met de bouw van de olieraffinaderij. Het was interessant; een goede investering in mezelf.” Na zijn afstuderen in 1998 ging hij aan de slag bij
een ingenieursbureau in Rijswijk.
“Het is belangrijk dat je na je studie, in het buitenland werkervaring opdoet.” In Nederland word je getraind om zakelijk te zijn. Perfomance is de bottom line.” Boëtius heeft steeds het gevoel gehad dat hij terug zou keren naar Suriname. Dat gebeurde in 2002. “Ik had het gevoel dat ik hier echt iets kon betekenen en nodig was. Ik draag mijn steentje bij, want onze projecten hebben vaak directe impact op de ontwikkeling van Suriname.”
Aangezien het bedrijf volgens internationaal geaccepteerde standaarden en richtlijnen werkt, kunnen de ingenieurs overal ter wereld aan de slag. “Als men in Singapore ontwerpen maakt voor Suriname, is dat andersom ook mogelijk. “Maar eerst willen we onze lokale markt stabiel maken en daarna verder kijken.’’