Onoribo geru?neerd
Ruim honderd jaar nadat de melaatsenkolonie Batavia werd gesloten, heeft het oord aan de Coppenamerivier een voorname plaats verworven in de toerismesector. Niet alleen heeft het aantrekkingskracht op bedevaartgangers, die de plaats willen bezoeken waar de zalig verklaarde Peerke Donders faam verwierf, ook ‘gewone’ toeristen trekken er naar toe. Zij zoeken vooral rust. En raven, want het is ook één van de belangrijkste ontmoetingsplaatsen van de blauwgele ara’s.
Wie door het prachtige landsschap van Plantage Onoribo rijdt, geniet van de enorm grote blauwe meren. Bij het plaatsje Parabello kun je een verkoelende duik nemen en genieten van het natuurschoon. Voor de plantage-erfgenamen ligt het anders. Zij worden dagelijks geconfronteerd met het feit dat deze meren, van soms wel vijfhonderd hectare, hun verdwenen grond is. Het gebied is één grote gatenkaas.
Plantage Onoribo is na de slaventijd eigendom geworden van ex-slaven die het gebied zelf hebben opgekocht. Nadat in 1921 de eerste proeven naar bauxiet werden gedaan, hebben de ongeletterde eigenaren hun stukje grond voor een prikkie verkocht. “Onze voorouders waren dom. Ze kregen een paar centen voor een stukje land en wisten niet dat ze daar veel meer voor hoorden te krijgen. De bauxietbedrijven hebben gewoon belazerd”, zegt Gemert. “De contracten zijn zelfs met een enkel kruisje ondertekend.”
Volgens de plantage-eigenaren hebben de bauxietbedrijven vanaf 1941 ongeveer 50 miljoen ton bauxiet uit de grond van Onoribo gehaald. Het is één van de belangrijkste mijnen van het land geweest. En nu is de omgeving voor bewoners een ravage. Zij noemen een paar dingen: Het asfalt is van de wegen gehaald, bauxietwerktuigen en afval zijn in het water gedumpt, de grond is vervuild met caustic soda, de keurige medische post is leeg achtergelaten en de bauxietbedrijven hebben zonder enige reden de verbindingsbrug tussen plantage Onoribo en de Vrijheid opgeblazen. “Waarom, wat hebben ze eraan? Dat is toch gewoon kapitaalvernietiging?”
Leegloop
Het dorpje waar de plantage-eigenaren wonen staat bijna leeg, minder dan 20 inwoners terwijl dat er in 1922 nog 122 waren. Het plantagebestuur wijt de leegloop aan de bauxietmaatschappijen. Het dorp lijkt wel een eiland. Het gebied eromheen is compleet uitgegraven. Ze zeggen jarenlang niet op hun eigen grond te hebben mogen lopen. “Als we ook maar in de buurt van een Billitonpost kwamen, werd de politie gebeld. De politie stuurde ons weg terwijl het onze grond was.” Op een paar honderd meter van het dorpje zien we het bordje Vuilstortplaats. Een klim naar boven levert shockerende beelden op. Overal dozen, plastic, flessen, soms van giftige stoffen, glas en werktuigen. Alles werd er gedumpt. Zelfs dynamietkabels slingeren open en bloot rond. Een van de plantage-erfgenamen Ricardo Jugwells vertelt hoe ze te werk gaan. “Al hun afval dumpen ze hier. Wanneer het vol ligt, wordt er gewoon een laag zand op gegooid en dan kan er weer een nieuwe laag schadelijk afval bovenop.” Volgens hem is dat ook in de kraters gebeurd. “Dat water hebben ze er gewoon in laten lopen, zodat niemand kan zien wat er allemaal op de bodem ligt.”
Een ander probleem van de erfgenamen is het feit dat Onoribo niet meer op kaarten genoemd wordt. Volgens hen heeft er in het verleden een ‘nepkoop’ plaatsgevonden. “Het land is van ons, maar Billiton doet alsof het van hen is. Als je hier door het gebied reist, zie je overal de plaatsnaam Onverwacht staan. Zo hebben zij het genoemd, maar het is niet van hen. In 1966 heeft Billiton twee keer geprobeerd om dit land te kopen, maar de rechtbank heeft ons benoemd tot de rechtmatige eigenaren”, aldus Jugwells. De erfgenamen zijn dan ook bang dat Billiton stukken land aan anderen gaat verkopen. “Via via heb ik gehoord dat assembleevoorzitter Somohardjo een stuk van ons land gaat krijgen.”
Hoofdrol
Gemert zegt dat vier partijen de hoofdrol hebben: de overheid, Suralco, Billiton en de gemeenschap van Onoribo. “Maar het lijkt alsof de overheid, Suralco en Billiton alledrie tegen ons zijn. We hebben de bewijzen dat het ons land is, maar niemand lijkt zich daar wat van aan te trekken. We voelen ons machteloos. Er wordt niets voor ons gedaan.”De plantage-erfgenamen willen eigenlijk dat de gaten weer gevuld worden en het land wordt hersteld, maar zij houden er rekening mee dat zoiets niet zal lukken. “Wij snappen ook wel dat je niet één gat met een ander gat kunt vullen. We hopen daarom dat de overheid ons een stuk domeingrond in de buurt van Onoribo aanbiedt ter compensatie en dat Billiton en Suralco hun troep hier weghalen en ons helpen met het goed benutten van ons land.” Zelf denkt het plantagebestuur aan verschillende vormen van toerisme, bijvoorbeeld waterrecreatie, een racebaan of zelfs visteelt.
Bij het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen kan niemand meer informatie geven over de kwestie. Suralco is niet bereikbaar voor commentaar, zij laten weten dat ze dit een aangelegenheid van Billiton vinden. Billiton wil op zijn beurt niet op specifieke vragen ingaan, maar laat per mail weten dat zij met Suralco milieu kundig aanvaardbare ‘closure’ plannen voor het district Para hebben ontwikkeld en dat Onoribo daar binnen valt. “In 2006 is er een aanvang gemaakt met de rehabilitatiewerkzaamheden die een looptijd hebben van tien jaar”, aldus de e-mail van mevrouw Ameerali van Billiton. “Op formele openbare vergaderingen wordt er met betrekking tot deze plannen overleg gepleegd met het publiek, de gemeenschappen en de overheid. In het geval van Onoribo, waar er zich twee groepen als rechtmatige vertegenwoordigers gepresenteerd hebben, is er speciaal een gezamenlijke commissie aangesteld om de kwesties betreffende Onoribo te behandelen. De joint venture partners zullen via deze formele kanalen het overleg betreffende de aandachtspunten van de stakeholders blijven voortzetten.”
Volgens de erfgenamen zijn de directeuren van de bauxietbedrijven inmiddels al een aantal keren op bezoek geweest om met het plantagebestuur te praten. En er zouden al meerdere toezeggingen zijn gedaan. Zo zou in 2006 beloofd zijn dat het dorp geëgaliseerd en het afval verwijderd wordt. “We wachten er nog steeds op”, aldus Gemert. “Maar we stoppen niet en het bauxiet heeft gelukkig voor ons één voordeel gehad. Jaren hebben we vis met bauxietafval gegeten en daar zijn we heel sterk van geworden!”
J LANA LEACH