Onthutsende taalfouten
Dat ons onderwijs aan verandering toe is, is geen nieuw verhaal. Maar wanneer gebeurt dat eindelijk? En vooral: wanneer worden de meesters en juffen van de lagere school eens beter geschoold? Wie de stencils onder ogen krijgt waarmee onze kinderen in bijvoorbeeld de vierde klas worden opgezadeld, begrijpt dat dit hard nodig is.
Vroeger, in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, kregen leerlingen van het basisonderwijs dikke schriften mee naar huis. Die schriften hadden ze eerst op school vol gepend met teksten voor de leervakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs, al dan niet correct overgenomen van het bord. Thuis leerden ze braaf hun lessen aan de hand van de aantekeningen in die dikke schriften.
Tegenwoordig krijgen leerlingen voor deze zogenaamde leervakken stencils mee naar huis. ‘Krijgen’ is eigenlijk niet het juiste woord, want de ouders zijn verplicht de stencils aan te schaffen tegen een alleszins begrijpelijke en redelijke vergoeding. Het samenstellen van die stencils gebeurt op particulier initiatief van individuele leerkrachten. De stencils circuleren in het onderwijsveld als een virus dat van de ene school naar de andere waart.
Parbode keek mee met een leerling van de vierde klas die zijn lessen leerde. Daar werden we niet vrolijker van; de stencils die wij onder ogen kregen, stonden vol onthutsende taalfouten, slordige typefouten, grove onwaarheden en groteske onzin. Kortom: een treurig samenraapsel.
Benieuwd naar de details? Schaf dan snel het juninummer van Parbode aan.