Onverwagt: Kracht van de sweri
Plantage Onverwagt, ook wel Bosse Kondre genoemd, is één van de plantages in het district Para die tradities hoog houdt. Door geloof in eigen kunnen en krin konsensi, een rein geweten, proberen de bewoners een diepere betekenis te geven aan de erfenis van hun voorouders. Toch is er een waas van duisternis die de plantage weerhoudt van bepaalde ontwikkelingen: de kracht van een sweri, een eed die langer dan een eeuw geleden gemaakt is.
Onverwagt werd in de zeventiende eeuw gesticht aan de rechteroever van de Hoykreek, een zijtak van de Pararivier. De eerste koloniale eigenaar was Frederik Coenraad Bossé. De naam Bosse Kondre werd afgeleid van het feit dat de slaven bij kennismaking met buitenstaanders zich moesten voorstellen als Bosse Krioro, creolen van Bossé. Net als de meeste plantages in het Paragebied was Onverwagt een houtplantage. De slaven in Para hadden meer vrijheid dan hun lotgenoten op de tabak-, koffie- en cacaoplantages. Door deze vrijheid konden de slaven hun eigen kostgronden aanleggen en de cultuur, die ze uit Afrika hadden meegenomen, zonder al te veel problemen uitdragen.
Volgens de overlevering werd vanaf 1877 plantage Onverwagt aan de voormalige slavenbevolking verhuurd en in 1881 door hen aangekocht. Bij het ondertekenen van het contract werd de bevolking vertegenwoordigd door Frits Pinas, Nicodemus Loswijk, Johannes Pique, Augustinus, Frans en Bernard Vyent, Johan Crisis en Daniel Kensie, de acht familiehoofden. Bij de onderhande-
lingen over de verkoop werd er door de families een sweri gemaakt. Dit is een afgelegde eed met de bedoeling dat er nooit grond uit de plantage verkocht mocht worden. De gronden dienen bestemd te blijven voor hun nazaten of, zoals er nu gesproken wordt, voor kindskinderen en deze mogen nooit verkocht worden. De afspraak is zelfs bij wet vastgelegd en is nog steeds van kracht.
In Para praat men over gemeenschapsboedel, in plaats van familieboedel, omdat de plantage toentertijd door verschillende families is gekocht. Ook geven de Paranen een diepere betekenis aan hun boedelgrond. Er wordt niet alleen een woonhuis of woonerf geërfd, maar ook een geschiedenis, cultuur, religie, gemeenschap en een begraafplaats. De historische en culturele waarden van de boedelgrond zijn dus belangrijk. Aan de grond ontlenen Paranen hun trots, onderlinge verbondenheid, gemeenschapszin, historisch en cultureel besef.
Spoorweg
In de eerste helft van de twintigste eeuw kocht de Surinaamse overheid gronden in Para ten behoeve van de noodzakelijke economische ontwikkeling van het gebied en werd de sweri even aan de kant geschoven. De Lawa-spoorweg werd aangelegd naar de goudvelden van het Boven-Suriname gebied met Onverwagt als één van de belangrijkste stations. De Winston Churchillweg langs de Surinamerivier ontstond en de Meursweg verbond Onverwagt met de rivier. Langs de spoorbaan werd op het oude Pad van Wanica een autoweg aangelegd, die later werd doorgetrokken naar de nieuwe luchthaven Zanderij. Billiton begon met het mijnen van bauxiet te Onverdacht en Suralco opende een aluinaardefabriek en aluminiumsmelter op Paranam. In de zestiger jaren was Para het industriële centrum van Suriname. Om de sociale eenheid op de voormalige plantage te versterken en om ervoor te waken dat de bewoners de sweri naleven, werd er in 1951 een dorpsbestuur gevormd.
Volgens één van de nazaten, drs. Urwin Vyent, blijft de sweri knagen aan het geweten van iedere bewoner op de plantage. “Het maakt het bijna onmogelijk om grond op te eisen en om die vervolgens door te verkopen of als onderpand te laten dienen voor een lening. Onverwagt kan hierdoor niet alleen op kracht van de nazaten worden opgebouwd. Vanuit de overheid moet er zeker hulp komen. Het bouwen van een eigen woning is tegenwoordig eigenlijk een onmogelijke opgave geworden. De bouwkosten zijn voor velen niet op te brengen, terwijl een enorme behoefte bestaat om zelfstandig te wonen en een gezin te stichten.”
Ontwikkelingsvisie
Ook de economische situatie in Surina-me van de jaren tachtig en negentig heeft een enorme druk gelegd op het sociale en culturele leven in Onverwagt. Veel bewoners hadden geen vaste betaalde baan en de strijd om het hoofd boven water te houden, leidde onder de jeugd tot moreel verval. Geld om na de lagere school door te kunnen leren, kon door veel ouders niet meer worden betaald. Of ze zagen met lede ogen aan hoe hun kinderen de schoolbanken verlieten zonder diploma.
Criminaliteit, drugsgebruik en drugskoerierwerkzaamheden namen zorgwekkende vormen aan. Door de hoge bouwkosten zijn jonge gezinnen gedwongen bij hun ouders te blijven wonen en kunnen hierdoor moeilijk een zelfstandig gezinsleven stichten. Goed opgeleide bewoners van Onverwagt hebben het dorp verlaten en hun aandacht voor de ontwikkeling van het dorp nam steeds meer af.
Tegen deze achtergrond is in 1994 het besluit genomen om een plan op te stellen met als doel de duurzame sociaal-economische en culturele ontwikkeling in Onverwagt te bevorderen. In een pranasi konmakandra, een dorpsvergadering, werd een ontwikkelingsvisie aangenomen. De conclusie was dat men niet langer moest wachten op de overheid, maar terug diende te grijpen naar de ontwikkelingsvisie van de voorouders. Het dorpsbestuur beloofde zich sterk te maken voor een betere economische positie van het dorp, het waarborgen van een veilige samenleving en sociale samenhang in het dorp. Economische en culturele nalatenschappen en verworvenheden van het dorp moesten worden behouden en bevorderd. Dat moest er toe leiden dat iedere bewoner zich in voldoende mate kon ontplooien. Kortom, het Bossé-gevoel moest weer terugkomen.
Monument
Als onderdeel van het grote ontwikkelingsplan werd in mei 1998 een monument in Onverwagt onthuld, ter stimulering van de duurzame ontwikkeling en om eer te bewijzen aan het ontstaan van Onverwagt. Volgens Vyent hebben de bewoners met het oprichten van monument ‘Bosse Bromtjie Pren’ een symbool dat gevoelens van trots uitdrukt. “De bewoners kunnen met recht veel respect en begrip opeisen voor hun eigen cultuur, geschiedenis en de mate van zelfwerkzaamheid. Dit monument staat voor de wijze waarop de plantage jaren geleden door enkele familiehoofden met hard werken is opgekocht van de toenmalige eigenaar.” Inmiddels zijn de resultaten van het plan zichtbaar: het gemeenschapshuis is volledig gerestaureerd en dient als logeergebouw voor toeristen, de Hoykreek is op eigen kracht gebaggerd, de recreatiezaal is gerenoveerd en de begraafplaats is opgeknapt en wordt nu onderhouden. Het weggetrokken kader lijkt ook weer interesse voor ontwikkelingen in het dorp te tonen. Het ziet er naar uit dat de bewoners langzaam maar zeker weer in eigen kunnen geloven.
Ondernemerschap
Maar de sweri weerhoudt Bosse Kondre nog steeds van bepaalde ontwikkelingen, zoals het ondernemerschap op grote schaal. Natuurlijke hulpbronnen kunnen niet maximaal geëxploiteerd worden, waardoor investeerders niet in de rij staan om te investeren. Verhuur of verkoop van grond aan derden is niet mogelijk en de bewoners kunnen geen lening krijgen met hun grond als onderpand om te bouwen of om een bedrijf op te starten. Voor de boedelkwestie heeft men een scala aan oplossingsmodellen, maar geen concreet antwoord. De sweri laat, behalve een mooie en dappere geschiedenis ook een moeilijk te herstellen wond achter voor de bewoners van Onverwagt.