Onze medicijnenindustrie toe aan een injectie? – Parbode Sneak Peek
Stel u voelt zich niet lekker, u voelt zich ziek of erger nog ellendig. U gaat naar de huisarts. Wat verwacht u van haar of hem? Een goed advies, wat minder eten, wat meer bewegen? Of liever toch een zalf voor uw virus, een pil voor de pijn aan uw knie en een doorverwijzing naar de specialist?
Het eenvoudigst is een medicijn, weliswaar geneest ongeveer 80 procent van uw kwalen ook zonder medicamenten, maar toch… Liever mee verlegen, dan om verlegen. Gelukkig, de dokter schrijft al en opgelucht vertrekt u uit de poli met uw recept. Die opluchting duurt niet lang, want uw vaste apotheek heeft het gevraagde geneesmiddel niet in voorraad en een volgende apotheek kan u het middel wel verstrekken, maar alleen tegen betaling. Loperij, ergernis, stress, hoge bloeddruk!! En weer naar de huisarts.
Wie moet er eigenlijk voor zorgen dat er voldoende geneesmiddelen van goede kwaliteit beschikbaar zijn in ons land?
Het Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname ( BGVS) móet zorgen voor een optimale voorziening van geneesmiddelen in ons land. Speciaal met dat doel voor ogen is dit bedrijf in 1983 door de overheid in het leven geroepen. In principe moet het BGVS er dus voor zorgen dat alle nodige medicamenten altijd verkrijgbaar zijn. In ons land produceren we vrijwel geen medicijnen, dus zijn we genoodzaakt onze medicijnen te importeren, uit Nederland, uit Europa liever gezegd, maar ook uit landen als Canada, Maleisië, India, Brazilië en Argentinië.
Er zijn daarnaast ook andere spelers op de import markt. Die overige importeurs móeten niet, zij mógen medicijnen importeren. Sinds 1998 is de markt volledig vrijgegeven. In totaal zijn er momenteel zeker 15 tot 20 grote en kleinere importeurs.
Stemmen die importeurs met elkaar af?
Nee, dat doen ze niet. We praten met twee importeurs die we op uitdrukkelijk verzoek A en B zullen noemen. Importeur A bestelt zijn producten alleen in Nederland. De afnemers zijn apotheken, drogisterijen en ziekenhuizen. Importeur A bestelt op basis van de behoefte en speelt in op de schaarste: “Wat BGVS niet levert, dat proberen wij te leveren. Onze producten zijn iets duurder dan de medicijnen van het BGVS, omdat we ook afnemen van bedrijven die medicijnen leveren die wat duurder zijn.”
Importeur B haalt zijn medicamenten voor een groot deel uit Europa en voor een kleiner deel uit de Verenigde Staten, India en Canada. De bestellijst stelt hij samen op basis van de behoefte, met in zijn achterhoofd de vraag, of de medicamenten een toegevoegde waarde hebben. Importeur B levert aan alle bevoegde instanties. Er is volgens beide importeurs geen structureel overleg, geen afstemming tussen de importeurs onderling en evenmin met het BGVS.
BGVS-directeur Ingrid May: “De prijzen van de geneesmiddelen die het BGVS levert, worden door de overheid kunstmatig laag gehouden. De prijs van het BGVS geldt als richtprijs voor de verzekeraars. Er ontstaat dientengevolge een spanningsveld met de overige importeurs die niet kunnen concurreren.” En zo kan het gebeuren dat de klant bij de ene apotheek meer moet betalen voor eenzelfde geneesmiddel. Begrijpelijk dat cliënten vreemd opkijken wanneer ze met die prijsverschillen worden geconfronteerd.
Welke geneesmiddelen komen ons land legaal binnen?
Voor de import van medicijnen baseren de legale importeurs zich op de eerste plaats op de Nationale Geneesmiddelen Klapper (NGK). De website ngksuriname.org geeft een overzicht van deze medicijnen. Verzekeringsmaatschappijen als Assuria, Self Reliance en Parsasco hebben daarnaast hun eigen ‘klapper’ samengesteld. Die lijsten komen grotendeels overeen met de NGK. Maar heeft een klant bij een van deze verzekeringen een uitgebreid pakket afgesloten, dan heeft hij recht op een ruimere dekking en andere, soms duurdere, medicijnen. Ook komen er via het BGVS medicijnen binnen tegen malaria, tuberculose, hiv/aids en de bekende vaccins. Voor cliënten met ernstige ziektes kunnen speciale medicamenten en preparaten nodig zijn. Daarvoor kan men toestemming aanvragen. Het BGVS (‘Kwaliteit onze prioriteit’) test alle legaal geïmporteerde geneesmiddelen voor de zekerheid zelf nog een keer. Tot zover de legale weg.
Kunnen cliënten er zeker van zijn dat ze hun medicamenten op tijd en in voldoende mate vinden?
“Nee, niet altijd”, zegt BGVS-directeur May. ‘Nee’, zeggen de huisartsen die we hebben gesproken en ‘nee’, zegt ook de voorzitter van de apothekersvereniging Irvin Jong A Liem. Er is sprake van een regelmatig terugkerend tekort aan ‘essentiële geneesmiddelen’. We noemen medicijnen tegen hoge bloeddruk en diabetes. En dat is wel kwalijk in een land waar hart- en vaatziekten nummer-1 staan op de lijst van doodsoorzaken.
Wat zijn de knelpunten, anders gezegd hoe komt dat?
Het BGVS streeft ernaar om altijd alle medicijnen in haar assortiment beschikbaar te kunnen stellen, 100 procent beschikbaarheid is het doel. Dat lukt niet helemaal. In 2008 ging het om een percentage van 55 en na gestadige stijging is het percentage nu blijven steken bij 80 tot 85. Het is een uitdaging gebleken om verder te klimmen.
We noemen de knelpunten: dataverzameling is een knelpunt. Er zijn onvoldoende gegevens over het verbruik. Jong A Liem: “Dus lopen we met onze geschatte prognoses voor het jaarverbruik steeds achter de feiten aan.” Importeurs kijken naar de afname van de geneesmiddelen in het afgelopen jaar. BGVS als grootste geneesmiddelenimporteur doet op basis daarvan zijn bestellingen voor het volgende jaar.
Jong A Liem: “Het is niet zozeer een kwestie van onvoldoende beschikbare financiële middelen, of een importeur die zijn werk niet goed zou doen. Het heeft ook te maken met de onvoorspelbaarheid van de markt, of een veranderd beleid in het land van herkomst. Hij geeft een voorbeeld: “Een deel van onze medicijnen komt uit Nederland. In dat land hanteert men tegenwoordig een zogenaamd ‘preferentiebeleid’, dat wil zeggen van alle beschikbare medicijnen voor een bepaalde kwaal, kiest men telkens voor het goedkoopste goedwerkende middel. De overige medicijnen verdwijnen uit de handel en daarmee komt er meer druk op de wel aanwezige middelen. Afhankelijk van de voorraden in Nederland ontvangen wij dan een kleiner of groter gedeelte van onze bestellingen.”
May: “Het kan ook gebeuren dat we uit andere landen buiten Europa een bericht krijgen dat onze bestelling niet of niet volledig kan worden geleverd, om wat voor reden dan ook. Uitwijken naar andere landen kan niet zonder meer, omdat de medicijnen eerst geregistreerd zouden moeten worden door de registratiecommissie van het ministerie van Volksgezondheid, en dat is een tijdrovende procedure die in sommige gevallen een jaar of langer in beslag neemt. Voeg daar aan toe dat de productie en de levering van een volledige bestelling voor ons land vijf tot zes maanden kan duren en het wordt duidelijk dat er tijdelijke tekorten kunnen ontstaan aan bepaalde geneesmiddelen.’
Een ander gegeven is de introductie van de verplichte basiszorgverzekering in 2014. Sindsdien doen mensen die het zich vroeger niet konden permitteren, nu wel een beroep op de voorzieningen die de basiszorg biedt. Miriam Naarendorp, hoofd van de Farmaceutische Inspectie, de dienst die er onder meer op moet toezien, dat het bereiden, het importeren en het verstrekken van geneesmiddelen volgens de richtlijnen van de overheid gebeurt, geeft een voorbeeld van dat onvoorspelbare medicijngebruik: “In een periode van enkele jaren is de consumptie van paracetamol toegenomen van 2½ miljoen in 2011 naar 12 miljoen pillen in 2017.”12 miljoen in 2017” Let wel, deze cijfers betreffen die van het BGVS, de landelijke consumptie kan dus een stuk hoger zijn.
En volgens de gegevens van het BGVS is de gemiddelde consumptie van geneesmiddelen van de totale bevolking in ons land gestegen van 40 miljoen eenheden in 2008 naar meer dan 90 miljoen eenheden in 2017. Dat is een verdubbeling van de consumptie in een periode van nog geen tien jaar. Wat verder ook bijdraagt aan een toegenomen medicijngebruik zijn verbeterde behandelmethodes. Mensen leven daardoor langer en een hogere leeftijd gaat over het algemeen gepaard met een grotere medicijnconsumptie.
Het hele artikel is te lezen in het septembernummer van Parbode.