Oog in oog met de vliegramp van 7 juni 1989
Vlucht PY764 van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), die wordt uitgevoerd met de DC-8 Super 62 Anthony Nesty, verongelukt op woensdag 7 juni 1989 om 04.27 uur plaatselijke tijd. Het toestel vliegt te laag, raakt de top van een toncaboom, slaat in de lucht over de kop, stort neer en vliegt in brand op drie kilometer van vliegveld Zanderij. Er komen 176 mensen om het leven, 11 passagiers raken (zwaar)gewond.
Door Eric Kastelein
Aan boord zijn Surinaamse Nederlanders die op familiebezoek gaan, Surinamers die van familiebezoek terugkomen, toeristen, muzikanten van de kawinagroep Draver Boys van café Draver en achttien leden van het Kleurrijk Elftal, van wie er drie de crash overleven. Het is de grootste vliegtuigramp uit de Surinaamse geschiedenis.
De West kopt op 7 juni boven een artikel over de tragedie: Suriname in diepe rouw gedompeld. Dagenlang domineren in alle kranten rouwadvertenties van familie, van vrienden, van kennissen en rouwadvertenties als steunbetuiging van sportclubs, van verenigingen, van bedrijven, van organisaties, van winkeliers.
De latere schrijfster Tessa Leuwsha maakt het van dichtbij mee. Ze heeft naast haar studie een baantje op Schiphol en helpt bij het inchecken van de passagiers. In Fansi’s stilte. Een Surinaamse grootmoeder en de slavernij noteert ze: ‘Ik herinnerde me het jongetje dat bij het inchecken op de weegschaal was gaan staan en een oude vrouw die niets van haar boardingpass had begrepen’.
Monument op Rusthof
Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft rond 15 juni opdracht tot het ontwerp en de bouw van het Monument 7 juni 1989 met als datum van oplevering 22 juni. Deze korte termijn is belangrijk, omdat de negen lichamen die nog niet geïdentificeerd zijn snel begraven moeten worden. Het monument komt op de algemene begraafplaats Rusthof aan de Coppenamestraat (nu Jagernath Lachmonstraat). Hoewel door alle betrokkenen hard wordt gewerkt, vertragen de werkzaamheden door overvloedige regenval. Toch is het monument op tijd gereed voor de uitvaartplechtigheid op vrijdag 23 juni.
Ingenieursbureau Pronto maakt het ontwerp en geeft leiding aan de aannemers Van Kessel en Tjon Kie Sim. Het monument bestaat uit een rond plein in de vorm van een vliegtuigmotor met in het midden een kniehoog koepeltje. Dat verbeeldt de ronde punt aan het begin van de centrale as van de motor en is vervaardigd door Doorson’s. In het plein is de vijfpuntige ster van de Surinaamse vlag geconstrueerd en opgevuld met grind. Ieder uiteinde eindigt bij één of twee grafkelders met een platte deksteen. Op een betonnen bouwwerkje ligt een granieten plaat. Daarop staan de namen van de negen slachtoffers die nog niet individueel geïdentificeerd zijn.
De ingang tot het monument wordt gevormd door vier witte, vijf meter hoge zuilen met aan iedere zuil van boven tot onder een verticale metalen plaat met de namen van de slachtoffers. Bovenaan zijn vier gestileerde, opengewerkte straalmotoren gemonteerd, ontworpen en gemaakt door Waka Tjopoe.
Bij de centrale uitvaartplechtigheid op vrijdagmiddag 23 juni in het gebouw van stichting Pijl en Boog in de Waakhuyzenstraat zijn honderden nabestaanden aanwezig, president Ramsewak Shankar, vicepresident Henck Arron, leden van de ministerraad, leden van De Nationale Assemblée, bevelhebber Desi Bouterse, veel legerofficieren, mr. Reinier Kroon van de Nederlandse ambassade en buitenlandse diplomaten. Van de SLM woont alleen een directielid de plechtigheid bij. Na afloop brengen dragers de kisten modo futu, dansend, naar de graven op Rusthof.
Officiële rouwperiode afgesloten
De regering sluit op 7 juni 1999 na tien jaar de officiële rouwperiode af met een nationale rouwdag. President Jules Wijdenbosch spreekt tijdens een oecumenische dienst in de Congreshal op het Onafhankelijkheidsplein de nabestaanden toe over moed en kracht om door te gaan met leven. Op overheidsgebouwen hangen de vlaggen halfstok, chauffeurs van de PLO-busjes passen de muziek aan. Later op de dag wordt het monument op begraafplaats Rusthof bedolven onder kransen en bloemen van de honderden bezoekers. Om zes uur ’s avonds valt het land een minuut stil.
Oorzaak: ‘Pilot error’
Gezagvoerder Will Rogers en co-piloot Glyn Tobias krijgen bij de voorbereiding op de landing te horen dat mist het zicht beperkt tot negenhonderd meter. Tegen de instructie van de verkeerstoren in besluiten ze gebruik te maken van het Instrumental Landing System. Dit systeem is wel aanwezig op vliegveld Zanderij, maar niet operationeel. Als het Ground Proximity Warning System afgaat – dat alleen in werking treedt bij grote problemen – zet Rogers het alarm uit. Seconden later verongelukt vlucht PY764. De West publiceert in het artikel De laatste contacten tussen cockpitbemanning en de toren van Zanderij de letterlijke communicatie vlak voor het ongeluk. De laatste woorden op de tape: that’s it I’m dead.
Beide piloten zijn door de SLM ingehuurd via het Amerikaanse uitzendbureau Air Crew International. Uit onderzoek blijkt dat Rogers 66 jaar is – hij had 60 ingevuld – en te oud om als gezagvoerder te vliegen. Bovendien had hij geen brevet voor een DC-8. Co-piloot Tobias vloog onder een valse naam en had geen enkele ervaring met het vliegen van een verkeersvliegtuig.
Het rapport van Amerikaanse luchtvaartorganisaties Federal Aviation Administration (FAA) en National Transport Safety Board (NTSB) is duidelijk: ‘pilot error’ en het falen van de SLM bij het vooraf controleren van de informatie over de piloten.
Parbode wenst de nabestaanden veel kracht en sterkte toe.
Dit artikel is gepubliceerd in het juninummer 2022 van Parbode