Op Braamspunt graven alleen nog zeeschildpadden – Parbode Sneak Peek
Groot was de ophef twee jaar geleden toen aan vier ondernemers toestemming werd verleend zand af te graven op Braamspunt, een van de schaarse legstranden van onze zeeschildpadden. Milieuorganisaties en activisten waarschuwden voor ernstige verstoring van de legplaatsen. Sinds de bedrijvigheid op de zandbank, waren deze majestueuze kruipers in mindere aantallen op hun ‘zanddomein’ gekomen, hadden ze opgemerkt. Hoe ziet de situatie er nu uit?
Het is februari 2017 wanneer het nieuws van de zandafgravingen – nota bene midden in het legseizoen – spijkerhard aankomt in de gemeenschap. Onze redactie gaat met tientallen demonstranten mee, die zodra ze voet aan wal zetten, met protestborden zwaaien en leuzen scanderen naar de boosdoener, die niet ter plekke is: ‘Alleen schildpadden graven hier!’, ‘Save our turtles!’ Die schuldige is ongetwijfeld Regillio Dodson, minister van Natuurlijke Hulpbronnen. Dodson. Enkele dagen eerder had hij nog verklaard: ‘We hebben zoveel mogelijk geprobeerd een balans te vinden tussen milieubescherming en het economisch belang’ en: ‘We hebben bij inspectie geen enkele spoor van zeeschildpadden gezien’.
Enkele maanden later zitten we weer in een bootje op weg naar de zandtong in de monding van de Surinamerivier, dit keer met een groep jachtopzieners, compleet in uitrusting. Het is vloed. Bij het uitstappen klotst het water tegen hun laarzen. Ze lopen naar een tent, waar ze hun bagage uitladen. Boven het strand cirkelt een helikopter. Na een tijdje vertrekt die ergens richting het zuiden, naar de bewoonde wereld. Inmiddels zijn de jachtopzieners druk doende hun meegenomen drones te lanceren. Met het oog op het aanstaande legseizoen, moeten ze een vracht aan voorbereidingen treffen. Roy Ho Tsoi, die behalve hoofdjachtopziener ook afdelingshoofd bij Natuurbeheer is, geeft wat instructies. Hij legt ons uit dat ze jaarlijks de situatie evalueren. “We stemmen dan af met allen die te maken zullen hebben met de bescherming van de zeeschildpadden, we wisselen dan de laatste informatie uit met WWF in Suriname, de politie, het Openbaar Ministerie, de jachtopzieners. De aanpak wordt aangepast, roosters uitgezet, zodat we onze mensen op de stranden kunnen hebben.” Controle en het tellen van zeeschildpadden die op Surinaamse stranden komen leggen, zijn onze vaste taken. Dat gebeurt niet over de gehele lengte van het strand waar de nestende vrouwtjes komen, maar in afgebakende gebieden waar bekeken wordt hoeveel zeeschildpadden per avond komen leggen. “In het Galibigebied gaat het om het Babunsantistrand en dichter bij Paramaribo het gedeelte van Braamspunt”, verduidelijkt Ho Tsoi.
Bedreigd
Op het strand ligt het karkas van vermoedelijk een vrouwtje dat haar terugreis niet heeft volbracht. De tijd heeft haar opgegeten.
Een groep vissers meert aan. We mogen wat vis tegen een gereduceerd tarief kopen, ook krijgen we wat garnalen mee. Of er weleens zeeschildpadden in hun netten vastzitten? “Sometimes. We don’t fish where the turtles swim.” De man, met Guyanees accent, houdt vol dat de vissers gevangen zeeschildpadden altijd proberen los te krijgen. Informatie van het World Wildlife Fund, WWF, toont dat de zaak niet zo rooskleurig is als wordt voorgesteld. Wereldwijd belanden jaarlijks zo’n 300.000 zeeschildpadden in vissersnetten. Ook voor Suriname zijn de cijfers zorgwekkend. In 2012 raakten meer dan vierhonderd aitkanti in visnetten verstrikt.
“We hebben voor vissers een waterbestendige gids gemaakt over bedreigde en beschermde soorten zoals haaien, roggen, zeeschildpadden en dolfijnen. Zodat ze de soorten welke gevangen worden kunnen identificeren en weten op welke manier ze het beste deze dieren uit hun netten kunnen bevrijden. Het laatste onderzoek naar bijvangst is in 2016 gedaan”, merkt WWF-functionaris Michael Hiwat op. “Vissers maken zeeschildpadden los, maar lang niet altijd overleven ze. Zeeschildpadden hebben longen. Als ze te lang onder water blijven, verdrinken ze. Er zijn vissers die moeite doen om ze uit de netten te halen, maar sommigen hebben geen geduld en kappen ze dood. Ook dolfijnen, zeekoeien, haaien, roggen worden bedreigd. We zijn een aanpassing aan het visnet, turtle excluder device, aan het ontwikkelen en testen samen met het FAO, de Visserijdienst en de Surinaamse trawlers. Voor de garnalenvisserij is het gebruik van een turtle excluder device sinds 1999 verplicht”, aldus Hiwat.
“Zeeschildpadden zijn internationaal bezien heel kwetsbaar en ernstig bedreigd”, benadrukt Ho Tsoi. “In Suriname zijn ze beschermd door de Jachtwet, het seizoen om op ze te jagen is het gehele jaar gesloten. Ook het raapseizoen.”
Toch worden er jaarlijks duizenden eieren bij stropers onderschept. Er zijn in 2017 maar liefst 68.000 eieren onderschept, in 2016 ging het nog om 34.000, waarvan er 19.105 vernietigd zijn en 15.100 opnieuw in nesten werden begraven.
Ho Tsoi: “We zien een enorme groei van stroperij de afgelopen jaren. Ook in het aantal aangehouden mensen dat zich schuldig maakte aan de verkoop van zeeschildpadeieren. Het is niet echt minder geworden. Er is een vaste groep die zich met deze activiteit bezighoudt.”
Een sprong naar derde kwartaal 2017.
Het is al schemering als we Braamspunt bereiken. De bootsman trekt zijn gemotoriseerde korjaal op het strand. Het is eb, dus springen aan wal geblazen. De afgelopen maanden zijn er pontons vol afgegraven zand richting de bewoonde wereld gegaan. Volgens NH-minister Dodson noodzakelijk, want er is een belangrijke afhankelijkheid van de bouwsector voor schelpen. Hoofdjachtopziener Ho Tsoi loopt het strand op, op zoek naar jachtopzieners die ter plekke overnachten. Hij wijst richting een paar bouwvallige optrekken. De wandeltocht verloopt moeizaam door zand, onkruid en aangespoeld hout. De ondergaande zon biedt een pittoreske aanblik, terwijl de indringende geur van vis vermengd met brakke water ons tegemoet waait.
Van schildpadden nog geen spoor te bekennen. Wel zien we uitgelegde nesten en sporen als tractorbanden. Onderweg lopen vrijwilligers en een jachtopziener ons tegemoet. Ze hebben een vaste post op Braamspunt, want stroperij is erg serieus. “Jullie zijn een beetje laat, het seizoen is haast voorbij. Als jullie geluk hebben kunnen jullie nog zeeschildpadden spotten”, krijgen we te horen. Een emmer komt tevoorschijn waarin prille schildpadjes zwemmen. Ze zijn verdwaald en de verkeerde richting het land opgeklauterd. De beestjes passen in een handpalm. Het is onvoorstelbaar dat ze zullen uitgroeien tot een reptiel van wel één ton. Later op de avond mogen we ze in de zee leggen. ‘Bye!’, roepen we in koor wanneer de watervlugge dieren kopje onder gaan in de golven. De hele avond turen we naar de zee om een glimp van een zeeschildpad op te vangen, maar om drie uur in de ochtend geven we de moed op en keren huiswaarts. Juist wanneer we op Leonsberg arriveren, belt een jachtopziener ons op: “Net wan tu bigi wan kon.”
Lees het hele artikel in de aprileditie van Parbode.