Op hoge hakken door het parlement
De één strak in pak, de ander in een trendy truitje. Hun visies liggen mijlenver van elkaar verwijderd en ze voeren een felle strijd om de stem van de kiezer. Toch hebben de Assembleeleden Jennifer Simons, Sharmila Mansaram en Ruth Wijdenbosch veel met elkaar gemeen. Ze laten zich door niemand op hun kop zitten, gaan geen discussie uit de weg en bovenal zijn ze vrouw.
Politiek is een mannending. Ten-minste, als je de cijfers moet geloven. De dertien dames die de Nationale Assemblee telt, moeten opboksen tegen drie keer zoveel mannen. Door de hoge werkdruk en dominante mannencultuur bedanken de meeste vrouwen voor een carrière in de politiek. Jennifer Simons niet. Met haar chique mantelpak en zelfverzekerde blik is ze een kordate verschijning. Al veertien jaar lang combineert de 56-jarige NDP’er haar medische loopbaan met een druk politiek bestaan. Hoewel ze het belang van voldoende vrouwen in de Assemblee onderschrijft, is dat voor haar nooit reden geweest om het politieke veld te betreden. “Ik zit niet in de politiek om als vrouw mijn stem te laten horen. Ik uit mijn mening wel als vrouw, maar bovenal als mens en Surinamer.”
Sinds de start van haar politieke carrière staat haar agenda bomvol. “Politiek eist je helemaal op, je bent er dag en nacht mee bezig. Zonder mijn man en moeder had ik het nooit gered. Zij hebben me erg geholpen met de opvoeding van mijn kinderen.” Volgens Simons is de werkdruk één van de redenen waarom vrouwen niet happig zijn om de politiek in te gaan. “De opvoeding van een klein kind valt moeilijk te combineren met een druk parlementair bestaan.”
Sharmila Mansaram: ‘Mannen binnen mijn partij zijn soms zelfs een beetje bang voor mijn mening’ | Jennifer Simons: ‘Vrouwen moeten meer van zichzelf laten horen’ | Ruth Wijdenbosch: ‘Er is geen garantie dat het aantal vrouwen in de politiek zal stijgen' |
Huiverig
Sharmila Mansaram sluit zich daarbij aan. In strakke spijkerbroek en op hippe hakken stapt de 35-jarige VHP’er zelfverzekerd door het Assembleegebouw. “Zonder steun van familie kun je een carrière in de politiek wel vergeten.” De politica weet als geen ander hoe lastig het is om privé en politiek in goede banen te leiden. Ze scheidde na een tienjarig huwelijk van haar man, omdat de politiek al haar vrije uurtjes in beslag nam. “Mijn man vond dat lastig. Ik was constant huiverig want als ik niet op tijd thuis kwam, keek ik weer tegen een opgezwollen gezicht aan. Mijn werk leed daaronder. Daarom hebben we er een punt achter gezet. Ik heb een eed afgelegd, ik kon de mensen die op mij stemden niet in de steek laten. Het was een lastige beslissing, maar uiteindelijk heb ik voor mijn land gekozen.”
Als enige vrouw in de VHP-fractie staat Mansaram zelfverzekerd haar mannetje. De politica trekt zich niets aan van de mannenwereld waarin ze werkt. “De Hindostaanse cultuur is masculien. Onze vrouwen zijn onderdanig aan hun mannen. Ze zijn vaak actief achter de schermen en laten de leiding over aan de heren. Ik ben het daar niet mee eens, ik zeg mijn zegje, of je het er nu mee eens bent of niet. Gelukkig word ik ook door de mannen binnen mijn partij altijd serieus genomen. Zij zijn soms zelfs een beetje bang voor mijn mening.”
Verhard
Ook de 62-jarige Ruth Wijdenbosch voelt zich inmiddels geaccepteerd. De langstzittende politica van Suriname maakt zich al vijf regeringsperioden sterk voor de NPS. Ondanks haar vriendelijke uitstraling en zachtaardige karakter laat ze niet over zich heen lopen. “Ik heb me nooit op mijn kop laten zitten, mij krijg je niet stuk. Er zijn nog wel eens mannen die dat proberen, maar na al die jaren ben ik totaal verhard. Je kunt mij geen knollen voor citroenen meer verkopen. Pas als je kennis van zaken hebt, word je geaccepteerd. Vrouwen moeten in de politiek extra hun best doen. Wanneer je faalt, faalt vijftig procent van de samenleving. Mensen zullen dan roepen: zie je wel, vrouwen kunnen het niet. Zo ontstaat een negatief imago.”
Hoewel het aantal vrouwen in de Surinaamse politiek flink is gegroeid, wil het nog niet vlotten in de regering. Het kabinet telt slechts elf procent dames. Doorgroeien naar leidinggevende posities blijft een heikel punt. Als vice-voorzitter van de Assemblee ervoer Wijdenbosch hoe het is om leiding te geven in een mannenwereld. “Er waren heren die er moeite mee hadden dat ik hen terecht wees. Ze konden er niet tegen om door een vrouw op hun plaats gezet te worden. Ik trok me daar niets van aan.”
Mentaliteit
Niet alle vrouwen trotseren zo gemakkelijk de mannenheerschappij. Het probleem kent volgens Simons twee gezichten. “Aan de ene kant houden mannen de machtsposities, die ze in de geschiedenis verworven, bezet. Aan de andere kant moet de mentaliteit van vrouwen veranderen. Ze moeten meer van zichzelf laten horen. Meisjes zijn van nature wat meer verlegen en ze zien zichzelf niet snel in leidinggevende functies. Het past niet in hun beeld van vrouw zijn.”
De media maken het er niet gemakkelijker op, vindt Mansaram. “Je wordt dikwijls door het slijk gehaald. Er wordt van alles over je geschreven, vooral vrouwen moeten het ontgelden. Zo lijkt een buitenechtelijke relatie voor een man veel minder schadelijk dan voor een vrouw.”
Ook de politieke gewoonten van mannen vormen een obstakel. “Ze hebben de neiging hun zaakjes voor en na de vergadering te regelen, terwijl vrouwen liever met het vraagstuk aan tafel komen”, legt Simons uit. “Vaak schuif je aan als de zaak al is beklonken.” Mansaram onderschrijft het verschil tussen de seksen. “Vrouwen zijn geneigd hun mening meer te onderbouwen, ze verrichten vaker uitgebreide studies. Dat pakt trouwens niet altijd goed uit, het kan ook resulteren in gezeur.”
Regulering zou volgens Simons en Wijdenbosch een oplossing zijn. Simons: “Vrouwen moeten de kans krijgen om hun basis te verbreden. Het minimum aantal vrouwen moet daarom bij wet worden vastgelegd worden. Uiteindelijk moeten we naar minstens veertig procent. Het is noodzaak dat zo’n quotumregeling serieus ingevoerd wordt en voor zowel de politieke partijen in de Assemblee als de regering geldt.”
Volgens Mansaram moet het probleem echter ook bij de wortels aangepakt worden. “Onderdanigheid wordt van moeder op dochter overgedragen. Vrouwen moeten zich daar bewust van worden en dat proces doorbreken.” Simons is het daarmee eens. “Meisjes moeten al vroeg gestimuleerd worden om leiding te geven. Jongens hebben de neiging om zichzelf te overschatten, terwijl meisjes meer terughoudend zijn.”
Toekomst
Mansaram denkt dat de situatie in de toekomst zal verbeteren. “Vrouwen zijn meer aan zet dan voorheen. De afgelopen jaren is het percentage vrouwen in de politiek flink gestegen.” Zelf zal Mansaram na de verkiezingen niet meer verschijnen in de Assemblee. “Er is een andere vrouw gekandideerd. Ik vind dat geen probleem, ook nieuwkomers moeten immers de kans krijgen om door te groeien. Ik blijf in ieder geval actief bij mijn eigen partij. De VHP is mijn huis, en daar blijf ik in.”
Wijdenbosch is minder optimistisch. “Ik vrees voor achteruitgang. Er is geen enkele garantie dat het aantal vrouwen zal stijgen. Er is een trend gaande waarbij veel partijen in elkaar opgaan. Ik vrees dat vrouwen in dat proces naar achter geschoven worden. We moeten daar alert op zijn.” Rustig wachten op betere tijden heeft volgens Wijdenbosch geen zin. “De maatschappij en vrouwenbewegingen moeten van zich laten horen en het belang blijven onderstrepen van meer vrouwen in de politiek. We moeten er gezamenlijk hard voor blijven vechten.”