Op weg naar bloei…
Suriname mag al 35 jaar haar eigen koers bepalen. Vier jonge mensen die gevormd zijn door een zelfstandig Suriname, geven hun mening over de keuzes die het land zou moeten maken om tot bloei te komen.
Girish Ganga, 27, manager bij Infinity, zegt dat Suriname toch eens onafhankelijk had moeten worden. “Je zag dat veel landen toen die stap maakten. Misschien is de onafhankelijkheid slecht voorbereid, want Suriname draaide goed en de munt was sterk. We waren in een bloei, maar ik denk dat het beter was geweest als alles geanalyseerd was om het zelf te kunnen voortzetten. We kunnen na 35 jaar onafhankelijkheid stellen dat ons land een positieve ontwikkeling doormaakt, we krijgen ook steeds meer hogere opleidingen. Er is nog veel te doen om het land te ontwikkelen, dat is het voordeel van een ontwikkelingsland. Het is belangrijk om als Surinamer wat terug te doen voor je land. Het zou goed zijn als zij die in het buitenland studeren hun kennis en ervaring in Suriname komen toepassen. Ik denk ook dat er een grotere bevolking nodig is om ontwikkeling te brengen. Ik volgde laatst een seminar over de ontwikkeling van landen met een bevolking van een paar miljoen mensen. Wij hebben maar vijfhonderdduizend inwoners. Het zal heus geen gemakkelijke taak zijn een land te besturen, want het is geen bedrijf, maar de regering moet wel beter managen. Wanneer een nieuwe regering komt, zetten ze ambtenaren van de oude regering op non-actief. Die krijgen aan het eind van de maand hun salaris, ons belastingsgeld. De private sector moet een grotere bijdrage gaan leveren, met eigen productie en export. Als er een gezond investeringsklimaat komt, dan zal Suriname hiervan profijt hebben. Het grootste gedeelte van het land draait nu op import en dienstverlening. Het toerisme moet daarom ook verder ontwikkeld worden, landen als Suriname zijn namelijk aantrekkelijk voor mensen uit koude landen.”
Clifton Keenswijk, 29, directeur van de Antidoping Autoriteit, kan niet met zekerheid stellen dat de voorbereidingen naar de onafhankelijkheid optimaal waren, maar is toch blij dat het besluit genomen is. “Het getuigde van moed, zeker omdat velen fel gekant waren tegen de dekolonisatie. Minstens even moedig zijn de Surinamers, die na de onafhankelijkheid bleven om te helpen bij de opbouw van ons land. De toekomst was onzeker, maar toch hebben deze Surinamers het besluit genomen om in hun land te blijven. Dat is moed, dat is vaderlandsliefde.”
Volgens hem is Suriname een gezegend land met een enorme potentie. “Als ik naar de afgelopen 35 jaar kijk dan concludeer ik dat deze potentie onvoldoende is benut. Het is belangrijk dat we lering trekken uit de fouten, maar ook uit de vele zaken die goed zijn gegaan. Suriname is een jonge republiek die zich nog in de groeifase bevindt, dus ik ben er van overtuigd dat dit land tot grote hoogte gebracht zal worden.
Terugblikkend zie ik etnische politiekvoering als grootste knelpunt. Als elke politieke partij de totale samenleving als achterban zou beschouwen, zou Suriname op een veel hoger niveau functioneren. In plaats daarvan zien we dat vele partijen slechts bepaalde delen als hun achterban beschouwen. Vormen deze partijen een regering, dan focussen ze op die specifieke achterban. Een regering dient één doel, één agenda te hebben. Als je een aantal paarden voor een kar spant, en die paarden allemaal een andere richting op lopen, zal die kar vooruit gaan? Een bekende uitdrukking is dat we in Suriname vredig naast elkaar leven. Ik denk dat we ernaar moeten streven om vredig met elkaar te leven.”
Natalie Lui, 27, projectcoördinator bij Early Childhood Development, ziet het besluit om onafhankelijk te worden als een voldongen feit. “Ik kan erom gaan klagen, dat het helemaal geen nut had, of er mee leren omgaan. In de huidige wereld zal geen enkel land overleven door zich af te zonderen en op te stellen als daadwerkelijk onafhankelijk. We zijn een soevereine staat, maar de wereldpolitiek heeft invloed op Suriname, denk maar aan de economische crisis.
Een knelpunt is dat wij niet genoeg samenwerken. Versnip-pering leidt tot ‘eigen belang politiek’. We moeten ook afstappen van de klaagcultuur. Ik zeg daarmee niet dat wij geen kritiek moeten leveren. Elke Surinamer moet zijn dromen kunnen verwezenlijken. Iedereen moet een persoonlijke visie hebben welke bijdraagt aan de welvaart en het welzijn van ons land en dat betekent dat wij gedreven moeten zijn voor ons land. Het klinkt als een cliché, maar wij moeten meer ondernemingszin hebben. We moeten hard zijn, maar niet harteloos, en elke dag de lat een beetje hoger leggen zodat de kwaliteit van ons werk verbeterd wordt. Liefde hebben voor je land begint bij de kleine dingen zoals het niet vervuilen van je land. Waarom lukt het grote landen wel om hun land netjes en schoon te houden, ondanks dat zij veel meer vuil produceren? Wij zijn ook in staat uit te groeien tot een land waar elke toerist na de eerste keer terug wil komen, maar in een vuil land kom je niet gauw terug.”
Lindsay MacDonald, 27, marketing manager bij HEM Suriname. “Eerlijk gezegd heb ik nooit serieus over de aanleiding van het besluit nagedacht”, vertelt MacDonald, wanneer haar wordt gevraagd wat zij vond van het proces naar de onafhankelijkheid toe in 1975. “Ik heb wel het idee dat Suriname een beetje te happig was om op eigen benen te staan, 35 jaar geleden. Te snel alleen lopen terwijl nog veel steun van Nederland en andere landen nodig was om verder tot ontwikkeling te komen.” Niet goed voorbereid dus, maar wij moeten volgens MacDonald ook niet te hard van stapel lopen. “Wij zijn nu pas 35 jaar onafhankelijk van Nederland en dan willen wij ons zelf meteen vergelijken met de ontwikkelde landen in de wereld. Deze landen hebben er ook jaren, zelfs eeuwen, over gedaan om te komen waar zij nu zijn. Dus als je het mij vraagt heeft ons klein land Suriname het wel redelijk goed gedaan. Beter kan het altijd!
In de afgelopen 35 jaar is er veel gebeurd in Suriname tussen de verschillende groepen die aan de macht wilden komen, zogenaamd ter verbetering en ontwikkeling van Suriname. Maar er is ook veel vernietigd en kapot gemaakt door onze eigen Surinamers. Ik hoop dat dit zich niet meer zal voordoen en dat wij de komende jaren als Surinaams volk, samen kunnen werken aan de opbouw van land en volk; ongeacht etniciteit en politieke kleur.”