Op zoek naar onze ‘soul’
Een paar verkiezingsvlaggen beginnen al wat te verkleuren. Ik zal het toch wel missen, die uitbundig wapperende vlaggenparade. Die vlaggen gaven zoveel kleur aan onze straten en auto’s. Vergane houten gebouwen,donkere straten en afgelegen buurten kregen fleur. Alsof Suriname voor even haar ‘soul’ liet zien, wat ik voor het beeld wel aardig vind. Maar zit onder dat aardige beeld eigenlijk wel de échte soul van Suriname?
‘Soul’ is het hebben van inspiratie, van gevoel, emotie en passie. Het is een spirit waarop je drijft, en tegelijkertijd ook een committent, vol warmte en energie. In Puerto Rico hebben artiesten en kunstenaars zich opgeworpen om de soul van Puerto Rico terug te vinden. Met raps en muurschilderingen maken zij hun statements over wat Puerto Rico in hun ogen is: een land van hoop, kracht, uitdaging en wat zij noemen ‘anders zijn’. En er is een gretigheid waarmee vooral het ‘anders-zijn’ getoond wordt in de artistieke uitlatingen. Een worsteling waarmee zij zich niet alleen willen losmaken van het beeld van de Amerikaanse achtertuin, maar ook van de te simpele paradijselijke Caribische voorstelling. Puerto Rico wil passie laten zien, mensen met gedachten, met visie, met wensen. De Engelse internationale nieuwszender BBC wijdde er een reportage aan en noemde het een gevecht van kunstenaars en artiesten om Puerto Rico’s soul terug te halen.
Surinames soul is nog maar moeilijk te vatten – als die er al is. In de afgelopen maanden kwam het verwarrende geheel van vlaggen samen met onze vooroordelen en etniciteiten, en dat brengt ons nog maar weinig soul. Waar is de muziek van de samenleving, behalve de soul op de dansvloer en de zondagochtendmuziek van mijn buurman? “Soul voel je in je hart, die warmte van die muziek, daarom dansten we altijd op een tegel”, weet een owru dansi man en kenner van de soulmuziek mij te vertellen. “Je herkent het gelijk, het kruipt vanuit je tenen naar je hart, echt.”
En het hart van de samenleving? Hoe vormt onze samenleving zich zodanig dat we onze soul ook inderdaad herkennen? Wie we zijn en hoe we ons vol overgave willen presenteren, kan niet vroeg genoeg beginnen. Helaas staat het ‘over jezelf nadenken’ nog erg haaks op de veelal autoritaire houding die leerkrachten aannemen om onze kinderen te vormen; niet al te soul-gevoelig dus. Op de school bij mijn jongste dochter ging het zoals elk jaar weer helemaal mis toen men voor een motivatieproject wilde inventariseren waar iedereen ‘vandaan komt’. Een goede stap naar vorming, zo’n motivatieproject, maar helaas toch een kleine misstap toen de vraag werd gesteld: ‘wat ben jij?’. Blijkbaar was het belangrijk om de afkomst van elk kind op te nemen. Net als haar oudere zussen zei mijn dochter dat ze Surinamer is. Maar dat kon niet; er bestond geen vakje Surinamer. Het was niet anders: je bent Creool, Javaan, Chinees of Hindostaan. Met bosnegerstammen moet je al helemaal niet aankomen, en alle mixkinderen die nergens ondergebracht kunnen worden, worden – omdat het moet – gelabeld als ‘Creool’. Wie al een soul zou hebben, komt hierdoor regelmatig in botsing met deze soul-loze systemen. De school als onderdeel van ons democratisch systeem zorgt voor een erg zwaar hoofd.Wat doet het democratisch systeem dan wel om die samenleving te kunnen vormen? In de afgelopen maanden bleek hoe zeer onze democratie verbonden wordt met politiek, iets dat volledig voorbijgaat aan het werkelijke democratisch ideaal. Het is in Suriname, maar ook in de rest van de wereld, ver te zoeken.
De basis van de democratie zoals die in het oude Griekenland is ontstaan, wordt meteen boeiende kijk van de in Griekenland geboren politieke filosoof Cornelius Castoriadis neergezet door Damon Young, een Australische filosoof. Hierover schrijft hij in zijn boek Afgeleid, dat zich richt op de filosofie voor een vrijer leven. Hij stelt dat we zwaar zijn afgeleid van waar het in deze democratie van Castoriadis werkelijk om ging. In het betoog van Castoriadis ligt de sleutel van de democratie bij de inwoners zelf: ‘een samenleving is zelfschepping’. Toen de Grieken ‘s werelds eerste democratie ontwikkelden, was dat niet zomaar een nieuw politiek bestuur, maar een poging een nieuw beeld te vormen, om zich een nieuwe voorstelling te maken van wat het betekende om mens te zijn.
In Suriname zien we raakvlakken hiermee in de filosofische benadering van de Inheemsen en Marrons, over wat het betekent om in harmonie met de natuur te leven. Een filosofie die echter onder druk staat doordat ontwikkelingsdoelen zich los worstelden van de doelen van mens en natuur. Grote krutu’s dienen om te verhalen over het leven, over de gang van zaken, over vooruitgang. Jong en oud, leiders en vissers, er wordt geen onderscheid gemaakt.
Zoals de Grieken aangaven, was het niet de koning of de politieke gemeenschap die bepaalde hoe het maatschappelijk leven eruit moest zien, maar de burgers zelf. ‘Men was niet bezwaard met vooroordelen of discussies over ras, noch had men een utopische voorstelling of hield men er dominante denkbeelden op na.’ Er vonden vrije dialogen plaats, op straat en in het theater, om kritisch naar de mens en haar vorming te kijken. Er was een balans tussen individu en samenleving. Nee, het was niet het soort politiek dat wij nu kennen. De Grieken gebruikten hun kunst, het toneelspel en de filosofie als bronnenvoor nieuwe denkwijzen en manieren om wat zij noemden ‘het drama van het mens-zijn’ te bevatten en aan te voelen. Bij ons zien we dat dit voor onze natuurafhankelijke volken de natuur, de verhalen en de filosofie zijn. Dat de politiek van vandaag ver staat van Castoriadis, behoeft geen betoog.
Betrokkenheid van de samenleving in haar eigen vorming is ook in Suriname helaas voor het grootste deel nog steeds een zaak van de politiek. Het vlaggenvertoon van de afgelopen maanden leverde een mooi beeld op, maar was slechts een uitvloeisel van een politiek strijdtoneel.
Een strijdtoneel dat Young in zijn betoog vergelijkt met Machiavelli’s constante oorlog. Hebben we niet genoeg passionele politieke taal gehoord met metaforen die je ook op het strijdtoneel aantreft? ‘Confrontaties’, ‘we pakken ze’, ’in stelling brengen’, ‘koppen vallen’, ‘overlopers’, ‘verraders’. Een soul search levert voorlopig helaas nog slechts de overblijfselen van dit strijdtoneel op, met vlaggen als mijlpalen voor politieke overwinning en ondergang, maar nog een lange gang naar de echte soulmuziek van een samenleving. We zullen onze natuurafhankelijke volken moeten koesteren, om iets van soul in onze tenen te voelen. En bij mij in de straat natuurlijk, op de zondagochtend, dankzij mijn ‘soul’-buurman.