Opinie: Burgers leveren sterk signaal, maar politici slaan de bal mis
In totaal deden zo’n 120 bedrijven mee met het protest vandaag. Op het Onafhankelijkheidsplein werd gelachen, gejoeld en gepocht met bordjes en opschriften, met aardappelen en uien. Opvallend aan het protest was echter niet het aantal, maar de kleding van protestanten.
Tekst Zoë Deceuninck
Van Kirpalani, Köpcke Trading, Subisco en de Hakrinbank tot verplegers, studenten en monteurs in uniform: het grootste deel van de protestanten stond deze ochtend bewust in zijn/haar werkkleding op het plein. Hiermee sturen ze een krachtig signaal naar de regering: ‘Wij zijn de ruggengraat van de Surinaamse economie. Als we willen, leggen we de boel helemaal plat’. Deze waarschuwing is bewerkstelligd zonder staatskas en/of -middelen. Dit is eigen wil, motivatie en inzet van oprecht bezorgd/boze burgers. De organisatie is jong en kwam origineel uit de hoek. De standaard geluidsstereo werd aangevuld met een grote truck in de kleuren van de Surinaamse vlag. Initiatiefnemer Stephano ‘Pakittow’ Biervliet kreeg de menigte vlot aan het joelen én het lachen en protestanten gingen gezamenlijk live op Facebook om zo het bereik – en de eenheid – te vergroten. Het protest was groot en het was goed, maar eerlijkheidshalve moet gezegd worden: het kon groter en het kon beter. In tegenstelling tot andere bijeenkomsten, had dit protest geen gericht doel en geen gedroomd resultaat. Er werden veel eisen gesteld – Bouterse moet weg, Hoefdraad moet weg, de regering moet weg, de koers moet omlaag en we willen ons geld terug –, maar geen enkele was nieuw. Er kwamen teveel mensen aan het woord met elk hun eigen agenda. Er werd geroepen dat het beleid de burgers heeft gefaald, leerkrachten zich niet laten intimideren, het volk is verarmd, dat jongeren in de steek zijn gelaten, illegale goudwinning wordt gefaciliteerd, corruptie floreert, dat grond zomaar wordt weggeven en er werd – herhaaldelijk – opgeroepen dat we op 25 mei bewust moeten gaan stemmen. Ook dat horen we al langer dan vandaag. Het stelt het doel van deze protestmars in vraag.
Politieke partijen en belangenorganisaties roken hun kans en drongen elkaar voorbij om het podium te bestijgen. Eenmaal achter de microfoon, voerde aloude propagandataal de boventoon, op een enkele uitzondering na. ‘Wij zullen niet stelen’, ‘Wij zullen niet liegen’, ‘Wij zullen voor verandering zorgen’ schelde herhaaldelijk door de luidsprekers. Enkele (toekomstige) politici gaven zelf toe aanvankelijk geen vertrouwen te hebben in de opkomst van vandaag. ‘Ik had het niet zo groot verwacht’, zeiden ze. Niet verbazingwekkend, want het handjevol aanhangers dat ze zelf met zich mee hadden was nog niet genoeg om het balkon van het presidentieel paleis te vullen. Diezelfde partijen die het land mobiliseren voor hun massameetings konden het vandaag niet opbrengen hetzelfde te doen. Deze keer niet in het belang van hun partij, maar van hun land. Ze surften mee op de golven die Biervliet voor ze had gemaakt, maar weigerden zelf te peddelen. Van Nickerie tot Sipaliwini en Marowijne, waar de gewone burgerorganisatie financieel tekort schoot, konden partijen inspelen. Of ze hadden zich er helemaal buiten moeten houden. Maar door te wedden op twee paarden spelen ze de tegenstander in de kaart. Politici hebben het neutraal podium – dat niet voor hun was opgezet – misbruikt om hun politieke tegenstander te bekladden. En dat terwijl Biervliet er – al dan niet tegen beter weten in – op aandrong dat dit geen anti-NDP bijeenkomst was. Dit was een protest voor Suriname. Het volk begreep dat, de oppositie niet. Op 24 februari grijpt de NDP haar kans.