Opinie: Klassiek schreeuwen in DNA – Parbode Sneak Peek
De pot verwijt de ketel
Er komt opnieuw een rij- en voertuigenbelasting. Het gekibbel dat daaraan vooraf ging in de Nationale Assemblée ging niet over de wet zelf. De oppositie besloot om geen ‘overbodige’ energie in een discussie over de wetsinhoud te steken, want de coalitie ‘heeft toch de meerderheid’.
De energie om de regering onder vuur te nemen was daarentegen alweer onuitputtelijk. Met aan de overzijde een coalitie die niet zomaar over zich heen laat lopen, kregen we een klassieke DNA-vergadering voorgeschoteld. Terwijl wij alweer aan het rekenen waren geslagen hoe we die rij- en voertuigenbelasting dan wel zouden betalen, strooiden de oppositieleden met verwijten ‘ter onzer verdediging’. Een strategie die zo stilletjes aan meer op de zenuwen werkt dan op veel respect kan rekenen.
De oppositie verweet de regering het volk dubbel te ‘pakken’ door de government take in de brandstofprijs niet af te schaffen, maar daarbovenop juist een nieuwe belasting voor onderhoud van infrastructuur te leggen. Maar schreeuwen dat de coalitie het volk ‘verarmt en verpaupert’ maakt ons geen SRD rijker.
De verwijten van de oppositie naar de coalitieleden zouden ergens nog een gevoelige snaar kunnen raken, ware het niet dat ze enkele dagen ervoor in alle talen zweeg over de 25 procent loonsverhoging van assembleeleden, ministers, de vicepresident en president. Omdat hun schadeloosstelling/salaris gekoppeld is aan dat van de ambtenaren voor wie de verhoging in de eerste plaats is bedoeld, kon de oppositie ‘niets anders’.
Na heel wat heen en weer gekibbel en nog meer onduidelijkheid over wie nu wel en wie weer niet, kunnen we uiteindelijk stellen dat ook het grootste deel van de oppositie ons heeft teleurgesteld. Op de VHP na heeft niemand echt geprobeerd de verhoging te voorkomen.
Wat was het mooi geweest als ze toen afstand hadden genomen van hun verhoging. Desnoods op persoonlijke titel. Het is niet illegaal om je salarisverhoging te weigeren, toch?
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode