Opinie: Onze binnenstad: overbevolkt bij dag, dood bij nacht – Parbode Sneak Peek
Onze binnenstad wordt overdag steeds chaotischer. Met bussen, winkelende mensen, auto’s, bromfietsen, en kraampjes. Kraampjes met schaafijs, groenten, zuurgoed, koekjes en bami; kraampjes van schoenmakers, cd-verkopers, en niet te vergeten chips, de laatste niet onder een kraampje, maar verkocht in de achterbak van een auto. Zolang het om de genoemde producten gaat, zouden we nog kunnen spreken van een bepaald cultuurgoed. Wie is niet groot geworden met het beeld van al die miniverkooppunten in de binnenstad van Paramaribo? Natuurlijk gaat het opzetten van dergelijke kraampjes vaak buiten wet- en regelgeving. Daarom is in de loop der jaren bijvoorbeeld de Jodenbreestraat regelmatig schoongeveegd van illegale groenteverkopers. Des te vreemder en onacceptabeler is het dat in diezelfde Jodenbreestraat men tegenwoordig struikelt over de nieuwe kraampjes, die kleding en andere gebruiksartikelen verkopen in nieuwe, ruime kramen. Wie ‘s morgens vroeg genoeg langs of door zo’n kraam loopt, kan de eigenaar zijn ‘winkel’ zien ‘inrichten’: de tent wordt opgezet, dozen en dooozen kleding en ander spul worden uitgeladen, de afvalbak die vaak aan een van de voor de tent benodigde palen is vastgemaakt, wordt ‘afgedekt’. Het is onacceptabel dat in zo’n kraam vrijwel dezelfde kleding en spullen worden verkocht als die van de winkelier voor wiens deur de kraamverkoper staat. Waarom treedt de overheid niet op? Waarom kan men wel de voor de Centrale Markt oneerlijke concurrentie van de groenteverkopers met regelmaat van de klok bevechten, maar worden deze oneerlijke concurrerenten vlak voor de neus van de winkeliers getolereerd?
Ook in stedenbouwkundig opzicht is er actie nodig. Alles wordt volgebouwd en woonhuizen verdwijnen. Vroeger woonden veel mensen nog achter en boven de winkelpanden en waren er nog erfwoningen midden in de stad. Een stad is de leefwereld van de werkende bevolking. Een stad moet goed toegankelijk en aantrekkelijk zijn voor winkelend publiek; bovendien moet een stad ook na sluitingstijd iets anders te bieden hebben dan naargeestige afgesloten ruimtes. Bijvoorbeeld, in China hebben mensen vergunning om na sluitingstijd van de kantoren en winkels, met hun handkarretjes en foodtrucks allerlei versnaperingen en hapjes aan te bieden – soms ter plekke bereid – aan mensen die niet direct naar huis willen. Zo ontstaat er een levende, bruisende stad.
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode