Opinie: Over de arend, de aasgier en de kip
Eens hoorde ik een pastor op tv uitleggen dat mensen in hun voornaamste doen en laten te vergelijken zijn met drie vogelsoorten: kippen, aasgieren (tingifowru) en arenden. Hij zei er nog bij dat je doen en laten jouw keus is en dat jezelf moet weten in welke categorie je past en dat je ook kan besluiten in een andere categorie te gaan. Ik leen dit vogelverhaal om mijn mening te illustreren over de pers en politici.
De kip
Om met de meest bekende te beginnen, de kippen en hun gedrag. Kippen in een hok; ze kakelen voortdurend, ze krakelen en scharrelen constant met ogen naar de grond en naar elkaar gericht. Een worm of een sprinkhaan kan op een halve meter afstand zijn en de kippen zien het niet, want ze kakelen te druk met elkaar en ze zien niet ver (daarom wordt bijziend zijn, ook kippig zijn genoemd) Als een kip, luid kakelend een worm of een sprinkhaan ontdekt, kakelen alle anderen daarover en rennen samen door en over elkaar heen om ook wat van datzelfde hapje te bemachtigen.
De aasgier (tingifowru) vliegt hoog, heeft scherpe ogen en kan van kilometers ver dode en rottende lichamen zien, het enige voedsel dat hij eet. Dan is er de arend (aka), die vliegt hoog, ziet ver en heeft een visie, focust op zijn doel (prooi) en bereikt het ook. De arend is geen groeps- of huisdier zoals een kip. De kippen hebben geen visie, zien alleen de paar centimeters voor zich en volgen al kakelend alles wat hun directe buren doen. Haantjes die visieloos haantje de voorste spelen, veel Franchepane vertellen; mediawerkers en politici vertonen vaak dit kippengedrag, niet zelden met tingifowru-neigingen. Like no one is getting the big picture. Dit schrijf ik ook vanwege mijn teleurstelling dat niemand concreet en inhoudelijk duidelijk maakt hoe we samen moeten werken om komend decennium een verbetering voor Su te laten worden, zo ongelooflijk. Er wordt van alles geroepen en geïnsinueerd, dat het aangaan van mega-leningen positief zou zijn. Zegt de coalitie (propaganda), die zich verder bezighoudt met kippige zaken. Dat het een diep dal aan het worden is voor arbeiders, landbouwers en ondernemers volgens visieloze vakbondsleiders, journalisten en de We zijn moe-(dig)groep. Suriname telt zo velen die zich leiders noemen, maar in deze hoor ik bijna niemand met feiten, uitleg en een toekomstvisie. Bijna geen enkel assembleelid, journalist of columnist, die in feite een opinieleider is, komt verder dan kippen gekrakeel en kukeleku-geroep.
De aasgier
De twee oudste kranten van Suriname presenteren elke week (zaterdag) hun tingi-fowru-rubrieken. In deze aasgier-opiniestukken wordt geestelijk voedsel opgediend bestaande uit lijken, trauma’s, rotte bedorven tori’s en oud zeer. Mijn probleem met deze rubrieken is dat realiteit en geschiedenis bestaan uit good, bad en ugly, dus het is zo deprimerend, onevenwichtig en tendentieus negatief te schrijven over een stukje verleden, zonder een reële en oplossingsgerichte visie. Dan weer die aasgierigheid in sommige media met de vreselijkste foto’s en beelden die alleen de verkoopcijfers en sensatie dienen. Te vaak hebben sommige media het roddelniveau van de mofo-radio; weinig overstijgt de waan van de dag. Kan men niet stoppen om dat propagandaprogramma (bijna dagelijks op STVS) te laten presenteren door een man met een apenmasker op? Wat zegt hij daarmee behalve dat hij laf is? Dat de kijkers apen zijn of dat hem peanuts worden betaald en dat hij daarom op yap’yapi-niveau presenteert? Ik kan er niets mee. Uitweiden over oude trauma’s en komende ellende als een aasvogel, of wollig en wazig praten over komende successen zonder concrete visie, planning en feiten, en het ‘kippigste’ propaganda programma heet nota bene: Suriname kijk uit goed je ogen (Sranan da ay). In mijn oren is het allemaal gekakel, terwijl vooral de propagandisten en ook columnisten geen chicken feed verdienen.
De arend
Er zijn enkele gunstige uitzonderingen in deze, mensen met een arendsoog, die onafhankelijk en gefocust op feiten schrijven met een duidelijke visie, bijvoorbeeld columnisten als Sharda Ganga, Giwanni Zeggen en Gerold Rozenblad. Ik hoop dat er veel meer leiders en journalisten met ‘arendsogen’ opstaan vanwege onze vele uitdagingen en met wie we al zo lang geconfronteerd worden. Want ik weiger te geloven dat Surinamers, vooral de jongeren, voor het overgrote deel kippig of tingifowru-achtig zijn. Vanwege die hoop heb ik dit stuk geschreven.