Opinie: Rappa’s Tori – Het Sarnami (Surinaams-Hindostaans) – Parbode Sneak Peek
Ik hoef u niet te vertellen dat de Hindostaanse immigranten al tijdens hun verblijf in de depots in Calcutta een contacttaal ontwikkelden, aangezien zij verschillende (min of meer verwante) talen en dialecten spraken. Een soortgelijk proces voltrok zich in de factorijen en forten aan de Afrikaanse westkust, waar slavenhalers, veelal van Afrikaanse origine, hun ‘handelswaar’ verkochten, waarna de ‘koopwaar’ werd doorverkocht en door blanke transporteurs als haringen in een ton naar onder andere het Caribisch gebied werd vervoerd en daar aan slavenmarkten of plantagehouders werd doorverkocht. Handel in mensen: helaas bijna zo oud als de mensheid zelve.
Het is wel opmerkelijk dat de contacttalen die de slaven uit Afrika en later de migranten uit Noord-India ontwikkelden, in alle koloniën in het Caribisch gebied uitstierven. Ze veroorzaakten hooguit een soort Caribisch-Engels (in Guyana Baidjan genoemd) en een Caribisch-Frans (Patois genoemd). Alleen in Suriname schoot de contacttaal van de slaven uit Afrika wortel, werd zelfs door vele planters gebruikt bij de communicatie met vooral de huisslaven en groeide uit tot de nationale contacttaal, eerst genoemd Neger-Engels en Taki-taki (= babbeltaal) en uiteindelijk Sranantongo of afgekort Sranan.
Ook de contacttaal van de Brits-Indische contractanten schoot wortel in Suriname, in tegenstelling tot in andere Caribische landen waar deze migranten terechtkwamen, en groeide uit tot het Sarnami-Hindostani. Kortweg nu het Sarnami genoemd, een taal die na het Surinaams-Nederlands volgens de jongste volkstelling de grootste moedertaal in Suriname is.
Het is wel opmerkelijk dat deze Surinaamse talen nog steeds opbotsen tegen een laatdunkende houding van bepaalde landgenoten, die bijvoorbeeld het Sranantongo zien als een minderwaardige taal zonder grammatica en noemenswaardige woordenschat, het Sarnami als een ‘vernegerde’ bastaardtaal terwijl zij gefocust zijn op het officiële Hindi als hoogstaande standaard, en het Surinaams-Nederlands als een verbasterd Nederlands. Wat een betreurenswaardige onwetendheid: de drie genoemde talen voldoen aan alle taalkundige kenmerken om als volwaardig erkend te worden. Verder zijn het vooral deze drie talen die op allerlei niveaus in feite de Surinaamse samenleving bij elkaar houden en steeds dichter bij elkaar brengen, ondanks storende elementen die ons in hokjes willen blijven opdelen.
Als illustratie worden hieronder uit het Beknopt Nederlands-Sarnami woordenboek (Instituut voor de Taalwetenschap, Paramaribo, 2002) enkele voorbeelden aangehaald die waarschijnlijk door de Surinaamse omstandigheden ontstaan en/of beïnvloed zijn. Het ‘probleem’ daarbij is wel dat sommige Sarnami-woorden ook vanuit het Engels kunnen zijn overgenomen. Zo heeft een Sarnami-radio-omroeper het over ‘radiostation’ (op z’n Engels uitgesproken) en zegt hij ‘Dutch bhasa’ (bhasa = taal) als een programma in het Nederlands wordt gebracht.
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode