Opmerkelijk: Gonda Bueno de Mesquita-Fernandes en haar vaders – Parbode Sneak Peak
De hitte van de vroege ochtendzon valt evenals de drukte op Pad van Wanica best mee. Het geblaf van de honden vertelt ons dat we beter bij de poort kunnen blijven. Het huis is vanaf de straat enkele meters naar binnen gebouwd en afgeschermd met planten. Het heeft zijn beste jaren gehad, maar de ambiance is huiselijk en warm. In de woonkamer zit de 84-jarige Gonda Bueno de Mesquita-Fernandes. Met een vriendelijke glimlach strekt ze haar hand uit om ons welkom te heten.
“Ik woon al 65 jaar hier in dit huis”, begint ze. Ze heeft op Pad van Wanica de letterlijke evolutie van de tijd gezien. Toen de familie kwam wonen, was het een bauxietweg. Overal om haar woning waren er rijstvelden en paden. Elektriciteit en water waren er niet. “Het was een busi. In die tijd kwamen patiënten met een ezelwagen. Mijn man leidde bevallingen in huisjes middenin het bos, die plaatsvonden op lege zakken”, zegt ze. Haar echtgenoot Alexander Bueno de Mesquita was arts. Na zijn studie en stageperiode, richtte hij zijn eigen poli op in hun woning op Pad van Wanica. Hij hield consult in het gehele gebied tot Lelydorp. “Hij heeft hard gewerkt. Het waren voornamelijk arme mensen die hij behandelde. Het was primitief werken toen. Hij deed huisbezoeken op de fiets of de boeren kwamen hem halen. Ze moesten hem optillen om door de zwampen te komen. Een van die keren viel zijn dokterstas in het water”, lacht ze. Door de jaren heen namen de drukke werkzaamheden van drs. Bueno de Mesquita af, omdat er vroedvrouwen en een RGD-poli kwamen. Zelf heeft Gonda vóór de verhuizing als analist van de eerste lichting gewerkt in het bacteriologisch laboratorium in het ‘s Lands Hospitaal. Toen ze verhuisden naar ‘buiten’, besloot ze haar man te helpen op de poli. “De afstand naar de stad was toen echt ver.” Samen kregen ze twee zonen en een dochter.
Gonda heeft een interessante vader en schoonvader in haar leven gehad. Haar schoonvader, dr. John Bueno de Mesquita, was de leproloog die ontdekte dat alleen de kapasi vatbaar was voor lepra. Terwijl haar vader, dr. Daniel S. Fernandes, bioloog was en in het leven van zijn drie dochters een man was met veel humor. “We groeiden op te Sukibaka. Dat is dat gedeelte van de Kleine Saramaccastraat, achter rotishop Roopram. Het ligt langs het water. Daar stond een heel groot gebouw met drie verdiepingen. Het was mooi wonen, in een enorm huis”, herinnert ze zich de jaren rond 1938. In het bovenste verdieping woonden familie Fernandes, terwijl op de begane grond het departement van Landbouw, Veeteelt en Visserij kantoor hield. Vader Fernandes was de directeur en viel direct onder de gouverneur. “Hij heeft gewerkt onder de gouverneurs Kielstra en Brons. In zijn vrije tijd experimenteerde hij met rijst, sinaasappelen en allerlei andere planten. Hij had op die manier ontdekt dat als je van padie kuku aleisi maakt, – je weet wel stoomrijst – alle vitaminen zoals B1 erin bleven”, vertelt Gonda.
Verder lezen? Het hele artikel is te lezen in het novembernummer van Parbode.