Oude geneeskunde in een bouwval
Rijen met zwetende patiënten op oude, verroeste bedden. De open ziekenboegen van het ’s Lands Hospitaal in Paramaribo liggen er triest bij. Het hout is verweerd, de medische apparatuur verouderd, de hygiëne laat te wensen over. Door een tekort aan verpleegkundig personeel en technische hulpmiddelen is het werken met één hand op de rug. Of zoals internist Vinodh Nannan Panday het verwoordt: “Ik heb tien vingers maar kan er slechts met zes werken.” Parbode liep een middagje met hem mee.
Een middag op de afdeling Interne Geneeskunde in het ’s Lands Hospitaal geeft een duidelijke indruk van de staat waarin het ziekenhuis zich bevindt. Na een dag op de poli loopt dokter Nannan Panday een ronde langs zijn patiënten. Het ontbreken van digitale dossiers zorgt ervoor dat alles met de hand wordt geschreven, en dan ook nog viervoudig. Dit houdt in: het opschrijven in het medisch dossier van de patiënt, het dossier van de arts, het algemene boek voor het personeel en de aparte lijsten voor het bijhouden van de bloeddruk, de suikerspiegel en andere bloedwaarden.
“Het is echt roeien met de riemen die je hebt. Alles gaat handmatig. Een dossier met de hand bijwerken en vervolgens alles meerdere keren moeten overnemen, veroorzaakt vaak fouten. Soms vergeten verpleegsters te noteren of een patiënt de medicijnen al gekregen heeft, of er al bloed is geprikt. Deze gegevens zijn essentieel. Er zou accuraat gewerkt moeten worden”, zegt Nannan Panday. Tijdens zijn ronde in de eerste kamer is meteen duidelijk wat hij bedoelt. Een röntgenfoto ontbreekt, de uitslag van een bloedtest laat al negen dagen op zich wachten; alles moet opnieuw. De patiënt zal hierdoor langer moeten blijven.
Maar het gebrek aan computersystemen is niet het enige dat het werk beperkt. Fouten bij het opschrijven is menselijk maar de frequentie waarin dit gebeurt niet. Bijna elk dossier mist wel iets. “Ik zie dat er veel dingen fout gaan en ik wil ook graag dat hier verandering in komt. Soms moet ik iemand medicijnen geven voor zijn suiker, maar als ik de uitslagen van het bloedprikken niet krijg, dan kan ik niks. Gezien de situatie kan ik dit de verpleegsters niet kwalijk nemen. Op deze hele afdeling, zo’n negen kamers, werken er namelijk maar drie. Zij maken lange dagen, werken zich te pletter en krijgen er ook nog eens slecht voor betaald.”
Gebreken
De omstandigheden in het ’s Lands Hospitaal maken het werk als arts dus erg omslachtig. Naast het tekort aan verpleegsters en het ontbreken van digitale dossiers, is ook de medische apparatuur beperkt. Een blik op een patiëntenvertrek geeft een mistroostig gevoel. De namen van patiënten staan op kleine bordjes boven het bed gekrast. Ze hopen op wat verkoeling door de wind, want airco is er niet.
Vergeleken met andere ziekenhuizen zoals het Diakonessenhuis en het Academisch Ziekenhuis is het verschil overduidelijk. “In dit ziekenhuis komen de meest uiteenlopende patiënten. Sommigen liggen hier omdat ze in behandeling zijn van een arts in dit ziekenhuis, maar vaak is het de onderlaag van de bevolking. Degenen met een goede verzekering gaan naar een ander ziekenhuis. Maar je moet je niet vergissen. Het ziekenhuis is verouderd en de apparatuur beperkt maar de artsen die hier lopen, zijn goed opgeleid en hebben veel ervaring. Daar zal het niet aan liggen. De afdeling Gynaecologie is zelfs de beste in Suriname. Voornamelijk de staat van het ziekenhuis is een probleem. Wij kunnen bijvoorbeeld geen scans uitvoeren. Wij zijn aangewezen op de oude geneeskunde, op ons gevoel. Wij moeten door middel van een stethoscoop, voelen en kloppen, een diagnose kunnen stellen. Het gaat vaak goed, maar niet altijd”, zegt Nannan Panday.
Kennis
Op de afdeling Interne Geneeskunde liggen patiënten met verschillende klachten. Sommigen slechts met pijn in hun arm, anderen met ernstige bloedarmoede. Regelmatig komen er patiënten op de afdeling terecht die er niet horen, omdat de huisarts niet altijd de juiste diagnose stelt. Nannan Panday zegt hierover: “Huisartsen hier hebben minder kennis en middelen om problemen vast te stellen. Ze sturen niet altijd goed door. In Nederland is er vaak meer overleg tussen huisartsen en specialisten. Een verschil is ook dat de mensen zelf vaak lang wachten voordat ze hulp zoeken. Ze laten zich nakijken door een plaatselijke kruidenman, bij wijze van spreken door de buurman. Dan lopen ze ermee door tot ze bijna dood zijn. Terwijl het misschien alleen gaat om een longontsteking die heel goed te behandelen is.”
Op de afdeling zit een patiënt met nierproblemen. Hij komt net van zijn wekelijkse dialyse. Hij heeft hartklachten, die veroorzaakt worden door bloedarmoede. “Dit soort gevallen komt vaker voor. Hij heeft extra bloed nodig, dat moet komen van de Bloedbank. We kunnen het wel bestellen, maar het is niet altijd beschikbaar. Het kromme is ook dat als één of andere gek zich kapot rijdt op de Ringweg, hij eerst het bloed krijgt dat deze patiënt al weken nodig heeft.”
Communicatie
De communicatie tussen arts en patiënt brengt ook de nodige problemen met zich mee: “Het is soms moeilijk iemand uit te leggen wat eraan mankeert. Medische termen zijn mensen niet bekend. Sommige dorpsbewoners bijvoorbeeld, die begrijpen het niet. Ook als ik moet uitleggen wat voor effect een te hoge bloedsuiker heeft en wat het belang is van het secuur innemen van medicijnen. Dit wordt niet goed opgevangen. Vervolgens liggen zulke patiënten elke maand weer hier. Maar sommigen maken het zichzelf ook gewoon moeilijk, die willen alleen eten en feesten, zelfs als ze hier onder behandeling zijn. Even een dagje weg voor een familiefeest. Zo werkt het natuurlijk niet.”
Ondanks de staat waarin het ziekenhuis zich bevindt, zijn er een hoop positieve ontwikkelingen te bewerkstelligen. Nannan Panday heeft hier zijn ideeën over: “Als eerste het ziekenhuis zelf. Het oude hout, de bedden, de open ruimtes, het komt de hygiëne niet ten goede. Ik weet niet of een renovatie genoeg is, misschien moet er wel een heel nieuw gebouw komen.
“Daarnaast is het noodzaak dat er meer verpleegsters komen. Ik ben namelijk allerlei taken aan het uitvoeren die een arts normaal uit handen kan geven. Maar daarvoor moet er voor verpleegkundigen veel veranderen. Bijvoorbeeld premies en het positief stimuleren van dit vak. Betere omstandigheden in het ziekenhuis, zoals magnetrons zodat zij hun maaltijd kunnen opwarmen, schone toiletten voor het personeel. Met het loon dat zij nu krijgen verdienen zij absoluut niet wat zij horen te krijgen voor dit werk. Lange dagen, veel staan, hard werk. Door ziekte valt er één uit, waardoor de ander nog meer belast wordt. Allerlei problemen die niet onmogelijk zijn op te lossen. Alleen moet er dan wel geïnvesteerd worden.”