Ouderen hopen op Nederlandse steun
Veel ouderen in Suriname hebben het niet breed. Integendeel zelfs. Hun pensioen of overheidsuitkering is zo schamel, dat ze nauwelijks kunnen overleven. Niet zo verwonderlijk dus dat duizenden de strohalm grepen, die eigenlijk onbedoeld door Laurens Pereira werd aangereikt. Stilletjes, en bijna tegen beter weten in, wordt gehoopt op een financiële aanvulling vanuit Nederland.
In eerste instantie was Laurens Pereira als bestuurslid betrokken bij het registreren van Surinaamse ouderen die in Nederland hadden gewerkt, maar in hun geboorteland van hun pensioen wilden genieten. Als vanzelf kwamen er Surinaamse bejaarden mee die redeneerden dat ze voor 1975 ook voor het Koninkrijk der Nederlanden hebben gewerkt. Ook zij hopen op een betere toekomst, want de bigisma in Suriname pinaren vaak vreselijk. Pensioenen zijn meestal niet hoger dan, omgerekend, 100 euro per maand, om over de beschamende hoogte van de Algemene Oudedags Voorziening (AOV), zo’n 55 euro, maar te zwijgen.
Pereira vond hun redenering logisch en wist in vier dagen tweeduizend Surinaamse seniore burgers te registreren, waarvoor de meeste tien srd per persoon hebben betaald. In de toescheidingsovereenkomst, die Suriname tijdens de Onafhankelijkheid met Nederland sloot, heeft de toenmalige Surinaamse regering afstand gedaan van alle rechten die gepensioneerden hadden van het Koninkrijk, van Nederlandse bedrijven en Nederlandse semi-overheidsbedrijven.
Gelag
Menigeen is van mening dat de onafhankelijkheid Suriname door de strot is geduwd. Het volk zou er niet voor hebben gekozen, niet voor niets is bijna de helft van de Surinamers naar Nederland geëmigreerd. De niet kapitaalkrachtige mensen die, vaak ook uit idealisme, in Suriname bleven, betalen nu het gelag voor de verkregen onafhankelijkheid. “Mijn vrouw en ik leven zorgeloos van een Nederlands pensioen”, zegt de 67 jarige Pereira, “en dat is in schril contrast met velen die ver onder het bestaansminimum moeten leven.” Het minimum maandinkomen is volgens het Algemeen Buro voor de Statistiek in Suriname 670 srd. Dat krijgen de meeste ouderen niet binnen.
Pereira: “Mijn besluit staat vast om een Europese jurist in de hand te nemen en naar een maas in de Nederlandse wet te zoeken of desnoods naar een internationaal gerechtshof te gaan. Met het opgehaalde geld zal deze strijd gevoerd worden. Want het is triest om te merken dat de Surinaamse ouderen, die veertig jaar van hun leven hebben gegeven, nu 75 Surinaamse centen krijgen als pensioen van Bruynzeel, omdat hun pensioen niet waardevast is gemaakt door dit winstgevende Nederlandse bedrijf in Suriname.
“Er moet tenminste wat geld te vinden zijn voor de mensen die toen Nederlanders waren of werkten voor de Nederlandse staat, in de tijd dat Suriname een overzees rijksdeel van Nederland was”. Het kan er bij Pereira niet in dat Nederland niets aan de Surinaamse seniore burgers verplicht is, die ook indirect bijgedragen hebben aan de bevrijding van Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
Ellende
Het leven is, voor degenen die geen grond of huis hebben kunnen verwerven in Paramaribo gedurende hun werkzame leven, een doffe ellende. Met hun hele AOV zouden ze zelfs nergens een kamer kunnen huren, en ze zijn geheel van hun kinderen of andere goedhartige mensen afhankelijk. Er is maar één gratis bejaardentehuis in Suriname, Ashiana, met uiteraard een zeer lange wachtlijst.
Op de Surinaamse televisie werden beelden getoond van twee oudjes, die leefden tussen enkele zinkplaten en sliepen op kranten op de blote aarde. Tijdens het maken van het programma en het zoeken naar hulp voor hen, bleken beide bejaarden rijp voor een ziekeninrichting. Om een idee te geven van het leven in het district, sprak Parbode met drie mensen in Para tussen 67 en 84 jaar
Edmee Hasselbaink (67) heeft 28 jaar als onderwijzeres en werkte op de lagere school van Latour en later van Onverwacht. Haar pensioen bedraagt 450 srd (110 euro) en daarvan zou ze niet eens in haar eentje kunnen leven. Ze heeft een zoon die als dienstplichtig militair in de binnenlandse oorlog heeft gevochten en sindsdien regelmatig doordraait en in het Psychiatrisch Centrum belandt. De schoondochter met twee kleinkinderen van mevrouw Hasselbaink moeten ook van het karig pensioentje leven. Ze wonen in een half afgebouwd huis, zonder stromend water of elektriciteit, wat gedoemd is zo te blijven, omdat er aan iemand van 67 jaar geen lening wordt verschaft.
“Met Gods genade komen we de dagen door”, vertelt Hasselbaink opvallend opgewekt, hoewel een verhoging van pensioen duidelijk broodnodig is. Naast haar moestuin heeft ze nu de kans aangegrepen een extraatje te verdienen met houtskool, dat ze maakt van de bomen van haar buurman, die net zijn perceel ontbost heeft. Dat mag, gezien gezondheidsklachten, in feite niet. “Maar wat moet ik anders?”
Zangvogels
Reinier Cirino, 84 jaar, heeft na zijn werk als vakman bij OW & V, Bruynzeel en de Troepenmacht in Suriname een AOV-uitkering van 250 srd en een pensioen van eveneens 250 srd. Dus nog steeds geen bestaansminimum. Hij kan, evenals zijn bedlegerige echtgenote, in Paramaribo wonen bij zijn dochter, die speciaal voor hen een kamer aan haar huis heeft bijgebouwd. Maar de stad en stilzitten is niets voor de nog goed ter been zijnde Cirino. Hij vangt zangvogels die hij in Paramaribo verkoopt, vangt vis uit de trens achter zijn perceel, plant wat bananen en cassave. Verder kweekt hij kippen en kan zo op Spartaanse wijze in zijn eigen behoeften voorzien en regelmatig zijn vrouw opzoeken.
Ram Baghwan, (84), leeft al veertig jaar op zijn eigen grond. Hij woont in een houten kamer van vijf bij vijfmeter en moet zien te leven van 250 srd van de AOV, aangezien hij niet meer kan werken in de landbouw of houtskool kan maken. Toch blijft hij er, als gelovige hindoe, sereen onder; geen klacht ontsnapt zijn lippen. Hij is blij dat hij ons kan zien, vertelt hij, want vorig jaar was hij een van de gelukkigen die door een gratis oogoperatie in Cuba zijn zicht terugkreeg.
Baghwan woont al twintig jaar alleen, is weduwnaar, maar gelukkig woont een van zijn negen kinderen vlakbij. Dochter Irene van 46 jaar heeft dagelijks contact met hem. Irene maakt net als haar vader vroeger houtskool en doet aan landbouw, ondanks een maagoperatie en spataderen waardoor zij het zwaar werk van spitten en wieden niet zou mogen doen.
Verpauperd
Pereira zegt dat hij niet kan leven met het idee dat deze en duizenden anderen seniorenburgers, die vroeger keihard hebben gewerkt, zo uitzichtloos, benard en verpauperd moeten overleven. “Niet geschoten is altijd mis”, stelt hij, en daarom zal hij op alle mogelijke manieren met een jurist deze ellende aanvechten. “Want een minimum inkomen van 700 srd zou elke Surinaamse burger moeten hebben, dus ook de ouderen.”
ELVIRA RIJSDIJK