Palumeu, van de stroom en de dam die overstroomde
Energievoorzieningen in het binnenland; talloze studies zijn eraan gewijd, opeenvolgende regeringen hebben beloftes gedaan die, uiteraard, nooit zijn nagekomen en de enkele voorzieningen díé er waren zijn tijdens de binnenlandse oorlog vernietigd en nooit meer hersteld.
Deze situatie gold ook voor het indianendorp Palumeu aan de Tapanahoni rivier, diep in het zuiden tegen de Braziliaanse grens. Inderdaad gold, oud TRIS-dienstplichtige Arnout van de Werken voelde zich tijdens zijn tweede bezoek, na veertig jaar, aan Palumeu zo betrokken bij het reilen en zeilen van de plaatselijke bewoners dat hij het dorp iets wilde geven. Het dorp wilde elektriciteit…
Als jongen van achttien jaar was Arnout van de Werken nooit verder geweest dan de Bommelerwaard, een rustig landbouwgebied in Nederland. Niet zo vreemd, aan het einde van de jaren vijftig van de vorige eeuw was voor de meeste mensen de wereld niet veel groter dan hun directe leefomgeving. Voor Arnout kwam hier abrupt verandering in toen hij zijn militaire dienstplicht moest vervullen in Suriname. Als onderdeel van de TRIS (Troepenmacht in Suriname) kwam de jonge zoon van een tuinder terecht in een wereld die hij amper kende. Van de paar dingen die hij op school over Suriname had geleerd wist hij nog dat het in Zuid-Amerika lag. Maar ja, waar lag Zuid-Amerika nou precies?
Na een stevige beginfase waarin bij tijd en wijle met tranen in de ogen naar huis werd verlangd, went Arnout aan de routine van het soldatenbestaan in Suriname. Op een dag komt het marsbevel voor een expeditie naar Palumeu. Vanuit Albina, te voet! Bij het indianendorp was een vliegtuig neergestort en de militairen werden geacht aanwezig te zijn. Wat voor nut die aanwezigheid twee maanden later nog had (de tijd die het duurt om door het oerwoud van Albina naar Palumeu te lopen) is nooit helemaal duidelijk geworden, maar Arnout maakt tijdens deze expeditie voor het eerst daadwerkelijk kennis met de oorspronkelijke bewoners van het regenwoud. Hoogtepunt van het bezoek is een fotosessie waarbij het complete dorp in vol ornaat poseert voor de inmiddels weer vertrekkende soldaten. Echte indianen, die hadden ze nog nooit in Bommel gezien!
Terug
Veertig jaar later. Van de Werken is eigenaar van een goeddraaiende verchromingsfabriek in Tilburg en kan terugkijken op een geslaagd bestaan als ondernemer. Het plan ontstaat om het bedrijf aan zijn dochter te verkopen en zich aan andere zaken te wijden. Een bezoek aan Suriname en Palumeu staat hoog op zijn verlanglijstje. Enerzijds uit nostalgie, anderzijds uit nieuwsgierigheid. Arnout heeft de foto van destijds bewaard en wil weten hoe het de mensen op de foto na al die tijd vergaan is.
In 1998 brengt Arnout zijn tweede bezoek aan Palumeu. De oude foto is een hit, het hele dorp wil kijken wie er op staan en Arnout wordt allerhartelijkst ontvangen. Bij zijn vertrek vraagt Arnout of hij iets kan betekenen voor het dorp. De kapitein reageert een beetje onverschillig, de vraag is hem al zo vaak gesteld en in de praktijk blijken gedane beloften zelden of nooit te worden nagekomen. Arnout begrijpt de scepsis van de kapitein maar vraagt desalniettemin wat hij bij een volgend bezoek mee kan nemen, mocht het er ooit van komen. Zes maanden later is hij weer terug in Palumeu, met de gevraagde kettingzaag. De kapitein geeft ruiterlijk toe zich vergist te hebben en benoemt Arnout tot een vriend van het dorp. Dat komt goed uit, vrienden kunnen veel voor elkaar betekenen en Arnout wil graag iets meer betekenen dan een kettingzaag.
Hij verblijft voor langere tijd in het dorp en komt er achter dat de gemeenschap echt heel graag stroom wil hebben. Een wens die Arnout zich levendig voor kan stellen en hij denkt daar regelmatig over na, op het punt waar de snelstromende Tapanahoni en Palumeu bij elkaar komen. Stromend water kan stroom genereren zo bedenkt Arnout. Stel dat er een soort van stuwmeertje zou zijn met een dam. Of dat er een stuwmeertje wordt aangelegd. Genoeg ideetjes om eens met de kapitein te gaan praten. Arnouts enthousiasme werkt aanstekelijk en in een hartelijke sfeer nemen hij en de kapitein een paar dagen later voorlopig afscheid. Arnout gaat terug naar Nederland om zijn bedrijf definitief over te dragen en tegelijkertijd dingen uit te zoeken die handig zijn om te weten bij het bouwen van een dam.
De dam
Voordat Arnout goed en wel kan beginnen zijn voornemens te verwezenlijken wordt hij getroffen door een zware hartaanval. Het herstel en de revalidatie nemen aanmerkelijk langer in beslag dan de afgesproken tijd waarop Arnout in Palumeu terug zou zijn. De boodschap die van Tilburg, via Paramaribo, naar Palumeu wordt gestuurd verandert ergens halverwege van hartaanval maar leeft in hartaanval fataal en het dorp legt zich neer bij de gedachte dat stroom wederom een droom bleek. De vreugde is dan ook even groot als de verbazing wanneer Arnout uiteindelijk weer opduikt aan de oevers van de Tapanahoni. Volledig hersteld en vol plannen. Om deze plannen minder afhankelijk van Arnout te laten zijn, wordt er een stichting opgericht waarin vertegenwoordigers van het dorp en onder meer de directeur van METS (exploitant van de toeristische accommodatie te Palumeu) zitting nemen. Tegelijkertijd blijkt de Anton de Kom Universiteit bezig te zijn met een project om stroom uit waterkracht te winnen en beide organisaties besluiten de krachten te bundelen.
Een deel van de kosten wordt opgebracht uit een fonds van het UNDP (United Nations Development Programme) en Arnout financiert privé het resterende deel ter grootte van US$ 75.000,-. Een bedrag dat hij mede op kan brengen omdat hij al zijn zakenrelaties in Tilburg, bij de viering van het dertigjarig bestaan van zijn bedrijf, om een donatie voor Palumeu heeft gevraagd. Spannende tijden breken aan. Er wordt een dam in een bestaande soela gelegd zodat een lager gelegen stuk savanne onder water komt te liggen en een stuwmeertje vormt. Op de dam komt een kleine waterkrachtcentrale die een generator voedt. Uiteindelijk is alles geïnstalleerd en wordt het tijd om te kijken of het daadwerkelijk lukt. Het lukt! Palumeu heeft als eerste dorp in het binnenland zelf stroom opgewekt. De minister van RO, pontificaal aanwezig bij de feestelijke ingebruikname, geeft de garantie dat de overheid zal zorgen voor bedrading en palen om de opgewekte stroom naar het dorp te leiden.
Schade
Tijdens de overstromingen die het binnenland vorig jaar teisterden liepen ook het stuwmeertje en de dam bij Palumeu onder. Evenals het generatorhuisje met bijbehorende generator op de dam. Arnout schoot meteen te hulp en was, vanuit Nederland, binnen enkele dagen in het dorp. Om te constateren dat de generator inderdaad naar de filistijnen was. In hoeverre de dam beschadigd was kon pas duidelijk worden wanneer het water zou gaan zakken. Het kwam niet eens slecht uit, de voedselvoorziening voor het dorp had op dat moment een aanmerkelijk hogere prioriteit. Gedurende een aantal weken helpt Arnout in het binnenland waar hij helpen kan en uiteindelijk kan de schade aan de dam worden opgenomen. Die is aanzienlijk, maar te herstellen. Met vereende krachten wordt hier aan gewerkt en tegelijkertijd wordt een plan gemaakt om dergelijke problemen in de toekomst te voorkomen. Een plan dat veel geld gaat kosten, zoveel is wel duidelijk. De stichting ten behoeve van stroom in Palumeu zal zich onder de bezielende leiding van Arnout inspannen om hier fondsen voor in te zamelen die deze kosten moeten kunnen dragen. Bovendien moet de minister van RO de stroompalen nog steeds neerzetten en daarvoor dient de stichting nog wat huiswerk te verrichten.
Hobbels
Inmiddels wordt onderzocht of de methode van Palumeu toegepast kan worden bij meerdere dorpen in het binnenland en zijn de voorlopige resultaten erg positief. De vraag is nu hoe de inwoners van Palumeu de verworven stroom optimaal kunnen gebruiken. Een vraag met verstrekkende gevolgen. In hoeverre wil men commerciële mogelijkheden uitbuiten en in hoeverre willen de inwoners hun dorp authentiek laten zijn. De inwoners van Palumeu willen uiteraard het beste van twee werelden. Hun eigen manier van leven gecombineerd met het comfort dat alles wat stroom gebruikt met zich mee kan brengen. Een weg met de nodige hobbels. Arnout wil zijn Indiaanse vrienden volgen en waar mogelijk helpen op deze weg. Bovendien moet de minister die palen nog neer zetten!
Arnout deelt het besef dat scholing en de verdere ontwikkeling van toerisme en kleinschalige productie minstens zo belangrijk zijn als de dagelijkse voedselvoorziening. Die laatste vergt in de traditionele vorm echter dermate veel tijd dat van andere dingen weinig terechtkomt. Door de mogelijkheid om wild en vis in te vriezen kan er efficiënter gevist en gejaagd worden zodat er meer tijd over blijft om de school of, voor de volwassenen, scholingsprojecten te bezoeken. Samen met een landbouwkundig ingenieur worden de kostgrondjes bekeken en onderzocht of het mogelijk is om een optimaler rendement uit de grond te halen zodat er maximaal geprofiteerd wordt van landbouwgrond nabij het dorp en niet op grote, dus tijdrovende, afstand. Met variatie in gewassen en het invriezen van extra oogst kan tijd worden gewonnen die de inwoners kunnen besteden aan de verdere ontwikkeling en invulling van de toeristische potentie die Palumeu nu eenmaal heeft. Immers, zo lang er geen supermarkten aan de Tapanahoni staan en de toeristen geen diepvriesmaaltijden meebrengen zijn de Indianen voor hun normale dagelijks voedsel nog altijd aangewezen op de jacht, het vissen en het bebouwen van kostgrondjes. Iedereen kan begrijpen dat naar school gaan, het rondleiden van toeristen, het maken van souvenirs en het exporteren van honing, met een knorrende maag van secundair belang zijn.
Uiteraard is Arnout van de Werken niet alleen verantwoordelijk voor het tot stand komen van de dam. Naast zijn financiële bijdrage is een zelfde bedrag van US$ 75.000,- bijeengebracht door UNDP en METS. Daarnaast heeft het Ministerie van Regionale Ontwikkeling een groot deel van het transport voor zijn rekening genomen. Naar aanleiding van het project is de Stichting Tukui Palumeu in het leven geroepen. Het bestuur van deze stichting, dat de uitgifte en het gebruik van de stroom in Palumeu beheert, bestaat uitsluitend uit inwoners van het dorp. Daarnaast heeft de Stichting Tukui Palumeu ten doel om het dorp en de directe omgeving verder te ontwikkelen. De stichting wordt in dit streven bijgestaan door een Raad van Toezicht waarvan de kapitein van het dorp de voorzitter is. Arnout van de Werken, Eddy Wong Chung en Armand Bhagwandas (directeur Mets) zijn commissarissen van deze raad, Ted Jentz (eigenaar Mediavision) is de secretaris. De raad heeft een strikt adviserende rol en poogt daarnaast extra financiële middelen voor de Stichting Tukui Palumeu te genereren.