Parbode Sneak Peek – Afzetting Dilma Rousseff: aantasting of versterking democratie?
De afzetting van de Braziliaanse president Dilma Rousseff is een gegeven. Vicepresident Michel Temer werd op 31 augustus jongstleden ingezworen als haar vervanger, tot aan de verkiezingen in 2018. Politieke commentatoren storten zich op de vraag of hiermee de democratie in Brazilië is gediend of dat juist het tegendeel het geval is.
Sommige commentatoren menen dat er sprake is van een coup; de term die Dilma Rousseff zelf ook gebruikte. Anderen juichen toe dat nu eindelijk korte metten wordt gemaakt met het financiële en budgettaire gesjoemel van presidenten, en zien het als een versterking van de democratie. Bij beide opvattingen zijn kanttekeningen te plaatsen. De eigen politieke voorkeur speelt natuurlijk een rol bij de beoordeling van de recente gebeurtenissen in het grootste land van Latijns-Amerika. Dat geldt ook voor het tweede belangrijke vraagpunt: is Brazilië zonder Rousseff en zonder de Arbeiderspartij beter in staat de politieke problemen op te lossen?
Eerst de feiten. Dilma Rousseff is afgezet op grond van de aanklacht dat ze zich schuldig heeft gemaakt aan een bestuursmisdrijf. Tijdens haar herverkiezingscampagne in 2014 – waarin ze een nipte overwinning behaalde – zou ze tekorten op de balans hebben verdoezeld door zonder toestemming van het parlement kredieten op te nemen. Daardoor deed ze voorkomen dat er voldoende geld was voor de sociale programma’s die ze beloofde voort te zetten. Volgens de Braziliaanse grondwet heeft de Senaat (de Eerste Kamer) het recht om een president wegens een dergelijk misdrijf af te zetten. Dat kan pas nadat een verzoek voor afzetting is ingediend bij en goedgekeurd door het Congres (de Tweede Kamer), en het Hooggerechtshof een uitspraak heeft gedaan. De procedure is gecompliceerd en kost aardig wat tijd. In het geval van Rousseff is die volgens de wettelijke regels verlopen.
Verder lezen? Het hele artikel is te lezen in het novembernummer van Parbode.