Parbode Xtra: Centrale Bank: kleine goudsector betaalt bijna 37 miljoen US-dollar royalty
Naar aanleiding van het onderzoek van Parbode naar Kaloti Suriname Mint House heeft de Centrale Bank van Suriname bekendgemaakt hoeveel royalty’s de staat ontvangt van de kleinschalige goudsector. De cijfers daarover verdwenen in 2016 uit het jaarverslag van de bank en bleven daarna een mysterie. In 2023 ontving de staat 36,86 miljoen Amerikaanse dollar, stelt de bank na herhaald vragen van onze redactie.
De opbrengst uit royalty’s van de kleinschalige goudsector verdween van de radar vanaf 2016, een half jaar nadat Kaloti Suriname Mint House (KSMH) operationeel werd in Suriname, bleek vorige maand uit onderzoek van Parbode naar dit bedrijf. Ook werd duidelijk dat vooral Kaloti zelf en de Surinaams-Nederlandse goudhandelaar John Kok Foe Chee profiteren van het Kaloti-monopolie. Tevens leek de royalty-opbrengst voor de staat te dalen, omdat die cijfers sinds 2016 niet meer zijn gepubliceerd.
In de staatsfinanciën staan de inkomsten uit de kleinschalige goudmijnbouw, maar de royalty-afdracht van deze subsector wordt niet afzonderlijk genoteerd. In de staatsbegrotingen van 2014 tot 2024 verschijnt de royalty-afdracht van de kleinschalige goudsector dan weer onder één noemer met de royalty’s uit de totale mijnbouwsector, dus inclusief Staatsolie, Grassalco en de internationale goudmijnbouwbedrijven.
In de staatsbegrotingen van 2021, 2023 en 2024 worden de verwachte inkomsten van de royalty uit de kleinschalige goudsector wel expliciet vermeld, maar de werkelijke royalty-afdracht van deze subsector blijven lange tijd een goed bewaard geheim.
‘De Centrale Bank is tot medio 2015 verantwoordelijk geweest (…) voor het vaststellen van de af te dragen royalty en de inning daarvan. Sinds de komst van Kaloti Suriname dienen goudexporteurs zich te wenden tot Kaloti Suriname voor de goudexporten’, schrijft de CBvS in haar jaarverslag bij wijze van verklaring.
Royaltybrief
Sinds medio 2015 analyseert Kaloti Suriname het goud van Surinaamse exporteurs. De fabriek in Para bepaalt de zuiverheid van het goud en berekent op basis daarvan hoeveel royalty’s de Staat moet ontvangen. Kaloti is niet verantwoordelijk voor de inning daarvan. “Het betalen van de royalty is een verantwoordelijkheid van de goudexporteur”, stelde Kaloti-directeur Ryan Tjon Poen Gie eerder al tegenover Parbode.
Na elke export is een goudexporteur verplicht om de royaltybrief van Kaloti Suriname en het stortingsbewijs van betaling te overleggen aan de Deviezencommissie, die vergunningen verleent voor en toezicht moet houden op de uitvoer van goud en deviezen. Er zijn diverse pogingen gedaan om de Deviezencommissie te vragen welke bedrijven royalty afdragen en om welke bedragen dat gaat. De commissie was niet bereikbaar.
Sommige bedrijven zijn daar wel open over. “Per export betaal ik royalty’s”, zegt Bryan Hoever, directeur van Suriname Natural Stone, een van de goudexportbedrijven die hun goud voor export laten analyseren door Kaloti Suriname. “Ik exporteer op zijn minst vier keer in de maand. Dus als ik zo’n 120.000 dollar aan royalty’s per export betaal, mag je snel gaan calculeren hoeveel het wel is.”
Hoever geeft inzage in twee overmakingsbewijzen. De royalty’s worden gestort op rekeningnummers van de Centrale Bank. De royalty-afdracht van de kleinschalige goudsector werd tot en met 2015 ook altijd vermeld in de jaarverslagen van de CBvS.
Minder goud, meer geld
Uit de cijfers die de Centrale Bank op 6 november aan Parbode beschikbaar stelt, blijkt dat Suriname in 2021 ruim 20 miljoen Amerikaanse dollar aan royalty-inkomsten heeft ontvangen uit de kleinschalige goudsector. Dat is bijna drie keer zoveel als in 2014, toen er nog maar 7,5 miljoen Amerikaanse dollar werd geïnd. Opmerkelijk: in 2014 is er twee keer zoveel goud geëxporteerd vergeleken met 2021.
“De leveringen worden steeds minder en minder”, zegt directeur Tjon Poen Gie van Kaloti Suriname wanneer Parbode een bezoek brengt aan ‘zijn’ fabriek. Vermoedelijk spelen de veranderde weersomstandigheden en de verhoging van de royalty’s een rol, denkt Tjon Poen Gie. “Ook de kosten voor de exploitatie van goud zijn enorm gestegen”.
Dat de royalty-inkomsten stijgen terwijl er minder wordt geëxporteerd, komt door de verhoging van het royalty-percentage door opeenvolgende regeringen. In 2014 bedroeg de royalty-heffing voor de kleinschalige goudsector nog maar één procent, medio 2015 werd dat 2,75 procent. De verhoging van de royalty-heffing is terug te zien in de royalty-inkomsten van de Staat (zie tabel, red.).
In 2022 werd het royalty-percentage verhoogd naar 4,5 procent, en in 2023 naar 5,5 procent. Het royalty-percentage wordt berekend op basis van de internationale goudprijs en is daarnaast ook afhankelijk van het zuiverheidspercentage van het te exporteren goud.
Afgedragen royalty’s kleinschalige goudsector | |
Jaar | In mln. USD |
2015 | 5,38 |
2016 | 14,88 |
2017 | 15,10 |
2018 | 14,88 |
2019 | 17,43 |
2020 | 20,61 |
2021 | 20,64 |
2022 | 31,91 |
2023 | 36,86 |
Bron: CBvS |
De Centrale Bank publiceert geen royalty-afdrachten meer in de jaarverslagen, omdat zij slechts beschikte over de data van één goudexporteur, stelt Harry Dorinnie, directeur Monetaire Zaken en Economische Aangelegenheden bij de Centrale Bank. Amazone Gold van Lucky Store-eigenaar Conrad Issa is de enige goudexporteur die anno 2024 zijn goud nog exporteert via de CBvS. “Alleen van deze exporteur was de data beschikbaar”, zegt Dorinnie.
Naar aanleiding van vragen van Parbode heeft de Centrale Bank de data van de andere bedrijven verzameld en op 6 november 2024 aan Parbode verstrekt. Dat de cijfers niet beschikbaar waren, is volgens Dorinnie geen probleem. “De royalty wordt gestort bij de Centrale Bank. Ze zijn onderdeel van de overheidsfinanciën”, zegt hij. Dat de informatie niet voorhanden is, heeft volgens de Centrale Bank-directeur geen directe gevolgen voor het monetaire beleid van de CBvS.
Rapportage
In de fabriek van Kaloti Suriname in Para hebben de CBvS, de douane en de Deviezencommissie een kantoorruimte, maar volgens Tjon Poen Gie is alleen de douane erbij wanneer het goud wordt ingepakt voor export. “Dat gebeurt samen met de exporteur”, zegt de KSMH-directeur. De informatie wordt vervolgens door Kaloti Suriname met de Centrale Bank gedeeld. “Wij rapporteren aan de Centrale Bank, de Deviezencommissie en het ministerie van Financiën”, aldus Tjon Poen Gie tegenover Parbode. Het bedrijf staat zelf in voor de juistheid en betrouwbaarheid van de gegevens.
“KSMH geeft informatie over het gecertificeerde en gewogen goud dat zal worden geëxporteerd”, erkent Dorinnie. “Goudexporteurs geven via KSMH aan wat ze gaan exporteren. Maar niemand is erbij wanneer er wordt gewogen. De Deviezencommissie moet ze eigenlijk controleren, maar of die controle ook wordt uitgevoerd, is punt twee”, verzucht hij. De Centrale Bank-directeur zal naar eigen zeggen praten met zijn collega’s bij de CBvS om de royalty-inkomsten voortaan weer in de jaarverslagen te publiceren.
Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank, belooft te kijken hoe de bank verbetering kan brengen in de transparantie van de gegevens. “Het verband tussen de feitelijke goudexport en de royalty’s is een probleem voor ons. Ik heb voorgesteld om vanuit de douane en het ministerie van Economische Zaken de exportdocumenten bij elkaar te brengen om preciezer te weten wat de transactiewaarde is van de goudexport. Maar we zijn daarbij afhankelijk van derde instituten zoals de douane, Economische Zaken en de Deviezencommissie.”
KSMH-directeur Tjon Poen Gie en goudexporteur Bryan Hoever reageerden niet op aanvullende vragen van Parbode naar aanleiding van het Kaloti-onderzoek.