Parbode Xtra: De rel rond het ‘Corruptieboek’: een overzicht
Op 24 januari stuurde de Nederlandse ondernemer Gerard van den Bergh een persbericht naar Surinaamse mediabedrijven met de aankondiging dat hij zijn boek Zakendoen in Suriname – Corruptie op het Hoogste Niveau had gelanceerd en reeds had aangeboden aan alle leden van De Nationale Assemblée. Zijn publicatie was bovendien vanaf die dag te koop bij Boekhandel Vaco, gevestigd aan de Kersstraat te Zorg en Hoop. Daarmee gooide de voormalige doksenondernemer de knuppel in het hoenderhok/doksenhok waarna zich een heuse (juridische) soap rond zijn boek ontwikkelde. Hier een overzicht van de ontwikkelingen.
Het was assembleelid Ann Sadi (NDP) die tijdens de vergadering van De Nationale Assemblée van 25 januari de kwestie ‘Corruptieboek’ aan de orde stelde. ‘Ik ben geschokt over een publicatie’, zei ze, terwijl haar partijgenoten Stephen Chang en Soewarto Moestadja het boek aan de zaal toonden. ‘Nationaal en internationaal is dit niet te pruimen, voorzitter. Dit kunnen wij niet toestaan. Dus denk ik dat de president ons antwoord moet geven’, zei Sadi.
Toen de president even later het woord kreeg, fingeerde hij niet te weten over welke publicatie Sadi het had, om vrijwel gelijk eraan toe te voegen dat de justitiële autoriteiten van Suriname en Nederland al zijn ingeschakeld ‘om krachtig hiertegen op te treden’.
Het zou wel erg vreemd zijn als Santokhi niet wist om welke publicatie het ging. DNA-leden hadden het boek gekregen, diverse Surinaamse media hadden het persbericht van Van den Bergh gepubliceerd en bovendien was op 24 januari een paginagrote kleurenadvertentie in Dagblad Suriname verschenen (Times of Suriname had deze advertentie overigens geweigerd) met daarin de aankondiging dat het boek te koop was bij Vaco. Bovendien had president Santokhi via zijn advocaat Gerold Sewcharan nog op de dag van de DNA-vergadering Vaco per deurwaardersexploot aangeschreven het ‘Corruptieboek’ onmiddellijk uit de handel te halen. Als reden werd gegeven dat op de omslag van het boek een staatsieportret van de president was afgebeeld, die zonder toestemming was gebruikt. Zowel foto als boek werden door Santokhi ervaren als ‘inbreuk op zijn morele integriteit’, kwam uit het deurwaardersexploot naar voren.
Vaco bezweek voor de presidentiële druk. Het bedrijf wachtte niet eerst een rechtszaak af, maar stopte per direct de verkoop van het gewraakte boek. Sterker nog, de boekhandel riep kopers op hun gekochte boek, met in het vooruitzicht restitutie, terug te brengen. Blijkens een bericht uit Times of Suriname van 31 januari had echter nog geen van de ruim dertig kopers hun boek teruggebracht en had Vaco de overige plusminus veertig niet-verkochte boeken overgedragen aan de procureur-generaal.
Willekeurige aanval op media
Waar verwachtbaar was dat Santokhi en zijn jurist(en) hun pijlen zouden richten op de schrijver, namelijk Gerard van den Bergh die het gewraakte boek schreef met medewerking van een ghostwriter, werd vervolgens juist het vizier gericht op een willekeurig medium dat verslag had gedaan over het ‘Corruptieboek’. Op 26 januari sommeerde president Santokhi de Ware Tijd per deurwaardersexploot om te stoppen met de publicatie van de foto van de omslag van het gewraakte boek. ‘Santokhi sommeert de uitgever van de krant “onmiddellijk de afbeelding uit haar krant en van DWT-online te verwijderen, verwijderd te houden en die op geen enkele wijze te verspreiden cq te helpen verspreiden”’, bericht de krant hierover. Dat is opmerkelijk, omdat de Ware Tijd net als andere mediabedrijven slechts verslag had gedaan over het boek en ter illustratie de omslag had getoond. Waarom Suriname Herald, Waterkant en GFC Nieuws en zelfs Dagblad Suriname die een paginagrote advertentie had geplaatst, werden ontzien en juist de Ware Tijd niet, is volstrekt onduidelijk. Bovendien, hoe verwijder je trouwens een afbeelding uit een krant? Volkomen terecht gaf de Ware Tijd geen gevolg aan het verwijderen van haar online berichtgeving over de kwestie.
De Surinaamse Vereniging van Journalisten (SVJ) kwam op 31 januari dan ook uit met een verklaring waarin ernstige bezorgdheid werd geuit over acties die ondernomen zijn door president Santokhi rond het boek van auteur en ondernemer Gerard van den Bergh. ‘Deze bezorgdheid betreft in deze niet de inhoud van het gepubliceerde en ook niet de in het boek besproken personen, maar de vrijheid van meningsuiting van persoon, alsook de persvrijheid’, wordt verduidelijkt. Met nadruk veroordeelt de SVJ dat de president, gebruikmakend van zijn machtspositie als politieke overheid, zich de bevoegdheid heeft aangemeten de verdere publicatie van het boek te verbieden bij de boekhandel, alsook het trachten te censureren van een mediahuis om de nieuwswaardigheid van het voorval aan de samenleving bekend te maken.
‘De bezorgdheid van de SVJ is des te meer nu gebleken is dat naar aanleiding van de sommatie van de president, de boekhandel zonder dat over het voorval een gerechtelijke beoordeling en uitspraak is gedaan, gevolg heeft gegeven aan de sommatie en het uitgebrachte boek van de schappen heeft gehaald. De willekeurige sommatie van de president aan de Ware Tijd, terwijl ook andere media het nieuwswaardige onderwerp met de samenleving hebben gedeeld en daarbij de door het staatshoofd gewraakte foto hebben gebruikt, is des te zorgelijker en bedenkelijk’.
Inmiddels heeft president Santokhi zijn juridische pijlen gericht op de in Nederland vertoevende auteur/ondernemer Van den Bergh, die uit voorzorg zijn ‘Corruptieboeken’ in Nederland van de schappen heeft gehaald. Het is te hopen dat de president in het vervolg zijn vizier op zijn ‘boosdoeners’ richt en niet op de boodschappers van het nieuws, de media.