Parbode Xtra: Diasporavoetbalprofs maken Natio-droom niet waar
De resultaten van ons nationaal voetbalelftal vallen al geruime tijd zwaar tegen. Nog in de Suriprofs-loze periode wist Natio zich op eigen kracht te kwalificeren voor de prestigieuze Gold Cup en werden redelijke resultaten geboekt in de Concacaf Nations League. Inmiddels werden van de laatste tien wedstrijden twee vriendschappelijke interlands gewonnen (tegen Guyana en Nicaragua), werd een keer gelijkgespeeld (tegen Jamaica) en zeven keer verloren (Mexico 2x, Frans-Guyana, PEC Zwolle, Thailand, Jamaica, Puerto Rico). Het wekt dan ook bevreemding dat er geen evaluatie/zelfreflectie merkbaar is bij ons volledig aan de NL-diaspora uitbesteed nationaal team.
Jarenlang werd ervoor gepleit om net zoals andere nationale ploegen dat doen, profspelers met een andere nationaliteit op te nemen in ‘Natio’. Met eigen amateurspelers uit de lokale competitie zouden nooit spraakmakende resultaten geboekt worden, laat staan plaatsing voor een Wereldkampioenschap Voetbal. Maar met Suriprofs uit zelfs de Nederlandse Eerste Divisie zouden we het varkentje wel even wassen.
Groot was dan ook het enthousiasme toen in november 2019 de bijna 29-jarige aanvaller Nigel Hasselbaink de eerste voetballer met de Nederlandse nationaliteit werd die voor Suriname mocht uitkomen. ‘Natio’ verkeerde in die periode bovendien in goede vorm en plaatste zich voor zowel de Concacaf Gold Cup als groep A van de Concacaf Nations League. Hoewel ‘Natio’ sindsdien langzamerhand transformeerde tot een volledig Suriprofs-team met voetballers en technische staf met de Nederlandse nationaliteit, zijn de resultaten op de groene grasmat niet om naar huis te schrijven. Suriname degradeerde uit de Concacaf Nations League A en uit de Concacaf Gold Cup. Bovendien werden we recentelijk al in de eerste kwalificatiewedstrijd voor de Concacaf Gold Cup uitgeschakeld. Aangezien we niet eens van laag gerangschikte Caribische voetballanden kunnen winnen, is de WK-droom verre van realistisch.
Enkele kernvragen zijn dan ook in hoeverre er rond alle aspecten van onze nationale voetbalselectie enige evaluatie en zelfreflectie plaatsvindt en of de verwachtingen niet te hoog zijn gespannen. Waarom wordt er bijvoorbeeld al jaren de indruk gewekt dat we met dertigplussers van tweederangsteams uit het buitenland wel van andere Caribische landen zullen winnen en zelfs het WK zullen halen? Hebben de diasporavoetballers wel de juiste inzet of zien ze de interlands meer als een vakantietripje naar bijvoorbeeld Thailand? Is het de bedoeling dat jonge talenten uit de eigen Surinaamse kweek zelden of nooit meer aan bod zullen komen bij Natio?
Het is in ieder geval duidelijk dat het roer om moet, want met deze koers blijft het Surinaams voetbal op sterven na dood.