Parmin Singotiko: ‘Mi no wan’ libi, ma mi no wan’ dede tu’ – Parbode Sneak Peek
Voor Parmin Singotiko (81), gepensioneerd werknemer van de Suralco, is het erop of eronder. Deze maand sleept hij via zijn advocaat, Karel Hok A Hin, zijn voormalige werkgever voor de rechter. Een miljoenenclaim ligt op tafel vanwege langdurige vergiftiging tijdens zijn 23-jarige diensttijd. “Ze hebben bij een DNA-onderzoek in Amerika grote hoeveelheden kwik en aluminium in mijn lichaam aangetroffen.”
Door Julian Neijhorst
“Ik ben nu in een situatie als van de krotbewoners van Bangladesh. Maar je moet geen medelijden met mij hebben, hoor”, beschrijft de oud-Suralconiër zijn huidige barre leefomstandigheden. Singotiko, verminkt, gedeeltelijk verlamd en slecht ter been, verblijft op een berm in de wijk Geyersvlijt, in een krotje opgetrokken van zinkplaten. Als de nacht valt, steekt hij de straat over naar de eenkamerwoning van zijn dochter, die daar met haar kinderen en kleinkinderen woont.
“Ik maak hier alleen gebruik van het toilet en ’s avonds kom ik voorlopig hier slapen, omdat de anderen op vakantie zijn. Dus te den kon, dan moet ik weer terug naar de overkant, want ik heb mijn hangmat daar. Ik hou mij bezig met tuinieren. Al mijn boeken zijn vernietigd door de regen en een keer had ik mijn spullen buitengezet, maar de buurt heeft de helft gestolen.” De aan lager wal geraakte ex-Suralconiër woonde voorheen in een huis van zijn zus die in Nederland verbleef, maar na een juridisch dispuut over huur werd hij op straat gezet.
Parmin Singotiko vecht al jaren tegen het ontslag dat hij in 1994 van de Suralco kreeg nadat hij interne bedrijfsinformatie naar buiten had gebracht. Het bauxietbedrijf was bezig met het illegaal dumpen van 1800 kubieke meter chemisch afval. Vanaf het uitlekken van het schandaal ging het bergafwaarts met de klokkenluider. “Tegenwoordig moet ik leven van een pensioen van SRD 850, in plaats van de afgesproken 531 US-dollar.” Hierover heeft hij overigens eveneens een rechtszaak in voorbereiding.
Het gelaat van Singotiko is somber, maar zijn bewustzijn is helder. “Ik was nooit bang. Mi no man nanga onrecht”, zegt hij strijdvaardig.
Het hele artikel lees je in de novembereditie van Parbode.