Partner in crime
Voor kinderen kan de Surinamer streng zijn, maar bij het zien van zijn vogeltje smelt hij. Weerloze liefde voor die ondeugende monki-monki, die rebbelende papegaai, die trouwe hond of kat. Kortom: een rubriek over mensen en hun dierbaarste huisgenoot. Hij heeft met zijn neus aan de meest louche middelen gesnoven en toch is hij de trouwste collega van de Surinaamse politie: drugsspeurhond Simba. De roodbruine labrador is al tien jaar hét reukorgaan van de narcoticabrigade en heeft tijdens zijn diensttijd honderden kilo’s cocaïne en marihuana tevoorschijn gesnuffeld.
Werk en privé gescheiden houden is met Simba onmogelijk volgens Nasserhoesein Samsoedien, hoofd van de speurhondenafdeling. “Ik zie Simba niet als collega, hij is meer mijn mati op de werkvloer. Vrienden heb ik eigenlijk niet, tegenwoordig kun je niemand meer vertrouwen. Maar Simba… ja, ik kan van hem op aan. Honden met een functie als die van Simba, moet je niet zien als een dagoe, maar als werkarm of vertrouweling.” De inspecteur glundert terwijl hij over zijn partner in crime praat. “Ik ben altijd al een dierenliefhebber geweest, maar ik had me van tevoren niet kunnen voorstellen dat een hond zo loyaal aan me zou kunnen zijn.”
De snuffelaar heeft zijn chef de kneepjes van het vak bijgebracht. Toen Samsoedien zeven jaar geleden op de afdeling speurhonden kwam werken, zat Simba al een tijdje in deze branche. “We moesten even wennen aan elkaar, maar zoetjes aan raakten we helemaal op elkaar ingespeeld. Door Simba leerde ik rustig te blijven, wanneer er vervelende situaties ontstonden. Bandieten konden me soms zo kwaad maken, maar agressief gedrag pikt Simba gewoon niet. Hij wordt dan opstandig en gaat zitten of probeert weg te lopen. Op zulke momenten moeten we beiden even afkoelen om daarna rustig de draad weer op te kunnen pakken.”
Simba heeft duidelijk lol in zijn trainingen. Met gespitste oren en kwispelende staart volgt hij de bevelen van zijn chef op. Wild krabt de politiehond met zijn nagels over de vloer wanneer hij zijn buit op het spoor is, waarna hij trots zijn beloning, de felbegeerde dummy, in ontvangst neemt. “Nee, koekjes krijgt Simba niet”, zegt de inspecteur stellig. “Dan wordt hij veel te dik. Eén dag in de week geef ik hem alleen water, zodat hij niet te pappig wordt. En vaak gaan we zondags zwemmen in de Colakreek, dat is goed voor Simba’s gewrichten.”
Voor het beste speurresultaat moet Simba dagelijks aan cocaïne, marihuana en andere drugs ruiken. Samsoedien: “Zo wordt Simba telkens herinnerd aan de geuren en de daaraan gekoppelde beloning die hij krijgt wanneer hij iets vindt met die geur. Dat beest is gek op zijn dummy, daarvoor doet hij ontzettend zijn best.” Maar helaas heeft de speurhondenpolitie deze verboden middelen niet altijd ter beschikking
“Wanneer Simba naar Zanderij mag voor een echte speuropdracht, is hij helemaal door het dolle. Dan springt dat beest opgetogen zijn reiskennel in, want hij weet dat hij dan mag werken en daarna zijn dummy krijgt. Kapsones heeft hij eigenlijk nooit, maar hij straalt wel een bepaalde trots uit. Volgens mij omdat hij een belangrijke baan heeft. Suriname heeft Simba nodig. Alleen al door zijn aanwezigheid op bepaalde locaties wordt er minder gesmokkeld. En als bandieten het toch proberen, dan vindt Simba de buit.”
In januari 2007 ontdekte de speurhond vijftien kilogram cocaïne in een lading bami. Helaas staat de trouwste employé van Suriname momenteel op non-actief, omdat de speurhondenpolitie geen vervoer heeft naar Zanderij. De auto waar de kennel in past, is kapot, dus alleen als bijvoorbeeld de narcoticapolitie zelf met een grote auto komt, kan Simba een opdracht uitvoeren. “De onderwereld zal hier wel blij mee zijn”, zegt inspecteur Samdoedien mismoedig. “Simba is hen een doorn in het oog. Gelukkig is het nog nooit gebeurd, maar ik ben wel eens bang dat iemand Simba zal proberen uit te schakelen. Daarom wordt zijn verblijfplaats strikt bewaakt.”
Baasjes gaan op hun honden lijken en andersom, zegt men. Het geldt in elk geval voor deze twee: “We zijn beiden heel werklustig en trots op onze baan. Ook zijn we stoer, dat moet gewoon als je dit werk doet. En eh… Simba en ik, we houden allebei van vrouwen!”