Memre: Paul Hendrik Monsels (1945-2022)
Paul Monsels werd als vierde uit een gezin van acht kinderen geboren, zijn vader was Hendrik Monsels en zijn moeder Juliette Monsels-Gullit. Tot zijn twaalfde groeide hij op in een internaat van de Evangelische Broedergemeente aan de Steenbakkerijstraat. Daar werden kinderen ondergebracht waarvan de ouders als zendelingen in het binnenland dienden. Vader en moeder waren in verband hiermee tewerkgesteld op Botopasi aan de Boven-Surinamerivier.
Tekst Carl Breeveld
Na de Comeniusschool en de Froweinschool doorliep hij de Algemene Middelbare School. In Apeldoorn (Nederland) studeerde hij af aan de Politie Academie waarna hij terugkeerde naar Suriname. Hij hield van sport en was doelman bij de voetbalvereniging Atlas.
In 1970 begon Monsels te werken bij het Korps Politie Suriname (KPS). Het werd een flitsende carrière. In 1973 werd hij benoemd tot inspecteur 1e klasse, in 1980 hoofdinspecteur en drie jaar later commissaris van politie. Van januari 1986 tot januari 1994 diende hij als hoofdcommissaris in de functie van korpschef. Na deze periode werd hij opperbrandmeester bij de brandweer en gaf leiding aan dat korps tot zijn pensionering in 2005. ‘Monsels heeft het politiekorps gedurende zeer moeilijke periodes gediend’, verklaarde de toenmalige korpschef, Delano Braam. Hij memoreerde de grote stakingen en ongeregeldheden van 1973, de periode rondom de afkondiging van de Onafhankelijkheid in 1975, de staatsgreep van 1980, de decembermoorden van 1982 en de Binnenlandse Oorlog met als dieptepunt het bloedbad in Moiwana op 29 november 1986.
Monsels heeft ook zijn bijdrage geleverd als beleidsadviseur op het ministerie van Justitie en Politie. Neef Ewald Edhard houdt prettige herinneringen over aan zijn oom. “Hij was een familiemens en stond altijd klaar om te helpen. Voor mij was hij een vaderfiguur”, zegt hij overtuigd. “Ik heb hem zowel in werkverband als zakelijk ervaren toen hij tijdelijk aangesteld werd als manager van het Korps Brandweer Suriname, waar ik toen ook werkzaam was”, legt hij uit.
Paul stond bij familie en vrienden als een lekkerbek bekend. Ewald weet er alles van. “Er is heel weinig wat hij niet heeft gegeten. Wie bij hem op bezoek kwam, kreeg de meest exotische gerechten voorgeschoteld, bijvoorbeeld leguaan of tijgervlees in kerrie bereid.” Dat lekker eten wist hij volgens familie af te wisselen met tjauwmin of gevulde sopropo, maar ook een gewone bruine bonen met flink wat vlees erdoor.
Jenny, zijn dochter, noemt kenmerkend voor haar vader, zijn geloof in God en in gerechtigheid, zijn trouw en loyaliteit naar familie en vrienden, zijn humor, levenslust en bovenal zijn positieve kijk op het leven. Vanwege nierfalen moest hij vanaf augustus 2005 wekelijks gedialyseerd worden. ‘Hij wist in de kliniek een goede sfeer te creëren, bemoedigde andere patiënten door ze te stimuleren tot bewegen, te letten op hun medicatie en voeding’, schrijft Stacy Mertowidjojo. Ex-politiecollega Bahadoersing spreekt vol lof over Monsels: “Hij was een eerlijke, kundige stonfutu van het KPS, die zich altijd waardig heeft gedragen!”
Dit artikel is gepubliceerd in het maartnummer van Parbode, nu in de winkel en ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)