Pindasoep
Oorsprong
De pinda, ook wel aardnoot, grond- of apennoot genoemd, is ondanks die bijnamen geen noot in botanische zin, maar de vrucht van een tot de vlinderbloemenfamilie behorende eenjarige plant. De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika, maar werd dankzij de Spanjaarden in de zestiende eeuw verspreid over tropische en subtropische gebieden in de hele wereld.
Ongebrande, rauwe pinda’s kunnen gepeld en gegeten worden. Voor menselijke consumptie is het echter gebruikelijk de pinda’s eerst te branden. In de keuken zijn ze vooral terug te vinden als pindakaas. En, zoals in deze Njang Switi, in de pindasoep. Pindasoep is een uniek gerecht, dat bestaat uit een krachtige bouillon met kokosmelk en pindakaas erin. In Suriname is het inmiddels een niet te versmaden specialiteit, met name in de Javaanse keuken. De sterke pindageur is onweerstaanbaar. Echte Surinaamse pindakaas (of desnoods Hollandse import) heeft een duidelijk streepje voor ten aanzien van de Amerikaanse soorten, die om onverklaarbare redenen een onaangename bijsmaak kunnen veroorzaken. En gebruik ook Surinaamse kip, die zorgt ervoor dat de soep aanmerkelijk minder vet wordt dan met Amerikaanse of Braziliaanse bouten.
Benodigdheden (voor 4-6 borden)
2 forse kippenbouten
250 gram pindakaas
1 liter water
3 eetlepels olie
1 ui
2 bouillonblokjes
1 eetlepel gemberpoeder
1 theelepel Aji-no-moto (of Ve-tsin)
3 takjes soepgroenten
een half blikje kokosmelk
1 rode peper
Bereidingswijze
De kippenbouten in kleine stukken snijden en met de gesneden ui in de olie bakken. Voeg de kruiden (gember, aji-no-moto) toe en daarna het water en de bouillonblokjes. Laat het geheel doorkoken totdat de kip gaar is. De peper (heel laten, niet snijden of stuk koken), in de soep leggen. Voeg nu de pindakaas en de kokosmelk toe. Laat de soep niet meer doorkoken nadat de kokosmelk er in is gedaan. Op die manier voorkomt u dat er een laag kokosolie op de soep gaat drijven. Tot slot voegt u voor het serveren de gesneden soepgroenten toe. Serveren met rijst.