President Bouterse en Nederland
De vraag of de betrekking tussen Suriname en Nederland hersteld wordt is nog steeds relevant, met name voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland. Dat de relatie op een lager pitje gezet werd na de verkiezing van Bouterse tot president, zal niemand verbaasd hebben. Het is nu eenmaal zo dat Nederland qua opvattingen over democratie en rechtsstaat meer op heeft met NF-regeringen dan met een door de NDP gedomineerde coalitie. En andersom is de NDP ook niet zo dol op Nederland.
Het werd zelfs al snel vrij onaangenaam, nadat toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen had geroepen dat Bouterse weliswaar welkom was in Nederland, maar dan om plaats te nemen in de cel. Suriname sloeg terug met het weigeren van een stoel aan de Nederlandse ambassadeur bij de inauguratie van de president. Na het aannemen van de Amnestiewet in 2012 raakten de betrekkingen verder in het slop. Nederland haalde de ambassadeur terug.
De huidige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) wil de betrekkingen verbeteren. Hij heeft daartoe al eens zijn collega Lackin aangesproken en inmiddels staat Ernst Noorman in de startblokken om als ambassadeur aan de bak te gaan. Timmermans is geneigd om in Zuid-Amerika links-populistische regimes (de vrienden van Bouterse) tegemoet te komen. Hij organiseerde al een staatsbezoek van koning Willem-Alexander aan Venezuela. President Maduro toonde zijn waardering door honderd manschappen uit volle borst het Wilhelmus te laten zingen. Onlangs verbleef Timmermans zelfs drie dagen te Cuba om namens de EU de relatie met deze communistische dictatuur te verbeteren.
Het lijkt erop dat Lackin en Bouterse de Nederlandse boot voorlopig afhouden. Misschien wordt achter de schermen onderhandeld over het restant aan ontwikkelingshulp. Intussen houdt Bouterse op verschillende podia nog steeds antikoloniale betogen. Ooit, begin jaren tachtig, kon de jonge sergeant Desi Bouterse het goed vinden met de Hollandse jongens van de gestampte pot bij de Militaire Missie in Suriname. Dat is niet zo vreemd, want Bouterse had zeven jaar in Nederland en Duitsland gewoond en daardoor een Europees gevoel voor efficiency. Volgens André Haakmat zat Bouterse in 1980 bepaald niet te wachten op een staatsgreep, en wilde hij pas meedoen toen hij zeker was van de steun van kolonel Hans Valk.
Het is dus de vraag of Bouterse wel zo anti-Nederlands is als hij zich voordoet. Misschien is hij eerder verbitterd, omdat hij van Nederland niet de waardering heeft gekregen die hij verwacht had. Sinds de staatsgreep is er veel gebeurd. Tussen Bouterse en Nederland zal het nooit meer goed komen. Het enige dat Timmermans kan bieden is een zakelijke relatie, waarin wederzijdse belangen tot hun recht komen. De vraag is of dat voldoende is voor Bouterse. Hij heeft misschien meer baat bij een beeld van Nederland als ‘de koloniale vijand’. Dat vijandbeeld komt goed van pas om ruziënde NDP-structuren bijeen te houden, nu de rammelende coalitie weinig wapenfeiten kan presenteren.