PTC’er Rajni Lala-Rebai ontwikkelt Surinaamse soepmix – Parbode Sneak Peek
Binnenkort ligt er bij Choi’s groentemarkt een voorgekookte en bevroren puur Surinaamse soepmix van cassave, banaan, zoete patat en chinese tayer, met een takje soepgroente en een pepertje. Het product, een samenwerking van de zaak en een afstudeerder van het Polytechnic College Suriname (PTC), heeft voornamelijk als doel de consument tijdwinst te leveren via een gezond product van eigen bodem.
Tekst Renate Sluisdom
De afstudeerder, Rajni Lala-Rebai, was ooit van plan de richting Hoger Laboratorium Onderwijs op het PTC te volgen. Maar de toen vers van het Natin afgestudeerde had nog geen werkervaring, en daarom koos ze voor International Agribusiness waar de werkervaringseis niet bestond. Daar kreeg ze onder andere het vak Innovatie, waarmee het allemaal begon. Door de agrarische achtergrond van haar schoonfamilie, bracht dit vak haar op het idee van een kant-en-klare soepmix. De studierichting en Choi’s groentemarkt waren bereid haar te ondersteunen voor de ontwikkeling van haar soep-idee, waarop ze uiteindelijk op 17 mei 2019 afstudeerde als bachelor of applied technology. Hieraan gingen ongeveer twee jaar van onderzoek vooraf. Eerst bekeek Lala-Rebai de markt om te zien of er al een dergelijk product bestond. Ze kwam iets tegen dat erop leek, maar dat bestond uit twee gewassen, en niet uit vier, zoals haar plan was. Daarna voerde ze een enquête uit om de behoefte te peilen. Ten slotte voerde ze uitgebreide sensorische (smaak-)onderzoeken uit, onder studenten op de campus en de klanten van Choi’s groentemarkt. “Ik maakte voor elke deelnemer drie samples”, legt Rajni uit. Het ging om verse producten, niet voorgekookt, en niet bevroren (A); niet voorgekookte, wel bevroren producten (B); voorgekookte, vijf maanden lang bevroren producten (C). Sample C wint de strijd: het overgrote deel van de proevers vindt het voorgekookte, vijf tot zes maanden lang bevroren product lekkerder. Je zou denken dat vers altijd beter smaakt. “Ja, misschien vreemd, maar ik denk dat ze het onderscheid niet konden maken, hoor”, lacht Rajni. En er schiet haar een anekdote te binnen van een proever, die de drie kopjes soep maar bleef proeven, tussendoor slokjes water drinkende om de smaak te neutraliseren, maar geen keus kon maken, totdat alle soep op was. “Ten slotte heb ik gezegd dat hij een keuze moest maken.” Na enig aandringen stemde ook hij op optie C. Van de koks en andere professionele keukenprinsen en -prinsessen kreeg Rajni waardevolle extra informatie, die op een bijgevoegd formulier kon worden aangegeven. Een pepertje en een takje soepgroente completeren het geheel, maar andere smaakmakers moet de consument er zelf bij voegen. Een foldertje met mogelijke bereidingswijzen maakt ook onderdeel uit van het soeppakket. In een volgende fase kunnen er verschillende andere versies worden ontwikkeld, “bijvoorbeeld een pakket met alleen chinese tayer, want daarnaar bleek volgens onze enquête ook vraag te zijn.”
Tijdens de afstudeerpresentatie was er wat kritiek op het financiële plaatje dat mevrouw Lala presenteerde, met name de post ‘gebouwen en terreinen’. De onderzoekster reageert: “Ik heb met de financiële informatie van Choi’s groentemarkt gewerkt. Natuurlijk is de post meegenomen in de begroting, maar Choi’s gaat niet echt een nieuw terrein aanschaffen. Het product is absoluut behoorlijk winstgevend, maar ze hebben nog zoveel andere producten die ook winstgevend zijn.”
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.