Rappa
Februari: maand der opstanding?
Februari, de maand van de grote volkswoelingen; de moeder van stakingen, de vader van coups of… ? Wat is het meervoud van coup? Het Surinaams meervoud is natuurlijk coupsen, net als cup – cupsen. Dit is geen taalstip of staaltip van de Nederlandsche Taalunion: nee, dit meervoud komt uit het kleinste lid van deze Unie, namelijk switi Sranan, dat de grootste bijdrage levert aan de droom van de Taalunie, namelijk: Nederlands als wereldtaal. In Europa aan het wegkwijnen, niet een van de officiële talen van de EU geworden, in België worstelend voor gelijkheid en erkenning. Maar in Zuid-Amerika wel een van de officiële talen van de Unasur en de Caricom, niet dankzij het verloren gegane Oostindierijk, de gordel der smaragd, nee, want Soekarno dumpte als eerst het Nederlands als koloniale taal en adopteerde het tot Bahasa Indonesia verheven Pasar Maleis als eenheidstaal. Ook niet dankzij het uiteenbrokkelend Papiamento en –tu Atilliaans eilandenrijk in West-Indië, maar dankzij het verstoten, maar verwend stief- en buitenkind, dat ondeugend en vrijpostig buitenbeentje, die misruil voor Manhattan, dat Wilde Kust modderlandje, eens bezit van de familie Van Sommelsdijck, de West-Indische compagnie en de stad Amsterdam. Ja, juist de nazaten van dat samenraapsel aan weggelopen en vrijgemaakte slaven en uitgecontracteerde veldarbeiders en gelukzoekers pakte de fakkel op. Juist daar herleefde Neerlandsch droom.
Maar juist daar pakten jonge militairen, opgeleid en gedrild volgens oerhollandse militaire tradities in die beruchte februarinacht de macht, de ex-kolonie kwam weer in handen van militairen. Het Fort Zeelandia werd al gauw weer zetel van de macht en executieplek. Maar wie niet met macht weet om te gaan, zal door die macht vergaan, alzo gebeurde. De trotse coupplegers, flink door dwarsliggers en huurlingen gehinderd, konden eerder mensen opruimen dan de samenleving hervormen en kregen zowat alle burgers tegen zich.
Om niet zelf opgeruimd te worden, sloten zij een geheim Leonsbergakkoord met de ouwe weggeschoten politieke clubjes. En die bezegelden maar al te graag het mondeling document, want dan was de weg weer vrij voor ‘de democratie’ (lees: rommelig etnisch gerommel, misbruik van landsmiddelen, inpikken van domeingronden enz.). Het werd dus: militairen terug naar het kamp en een Front aan happige en steelzuchtige politici weer aan de macht.
Maar: de burgers waren wijs geworden na al die ervaringen uit de militaire periode: how long you can fool all the people all the time? Het liep zodoende al gauw mis met de jokers van het burgerbewind. Er kwam een telefooncoup, en daarna kwam het Yorkasoepoe-Tarantoelafenomeen aan de macht: Zijne arrogantie, stevig ondersteund door Zijne Foetoeboi. Maar het ging weer goed mis; de nul-optie gooide het land in een hyperinflatie en Zijne Bosje, alias Alcoholica non olet, oftewel druk en smijt met het geld, kwam aan de macht en veroorzaakte enerzijds de grootste bruggenbouw in den ex-kolonie, maar anderzijds ook de grootste bevolkingsopstand sinds de onafhankelijkheid.
Vervolgens kwam Zijne Prins van Para, hertog van Groen Djari, met z’n wrakkige burgerfront terug, eerst eenmaal en toen (dankzij Baala Lonnie cum suis) andermaal. Maar toen was de maat en de emmer toch zo vol, dat een belangrijk deel van de kiezers stelde: Alles is beter dan deze achttiende-eeuwse awpah-auwbah-club. DOE vonden velen nog te klein, dan maar Mega.
De kiezers wisten wat het zou betekenen als de opruimploeg van februari tachtig weer aan het roer zou komen, en ja hoor, ze zetten al meteen een grote mond op tegen politiek Den Haag en die daar blaften meteen schuimbekkend terug. Die van hier zagen Jacobi eerst niet zitten, toen kwam de onverwachtse handruk van diezelfde Jacobi en Baas; ze hebben elkaar nodig, de ene om z’n Mega-dromen te helpen financieren (zeedijken tegen het stijgend zeewater, een zeehaven, bruggen over grensrivieren, vierbaanswegen dwars’a Amazone, een treinspoor), de andere om dat Oostindiegevoel, zoals dat Harry-Pottermanneke zich overmoedig had laten ontvallen, die Hollandse sjaggermanslust en dat met modder en dijken spelen, weer lustig te kunnen botvieren: de Zuid-Amerikaanse markt ligt open, en dat dankzij en via dat stiefkind-kolonietje, herontdekt door de hardfietsende stagière-boerenkleindochters.
Februari, nu de maand der wederopstanding? Hebben we hard nodig, want we zijn het ook zat steeds geslingerd te worden tussen de nationalistische Megadromers die alleen aan opruimen denken en maatschappelijke troebelingen veroorzaken, en de etnische Frontclubjes die alleen zichzelf en het buitenland regelen en verder stilstand prediken.
In feite hebben we ze niet apart, maar samen nodig: de een remt de ander in z’n opruimdrift, en de ander schopt de een steeds wakker om wat op te schieten.